2. De metaforen voor vertalers en vertalers
2.0
D.m.v. metaforen krijgen we een beter inzicht in hoe vertalen wordt gepercipieerd, wat
vertalen concreet is, hoe vertalers dat ervaren, maar ook door mensen die vertalingen lezen,
beoordelen. Of ze dat zien als iets positiefs of negatief. Sluit aan bij eerste thema. Je ziet
verschillende metaforen:
“Traduttore traditore.”
“Vertalers zijn bruggenbouwers in een geglobaliseerde wereld.”
“Translation is painting by numbers.”
“Vertalen is als schoonmaken. Je ziet het alleen als het niet of heel slecht is gedaan.”
“Translation is like toilet paper. Nobody thinks about it until they need it.”
Je merkt gelijk de connotatie.
Wat is een metafoor? Vorm van beeldspraak, die berust op betekenisoverdracht tussen
twee termen, vergelijking zonder vermelding van de overeenkomst en van het
vergelijkingspartikel.
Expliciete metaforen: Zowel het vergeleken als het vergelijkende zit in een zin. Bv. Het kind
is een engel, niet letterlijk, er wordt mee bedoeld dat het kind zo lief als een engel is.
Impliciete metaforen: Iets waarmee het vergeleken is, daar waar een beeld op terugslaat
wordt genoemd. Bv. Het schip der woestijn. Welk beest bedoelen ze in de metafoor? Een
kameel.
Metafoor is een vergelijking zonder dat er exact wordt gezegd wat er nu precies de
overeenkomst is tussen het vergeleken en het vergelijkende. Bv. Het kind is een engel.
Er wordt niet gezegd wat de overeenkomst is tussen het kind en de engel.
Het vergelijkingspartikel als zoals, gelijk niet in de metafoor staat, “Translation is like toilet
paper” is eigenlijk geen echte metafoor.
2.1 Verband tussen vertalen en metaforen
Er bestaat een nauw verband tussen vertalen en metaforen. Hier zijn 3 redenen voor:
1. Etymologisch verband:
Op etymologisch vlak, de oorsprong van het woord. In de meeste westerse talen integreert
het werkwoord een bepaalde betekenis, nl. overdracht. Nederlands is één van de weinige
westerse talen die dat niet doet. Vertalen integreert “taal” in ons werkwoord, bij andere
westerse talen, zoals: übersetzen, translate, traduire, traducir, transfer. In die talen zie je dat
taalaspect niet terug. Wat wel voorkomt is dat al die werkwoorden afgeleid zijn van het
voltooid deelwoord translatus, dat is het voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord
transfer (= verplaatsen of overdragen), het zelfstandig naamwoord van translatus is
translatio, deze vormen komen uit het Grieks, van het zelfstandig naamwoord metaphora,
dat afstamt van het Griekse werkwoord methaphero, wat “overbrengen” betekent. In het
Grieks betekent methaphora hetzelfde als bij ons, nl. het stijlfiguur, beeldspraak. Maar de
initiële betekenis was overbrengen, iets transporteren van de ene plaats andere de andere
maar ook door de tijd. Het heeft dus 2 betekenissen, maar de stambetekenis van metaphora
is het transporteren van iets van de ene plaats naar een andere plaats gedurende de
tijdsperiode. Translatio is gerelateerd is aan vertaling, de overdracht van boodschappen van
teksten, ene andere, translatio werd als eerste gebruikt in de Romeinse Oudheid voor
ruimtelijke verplaatsing van heilige objecten die vereerd werden; beenderen van heiligen,
,bisschoppelijke zetel… werd van de ene plaats naar de andere gebracht en daarvoor
gebruikten ze het woord translatio. In de loop der tijd gingen ze het ook meer figuurlijk
gebruiken, niet langer over overbrengen van materiële religieuze zaken, maar immateriële
zaken, overdracht van macht, van religieuze sfeer naar politieke sfeer, culturele sfeer,
intellectuele sfeer. Het werden nu ideologische culturele aspecten. Translatio imperii et studii
sluit mooi aan bij die 2 betekenissen. Dit concept is ontstaan in de middeleeuwen, gebruikt
om continuïteit aan te duiden tussen verschillende beschavingen, van de Griekse
beschaving naar Romeinse beschaving, van Romeinse beschaving naar Westerse
beschaving, de Franse en de Duitse, bv. het Heilige Roomse Rijk met keizer Karel.
Translatio imperii duidt op het imperium, politieke macht, ging samen met de overdracht van
een intellectueel patrimonium, dit concept impliceert dat een beschaving altijd een zeker
gezag met zich meebrengt dankzij de vorige beschaving die daaraan vooraf gaat, de
Romeinse beschaving krijgt zijn politieke macht en zijn intellectueel patrimonium van de
vorige beschaving, de Griekse beschaving, dat is wat ze bedoelen met translatio imperii et
studii, wat betekent overdracht van macht en kennis. Nadien wordt translatio gebruikt als iets
materieels, niet religieus maar teksten, de tekstuele overdracht van hoe wij dat ervaren.
Translatio imperii et studii kom je in sommige momenten tegen in combinatie met andere
betekenissen. Bv. de opkomst van het Heilig Roomse rijk, de overgang van het machtblok
van de Griekse beschaving naar de Romeinse beschaving, zie je een hele boel
vertaalactiviteiten, bv. in de renaissance, westerse rijken die opkomen, enorme stimulant
voor vertaalactiviteit, niet alleen vraag naar vertaling, tekstuele transfer maar je ziet ook een
translatio imperii et studii, de macht verschuift, de gezaghebbende culturen worden anders.
Wij zijn egocentrisch bezig als wetenschappers: We hebben moeite om over de grenzen van
ons eigen continent heen te kijken, vaak hebben we dit niet door, maar het is wel zo.
Metaforen komen vooral voor in de westerse vertaaltheorieën, je vindt ze veel minder in bv.
de Aziatische, Afrikaanse en Arabische vertaalwetenschap, omdat in die talen, de link met
metafoor, helemaal niet bekend is. Het stamt niet terug op metafoor, op het Griekse
metaphora.
Arabische woord voor vertalen: tarjama: In de Middeleeuwen betekende dit woord biografie:
In die tijd hielden vertalers zich vooral bezig met het vertalen van teksten over het leven van
heiligen, dat is de link met biografie, wat zij deden was meer vertellend vertalen, het had een
narratief karkater, een beschrijvend karakter.
Later gaan we zien dat tarjama eerder interpreteren, verduidelijken betekent. De tweede
betekenis van vertalen in de Van Daele is ook duiden, toegankelijk maken van een tekst voor
een nieuw publiek.
Waarom verschoof die betekenis van vertalen in die periode, omdat die vertalers zich
eerst bezig hielden met religieuze teksten, biografische teksten, gingen zich toeleggen op
wetenschappelijke teksten, filosofische teksten, die voornamelijk uit de Griekse filosofie
kwamen. Zij probeerde die teksten in de werkelijkheid te verduidelijken, het bruikbaar te
maken voor hun nieuwe publiek, het Arabische publiek, die moesten dat uitleggen, maar
bepaalde werkelijkheden die beschreven werden, werden in de Arabische wereld toch
anders ervaren. Ze moesten meer uitleg toevoegen. Tarjama heeft een veel narratiever
karakter, een beschrijvend, vertellend, uitleggend karakter. Het toevoegen van informatie,
eventueel het weglaten van informatie. Iets wat je niet terugvindt in de initiële betekenis
van vertalen binnen de westerse vertaaltheorie. Je ziet dat de link met metaforen compleet is
verdwenen.
Etymologische link tussen vertalen en metaforen is compleet afwezig buiten de
westerse wereld.
2. Conceptueel verband:
Zowel vertalen als metaforen hebben beiden een binaire structuur, (vertalen kan nooit
bestaan zonder BT, ontleend zijn vertaling/metafoor impliceert een vergelijking tussen 2
delen beiden een tweedelige structuur) en impliceren een bepaalde beweging (metafoor
maakt 2 dingen die toch wel verschillend zijn één.) hoe zit dit dan bij vertaling? Is toch 1
, tekst? Er komen geen 2 dingen samen? Het verschil met BT en de doelcultuur, ook dat moet
je samenbrengen in één tekst.
Rainer Guldin noemt ze dan ook “double agents”. (sluit aan bij de binaire structuur) Ze zijn
taalkundig correct maar toch bevreemdend. Metaforen zijn een onderdeel van je eigen
taal maar voelen vreemd aan, omdat ze zaken die van elkaar verschillen toch aan elkaar
gaan koppelen. Vertalen geeft ook enerzijds blijk van getrouwheid aan het anderstalig
origineel, anderzijds moeten ze voldoen aan de eisen en verwachtingen van de doelcultuur.
Bv. het schip der woestijn metafoor voor kameel, is vreemd, er is geen water in de
woestijn, en toch is het tot zekere zin aanvaardbaar, kameel is transportmiddel in de woestijn
schip deint, kameel ook, het is logisch. Zowel vertalingen als metaforen zijn double agents,
wat zelfs bij vertalingen heb je soms dat bevredigende. Je weet dat het eigenlijk een tekst is
die niet origineel geschreven is in het Nederlands, het zijn andere fenomenen dus soms ook
andere termen, en toch willen jullie vertalingen als originele teksten, je wil niet merken dat
het een vertaling is.
Vertalen is altijd metaforisch en elke metafoor is een vertaaloperatie. Vertalen is een
metafoor voor die BT. Elke metafoor is ook een vertaaloperatie, probeer dat wat verschillend
is, toch gelijkend te maken.
3. Gebruik in wetenschap (en in maatschappij)
Er worden heel veel metaforen gebruikt in de vertaalwetenschap. Zowel in de literatuur
van de vertaalwetenschap vanaf de jaren ’60 (1960 vertaalwetenschap officieel geboren),
pre-disciplinaire vertaaltheorie. In beiden literaturen vindt je veel metaforen terug over
vertalen, uniek voor de vertaalwetenschap. Wij gebruiken dagelijks metaforen.
Metafoor is een middel dat inzicht verschaft in de wereld om ons heen. (Lakoff &
Johnson, 1980). Translation is primarily a metaphorical operation in its bringing together of
difference and … all metaphor is fundamentally a translational operation (Cronin, 2005).
Wij denken over metaforen, omdat wij zo de werkelijkheid beter kunnen begrijpen, we
kunnen van complexe zaken achterhalen wat ze daadwerkelijk betekenen. Bv. Tijd:
gebruiken wij metaforisch. “Tijd is schaars. Tijd is geld. Die film was mijn tijd niet waard.”
Tijd wordt een economische waarde toegekend. Om aan te geven dat het een schaars
goed is, dat je er niet veel van hebt en er zuinig mee om moet gaan. Door middel van
metaforen proberen we die complexe concepten nog meer te begrijpen.
“Het noodfonds is meer een waterpistool dan een bazooka.” (Duidt op de economische
crisis in Europa.) wilt zeggen dat het niet erg krachtig is.
Wordt veel gebruikt in de wetenschap:
1) Complexe materie aan leken uit te leggen, in begrijpelijke taal (doen ze vooral
voor popularisering van wetenschappelijke inzichten): Bv. Kinetische gastheorie
(heeft te maken met de beweging van moleculen in gas): “Moleculen zijn tegen elkaar
botsende biljartballen.”
2) Manier om hetzelfde studieobject anders te benaderen: Bv. Vertalen is imiteren.
(je legt de nadruk op het verschil of de overeenkomst tussen de BT en de DT) Of
“Vertalen is bruggen bouwen.” Dan gaat het niet meer over tekst, maar de doelcultuur
in relatie tot de broncultuur. Je probeert een iets andere visie te genereren.
MAAR: Een metafoor brengt een risico met zich mee.
Aangezien een metafoor een manier is om heel veel informatie in beperkt lexicaal materiaal
te bundelen, wilt dat zeggen dat een metafoor een volledig beeld kan geven van het
studieobject. De manier waarop wij over een studieobject nadenken, of hoe we dat
beschouwen, bepaald de metafoor die we kiezen om over het studieobject te praten. Die
keuze van die metafoor die bepaald weer wat de andere verbanden zijn die we gaan leggen.
Die zullen daar allemaal verband houden met die metafoor.