INLEIDING: ACHTERGROND & WETTELIJK KADER
Financiële rapporteringen (enkel EU!) (NK)
• 4e EU boekhoudrichtlijn in 1978 = statutaire vennootschappen (individuele)
• 7e EU boekhoudrichtlijn in 1983 = groepsrichtlijnen
• Laatste EU boekhoudrichtlijn in 2013 = voor de 28 lidstaten
• België richtlijn dec 2015, Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) = 1 mei 2019
→ voor Belgische niet-beursgenoteerde vennootschappen
→ grootste zijn met minste, en moeten meest toelichting geven
→ IFRS-normen = international financial reporting standards (2005)
→ IFRS voor SMEs = small and medium sized interprises
geen IFRS in België,
wel andere EU-landen
→ IFRS voor SMEs
→ kleinste zijn met meeste, en moeten minst toelichting geven
Wetgeving --> jaarrekening (NK)
• Jaarrekening = rapport dat vennootschap jaarlijks moet voorleggen
• Beperkte aansprakelijkheid = jaarrekeningcijfers vindbaar op nbb website (kapitaal vennootschap)
• Onbeperkte aansprakelijkheid = jaarrekening niet moeten neerleggen/publiceren, want eigen
verantwoordelijkheid, geen bescherming, privébezit om schulden te betalen (kapitaalloze vennootschap)
a) het Wetboek van economisch recht (WER)
• Een onderneming is:
i) iedere natuurlijke persoon die een beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige;
ii) iedere rechtspersoon; (soorten vennootschappen)
iii) iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid (vereniging) → boekhoudrecht
• Een boekhoudplichtige onderneming is:
i) iedere natuurlijke persoon die in België een beroepsactiviteit uitoefent als zelfstandige
ii) iedere rechtspersoon naar Belgisch recht
iii) iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid naar Belgisch recht
b) het KB van 21 oktober 2018 (WER aan de koning, soort samengevat)
= KB WER
c) het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) → jaarrekeningrecht
→ zegt dat boekjaar maximaal 24 maanden min één dag mag duren
d) het KB van 29 april 2019 (WVV aan de koning, soort samengevat))
= KB WVV
model van de jaarrekening
• Microvennootschappen MOGEN microschema
• Niet-beursgenoteerde Kleine vennootschappen MOGEN verkort schema
• Wel-beursgenoteerde Kleine vennootschappen + grote vennootschappen MOETEN volledig schema
1
,Jaarrekening en de grootte van vennootschappen
Schema dat de onderneming moet neerleggen, hangt af van de grootte
(ku bv: structuur van moeder-dochtervennootschap ku zeggen welke structuur ze moet en mag neerleggen)
België: vennootschappen BELGISCHE CRITERIA KENNEN
Als meer dan 1 van de criteria overschreden wordt,
hoor je bij de volgende categorie
(bv micro maar 11 man en 750.000 omzet --> kleine)
→ micro is een kleine die geen moeder of dochter
vennootschap kan zijn en moet geen jaarrekening
publiceren
→B maakt geen verschil tussen middelgroot en groot
België: groep van vennootschappen BELGISCHE CRITERIA KENNEN
Vennootschappen samen met moeder en
dochtervennootschappen = ‘groep van beperkte omvang’
= GEEN JAARREKENING PUBLICEREN
als méér dan 1 van de criteria overschreden wordt
= WEL JAARREKENING PUBLICEREN
+ ook elk individuele jaarrekening neerleggen (maar dus ook 1 als groep)
1) moedervennootschappen worden op geconsolideerde basis berekend (= financieel
samenvoegen van bedrijven, zo overzicht over financiële staat van een groep van ondernemingen die bij elkaar
horen = som van de hele groep, maar min de dubbeltelling (= intracompanytransacties)) om te weten wat
ze enkelvoudig moeten neerleggen
→ geconsolideerd cijfer vergelijken met: moeder kan geen
micro zijn!
CIJFERS KENNEN
2) of cijfers aggregeren, en cijfers van balanstotaal en netto omzet met 20% verhogen (omdat de
dubbeltelling er niet wordt uitgehaald) = vereenvoudigde methode
→ vennootschap mag zelf methode kiezen (ookal hebben ze via berekening andere uitkomst!)
→ dochtervennootschappen worden niet via deze uitzonderingen berekend (behalve als ze zelf ook een
moeder zijn), ze worden op enkelvoudige basis bekeken
TWEE ACHTEREENVOLGENDE BOEKJAREN
→ info uit boekjaar 1 & 2, zorgt ervoor dat je weet wat je in boekjaar 3 bent
→ méér dan 1 criteria overschrijden, zorgt pas voor verandering van vennootschap als dit 2jaar na elkaar
gebeurt
bv jaar 6 en 7 zijn opeenvolgend,
dus micro --> klein
2
,• VOORBEELD 1
vraag 1) Welke statutaire jaarrekening?
Moeders bekijken op geconsolideerde basis = M & D1
→ 26, 22 en 79 overschrijden criteria --> groot
D2 individueel bekijken
→ 10en 6 overschrijden criteria --> groot
D3 individueel bekijken→ geen overschrijden --> klein
DD1 individueel bekijken → geen overschrijden --> klein
Vraag 2) moet deze groep een geconsolideerde rekening neerleggen?
→ 26, 22 en 79 overschrijden maar 1 criteria, dus NEEN
Vraag 3) fiscaal groot of klein?
→ iedereen geconsolideerd bekijken: meer dan 1 overschrijden = fiscaal groot
→ 26,22 en 79 overschrijden alle criteria
• VOORBEELD 2 zie ppt
HOOFDSTUK 2: ALGEMEEN AANVAARDE BOEKHOUDPRINCIPES (kunnen linken aan voorbeeld)
• Grondslagen
→ ondernemingsentiteit: welke groep van welke vennootschap ben ik?
→ uitdrukking in geldwaarde: cijferwaarde in jaarrekening in euro (sommige sectoren in dollar)
→ bestendigheid: op consequente manier cijfers rapporteren, anders teveel beweging id cijfers
→ continuïteit: draaiende onderneming die zonder problemen eerste 2jaar leveranciers kan betalen, anders gevolgen voor
waarderingsregels
realisatiewaarde is lager dan waarde van aankoop van de middelen (gebouw, voorraad, wagen, …)
• Vaststellen gebeurtenissen
→ verantwoordingstukken: moeten allemaal geregistreerd worden
→ volledigheid: geen ontbrekende stukken
→ niet-compensatie: alles BRUTO opnemen, geen netto = niet elimineren (alle gebeurtenissen noteren, geen automatisch
doorrekenen)
→ matching principe: alleen kosten en opbrengsten die overeenstemmen met dát boekjaar in rekening brengen
• Vaststelling waarde
→ individuele waardering: waarde van elk middel id vennootschap kennen (gebouw, wagen, voorraad,)
→ voorzichtigheid: transacties met buitenland veranderen de wisselkoers, potentiële kosten boeken om voorzichtig te zijn,
potentiële opbrengsten NIET boeken omdat het nog niet is gerealiseerd
→ objectiviteit: waarde wordt niet door jezelf bepaald, maar door specifieke mensen
→ relevantie: moet relevant zijn
• Rapportering
→ periodiciteit: 1 keer per jaar, mag ook meer, maar wees frequent
→ vergelijkbaarheid:
→ getrouw beeld: moet een waar en getrouw beeld zijn (bv geen spookvennootschappen in ander land)
3
, HOOFDSTUK 1: BALANSMETHODE
ACTIVA = aanwendingen met vermogen PASSIVA = bronnen van vermogen
Oprichtingskosten
Vaste activa = zaken die je lang gaat gebruiken Eigen vermogen
Bv: gebouw, wagen, …
Vlottende activa = voorraden Vreemd vermogen = schulden
Voorzieningen en uitgestelde belastingen =
toekomstige schulden
REGISTRATIE VAN DE TRANSACTIES (jaar 0)
VERRICHTING 1 = geld van zichtrekening,
inbrengen in vennootschap
VERRICHTING 2 = investeren in machine
10.000
= uitgave (geen kost!)
VERRICHTING 3 = aangaan lening van
375.000
= schuld
VERRICHTING 4 = investeren gebouw
van400.000
= uitgave
4