AP Hogeschool Antwerpen
Kinderen en
Jongeren
Lector: Leen Gochet
Marie Claessen
2023-2024
,Inhoud
HFST 1: MINDERJARIGHEID ..................................................................................................................... 2
1.1 Minderjarigen onder de hoede van meerderjarigen .......................................................................... 2
1.2 Het Kinderrechtenverdrag .............................................................................................................. 2
1.3 Minderjarigen in de jeugdhulp: DRM ............................................................................................... 3
HFST 2: VERONTRUSTENDE OPVOEIDINGSSITUATIES (VOS): ................................................................... 3
2.1 Wat is een VOS? ............................................................................................................................. 3
2.3 Risicofactoren ............................................................................................................................... 4
HFST 3: EEN INTEGRAAL VERHAAL .......................................................................................................... 8
3.1 Decreet integrale jeugdhulp ........................................................................................................... 8
3.2 Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp .......................................................................................... 11
3.3 Niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp .................................................................................... 11
3.4 Crisishulp .................................................................................................................................... 12
3.5 Modulering .................................................................................................................................. 12
3.6 Intersectorale Toegangspoort ....................................................................................................... 12
3.7 Maatschappelijk noodzakelijke hulp (MANO) ................................................................................ 13
3.8 Cliëntoverleg en bemiddeling ....................................................................................................... 14
HFST 4: JEUGDDELICT ........................................................................................................................... 15
4.1 Procedure jeugddelict .................................................................................................................. 15
4.2 Mogelijke maatregelen door jeugdrechter ..................................................................................... 16
HFST 5: AANBOD JEUGDHULP ............................................................................................................... 17
5.1 Jeugdhulp via het Algemeen Welzijnswerk (AWW) ......................................................................... 17
5.2 Jeugdhulp binnen het Agentschap Opgroeien ............................................................................... 18
5.3 Centra geestelijke gezondheidszorg (CGG) ................................................................................... 22
5.4 Centra voor leerlingenbegeleiding CLB ......................................................................................... 23
5.5 Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH) ...................................................... 23
HFST 6: KOPP ........................................................................................................................................ 24
6.2 Niet zonder gevolgen .................................................................................................................... 24
6.3 Weerslag in verschillende ontwikkelingsfases ............................................................................... 24
6.4 Plan van aanpak ........................................................................................................................... 24
6.5 Psycho-educatie .......................................................................................................................... 24
6.6 Inspelen op wankelende gezinsrollen ........................................................................................... 25
6.7 Benutten van hulpbronnen ........................................................................................................... 25
HFST 7: NBWV ....................................................................................................................................... 25
7.1 Wat is een NBMV .......................................................................................................................... 25
7.2 Wat doet een voogd...................................................................................................................... 25
7.3 Plan van aanpak.........................................................................................................26
1
,HFST 1: MINDERJARIGHEID
1.1 Minderjarigen onder de hoede van meerderjarigen
Wettelijke Meerderjarigheid = 18 jaar
‘bekwaam tot alle handelingen van het burgerlijk leven’
= handelingsbekwaam (stemmen, contracten tekenen, huwelijk, aansprakelijk voor daden,…)
Minderjarigen = personen die de leeftijd van de meerderjarigheid nog niet hebben bereikt (geen
stemrecht, geen proces opstarten, niet zelf verblijfplaats kiezen, leerplicht)
Minderjarige aanhankelijke positie van meerderjarige:
- huis, opleiding, opvoeding, verzorging, …
Meerderjarige of ‘wettelijke vertegenwoordiger (ouder/voogd):
- recht en plicht om op te voeden
- recht op persoonlijk contact met kind (na echtscheiding)
- plicht om te voorzien in levensonderhoud
- tot na de 18e verjaardag
Seksuele meerderjarigheid:
- vanaf 16 jaar
- enkel strafbaar i.v.m. misbruik (geen toestemming/intrekking toestemming)
- tussen 14 en 16 indien leeftijdsverschil niet meer dan 3 jaar niet strafbaar
- geen toestemming bij voyeurisme, verkrachting of seksuele afpersing
Voogdijschap:
voogd wordt aangesteld wanneer beide ouders:
- gestorven zijn
- wettelijk onbekend zijn (bv. gestorven moeder + onbekende vader)
- zich in de ‘voortdurende onmogelijkheid’ bevinden om het ouderlijk gezag uit te oefenen (bv.
verslavingen, zware psychische/lichamelijke problematiek van lange duur), juridisch)
Voogd:
- heeft geen onderhoudsplicht
- is niet burgerrechtelijk aansprakelijk voor evt. schade die kind aanricht
1.2 Het Kinderrechtenverdrag
Begin 20e eeuw: kinderbeschermingswetten: ‘aparte categorie waar we speciale aandacht aan
dienen te besteden’
Na WO1: Internationale optekening rechten kinderen in ‘Verklaring van Genève’
1959: ‘verklaring voor de rechten van het kind’ goedgekeurd door VN
1979: ‘Internationaal jaar van het kind’ 20e verjaardag van deze verklaring
1989: Verdrag voor de rechten van het Kind (VN)
1991: ratificatie (bekrachtiging) van verdrag rechten v.h. kind (België 1992),
Kinderrechtencommissariaat waakt over toepassing en uitvoering
Laatste decennia: aandacht voor rechten van kinderen toegenomen
(exacte data niet kennen, chronologie wel)
Voorzieningsrechten (provisie):
- zaken/diensten die kinderen nodig hebben om op te groeien in optimale omstandigheden
- bv. recht op veilige leef- en speelplek, gezondheidszorg, educatie
2
, Participatierechten:
- voorwaarden die regelen dat kinderen voor zichzelf kunnen opkomen
- bv. recht om gehoord te worden, vrije meningsuiting, toegang tot informatie
Beschermingsrechten (protectie):
- voorwaarden die beschermen tegen schadelijke factoren voor ontwikkeling/Welzijn
- bv. recht op bescherming tegen mishandeling/kinderarbeid
Plichten:
- ouders: voeding, kleding, onderdak
- regeringsleiders: zorgen dat voorwaarden er zijn zodat ouders plichten kunnen nakomen,
degelijk onderwijs, uitgebouwd rechtssysteem
- kinderen: leerplicht
1.3 Minderjarigen in de jeugdhulp: DRM
DRM: Decreet rechtspositie van de minderjarigen in de jeugdhulp
- decreet = wet van gemeenschap (Vlaams/Waals)
- waarom: statuur van minderjarigen in de jeugdhulp vertoonde intersectorale verschillen
- doel: eenduidigheid verkrijgen + rechtspositie minderjarigen versterken
- 30 artikels
- hulp van meerderjarige nodig om rechten af te dwingen
- hulpverleners zijn best op de hoogte van de grote lijnen
Grote lijnen (krijtlijnen):
- belang minderjarige (bekwaamheid + mening) steeds voorop bij keuzes HV (kinderrechtverdrag
referentiekader voor decreet, andere keuze -> HV zet verantwoording in dossier minderjarige)
- recht op dossier, bijgestaan worden
- recht op respect voor het gezinsleven
- recht op inspraak en participatie (mee vergaderen)
- inzagerecht in dossier + klachtrecht
- recht op jeugdhulp indien beschikbaar (zelf niet geschikt: doorverwijzing gepaste hulp, recht op
hulp impliceert niet het opzij zetten van andere rechten bv. school, vrijetijdsbesteding)
- recht op bijstand (iemand naar keuze die het kind in vertrouwen neemt, geen leerkracht,
iemand met beroepsgeheim, HV, niet betrokken met dossier)
- recht op duidelijke informatie (leeftijdsadequaat, spontaan, aard en duur van hulp, afspraken,
rechten, plichten, HV kan oordelen dat kind niet alles moet weten)
HFST 2: VERONTRUSTENDE OPVOEIDINGSSITUATIES (VOS):
2.1 Wat is een VOS?
Definitie:
Een problematische leefsituatie die de ontwikkeling van de minderjarige bedreigt waarbij de
integriteit, gezondheid en/of veiligheid van een minderjarige in gevaar komt.
- opvoedingsproces waarbij de wisselwerking tussen ouder en kind faalt
- oorzaken: bijzondere gebeurtenissen, rationele disputen, leefomstandigheden
Term ‘verontrustend’ is subjectief (in ouder-kind relatie, schoolse evolutie, pedagogische
bekwaamheid, materiele omstandigheden, …)
3