Inleiding tot fiscaliteit
Examen: Aanslagjaar 2024, Open vragen (toepassing) en meerkeuzevragen
zonder giscorrectie, oud rekenmachine zonder geheugen meebrengen
Deel 1: PB (zie extra oefeningen online)
Wie is onderworpen aan PB? (Art.3 en 4 WIB)
o Rijksinwoners
Wettelijke vermoedens om inwoner te zijn van België (Art2
WIB)
Inschrijving in het rijksregister (tegenbewijs is
toegelaten, je kan dit weerleggen)
Voor gehuwden en wettelijke samenwonenden: plaats
waar het gezin is gevestigd (geen tegenbewijs
toegelaten)
o Diplomaten die België vertegenwoordigen in het buitenland.
o Personele territorialiteit -> Woonplaats of zetel van fortuin (waar het
fortuin wordt beheerd). (Art 2, § 1 WIB)
Is van toepassing op PB, Ven.B en RPB
Gevolg: Belast op Wereldwijd inkomen (Art 5 WIB)
Kans op dubbele belasting, remedies:
o Bilaterale verdragen tussen landen
Verdeling van belastingbevoegdheid voor
verschillenden soorten inkomsten
Woonplaats versus bronstaat
Je verkrijgt dan een vrijstelling met
progressievoorbehoud (Art 155 WIB)
o Eenzijdige maatregelen van België (Art 156 WIB)
Tegenovergestelde is zakelijke territorialiteit, wat van
toepassing is op buitenlanders: enkel belast op in België
inkomen.
Gemeenschappelijke aangifte of alleenstaande?
o Wie is (fiscaal) alleenstaand? (Art126/127 WIB)
o Gemeenschappelijke aangifte, maar sinds AJ 2005 twee
afzonderlijke berekeningsgrondslagen (Art127 WIB)!! (DECUMUL)
want anders zou progressieve belasting zeer hoog zijn.
o Onroerend, roerend inkomen en diverse inkomsten (met
uitzondering van ontvangen onderhoudsgelden) van minderjarige
kinderen worden gevoegd bij de inkomsten van de ouder(s). (Art
126 § 4 WIB) Dit zijn geen bestaansmiddelen meer voor het kind om
te bepalen of het kind fiscaal ten laste is.
Beroepsinkomsten en onderhoudsgelden moeten op naam
van het kind worden aangegeven en zijn wel
bestaansmiddelen.
Belastbaar tijdperk en AJ?
o Belastbaar tijdperk (BT) : in de PB het kalenderjaar waarin de
belastingplichtige belastbare inkomsten heeft behaald
o Aanslagjaar (AJ) : vestiging van de belasting gebeurt gekoppeld aan
een AANSLAGJAAR
In P.B. = jaar volgend op het BT (BT 2023=> AJ 2024)
, o Uitzondering: BT = gedeelte van het kalenderjaar indien de gronden
voorbelastbaarheid geen volledig jaar aanwezig zijn.
Bij immigratie tijdens het kalenderjaar (AJ is het jaar na
belastbaar tijdperk)
Bij definitief vertrek naar buitenland (AJ valt samen met BT)
Gewone aangiftetermijn:
o Zie datum vermeld op het aangifteformulier
o +/- 30 juni van het aanslagjaar (papieren versie)
o +/- 15 juli van het aanslagjaar (Tax on web)
o +/- in het najaar voor wie een aangifte indient:
die volgende inkomsten bevat: winsten/baten,
bedrijfsleidersbezoldigingen, bezoldiging meewerkende
echtgenoot en/of buitenlandse beroepsinkomsten
of via mandataris aangifte laat doen
Korte samenvatting van PB:
1. Onroerende inkomsten
Onroerende goederen: gronden, garages, magazijnen, woningen,
winkels, ..
o Ze moeten behoren tot het privévermogen (buiten de uitoefening
van een beroepsactiviteit)
Inkomsten uit onroerende goederen: Fictief huurinkomen, werkelijk
huurinkomen, erfpacht- of opstalvergoeding, …
o Onderscheid volgens:
De aard (gebouwd/ongebouwd)
Het gebruik (verhuurd/niet-verhuurd/beroep of privé)
o Meerwaarde gerealiseerd bij verkoop zijn GEEN onroerende
inkomsten (geen periodieke opbrengst).
Bij wie belastbaar? (Art 11 WIB)
o A rato van het eigendomsaandeel (van hoeveel % ben je eigenaar)
Wie een OG in naakte eigendom heeft moet dit niet aangeven
Bij gehuwden en wettelijke samenwonenden die gezamenlijk
belast worden moet er een onderscheid worden gemaakt
naargelang het toepasselijk vermogensstelsel (P84 cursus)
, VB: Jan en An hebben, naast de gezinswoning die
volledig afbetaald is, samen nog de volle eigendom van
een bijkomende woning die door het koppel gedurende
heel het jaar verhuurd wordt aan een gepensioneerd
echtpaar dat er louter in woont. Jan is voor 25%
eigenaar van die woning en An voor 75%.
Wat met OG die toebehoren aan kinderen?
o Tot 18J: aan te geven bij de ouders (ouders hebben het wettelijk
genot)
o Vanaf 18j: aan te geven op naam van het kind.
Wat bij verandering van eigenaar tijdens het BT? (verkoop, erfenis,
schenking, ..)
o Moeten van dag tot dag bekijken:
Wat bij verandering van bestemming tijdens het BT? (eerst privégebruik
dan beroeps)
o Het OI moet proportioneel op dag basis worden opgesplitst
naargelang van de bestemming.
Belastbare onroerende inkomsten:
o Uitgangspunt:
belastbaar bedrag verschild naargelang de aard en of het
gebruik
Kadastraal inkomen: Geschat – gemiddeld – normaal –
nettoinkomen van één jaar op bepaald referentietijdstip
(1975 * revalorisatiecoefficient (p3226 Art 1 KB/WIB) =
de basis van inning van onroerende voorheffing en in
sommige situaties in de BP voor OI.
en/of de huurinkomsten
Woningen moeten worden aangegeven door de
belastingplichtige
In België binnen de 30 dagen
Buitenlandse: binnen de 4 maanden
VB: P88 cursus
o Eigen woning is vrijgesteld van PB (Art 12 § 3 WIB)
, Deel betrokken door andere personen komt niet in
aanmerking, ook niet deel dat wordt gebruikt voor
beroepsdoeleinden van de belastingplichtige of van één van
zijn gezinsleden.
Vrijstelling geldt wel nog wanneer de eigen woning niet
bewoond kan worden om talloze redenen:
Verbouwingen, contractuele belemmeringen wanneer
je een verhuurd gebouw koopt en je nog niet direct er
in kan wonen, beroepsredenen wanneer grote afstand
van werk is waardoor je tijdelijk ergens anders
overnacht, sociale redenen zoals naar serviceflat gaan,
….
Voorwaarden van de “eigen woning”:
Slechts 1 woning (bekeken op dagbasis), indien meer
dan 1 woning in aanrekening komt:
o Fiscale woonplaats primeert
o Als de BP één woning betrekt en een andere niet
omwille van op vorige slide opgesomde
uitzonderingen → zelf betrekken van de woning
primeert
o Belastingplichtige betrekt geen enkele woning:
hij maakt keuze die definitief is tot hij een
woning zelf betrekt of de aangeduide woning
niet langer bezit.
Onroerende voorheffing moet wel nog betaald worden (is
geen deel van PB).
o Niet verhuurd gebouw dat niet de eigen woning is: O.I. =
Geïndexeerd KI x 1,4
(Art 7 1° WIB)
o Beroepsgebruik eigenaar: geen belastbaar O.I., het inkomen wordt
geacht te zijn begrepen in de inkomsten van de
beroepswerkzaamheden
o Verhuring aan een privé persoon voor niet beroepsmatig gebruik:
O.I. = geïndexeerd KI x 1,4 (Art 7 2° WIB)
o Andere verhuring:
Verhuurd aan natuurlijke persoon die het OG geheel of
gedeeltelijk voorzijn beroep gebruikt
Verhuurd aan een vennootschap
Verhuurd aan een rechtspersoon (andere dan de hierop
volgende)
O.I. = (huurprijs + voordelen) – 40% kosten
Maximum aftrekbare kost = K.I. x 2/3 x 5,37
revalorisatiecoëfficiënt (Art 7 2° c WIB)
Minimum belastbare basis (= de huurprijs + voordelen) =
geïndexeerd K.I. x 1,4 (Art 13 WIB)
o Verhuring aan een rechtspersoon/niet vennootschap voor
doorverhuur aan particulier die er uitsluitend in woont:
O.I.=geïndexeerd K.I x 1,4 (Art 7 2° bbisWIB