Bestuurskunde
inleiding
bestuurskunde is de studie van de organisatie en werking van het
openbaar bestuur (overheid)
openbaar bestuur: voorbeelden
federaal overheid: FOD buitenlandse zaken, FOD financiën, RIZIV, FOD
mobiliteit, federale politie, defensie, Bpost, NMBS
Vlaamse overheid: VDAB, Departement werk en sociale economie, OVAM,
De lijn
lokale overheid: Stad Leuven
intercommunale samenwerkingsverbanden: IOK (afvalophaling), lokale
politie
provincies:
Waarom is een aparte studie van het openbaar bestuur nodig?
Wat is het verschil met een privaat bedrijf?
private bedrijven eerder winstgevend, openbare besturen minder
winstgevend
Hoofdstuk 1 – introductie tot de bestuurskunde: sferen
in de samenleving
2. Vier sferen, vanuit het individu bekeken
bestuurskunde vormgeving van de samenleving en welke rol de
overheid hierin speelt
de 4 sferen = bouwblokken van de samenleving
--> geheel van alle sferen en hun onderlinge relaties bepaalt hoe een
samenleving in elkaar zit en hoe burgers deze samenleving ervaren
,2.1 De sfeer van de gemeenschappen:
private sfeer: hoe mensen met andere mensen relaties aangaan
--> horizontaal en machtsvrij + rechten en vrijheden
MAAR: rechten en vrijheden worden grotendeels door de staat bepaald
+ er is geen dwang aanwezig (in theorie) – dagelijkse leven kan de het wel
dwingend zijn (Covid 19)
M/V/X
superdiversiteit (mensen hebben andere achtergrond, dan aantal
decennia geleden)
kenmerken: liefde, vrijwilligheid, loyalty
2.2 de sfeer van de staat, overheid, openbaar bestuur:
= alle overheden en hun instellingen
‘overheden’ : politiek systeem op al deze niveaus
wetgevende uitvoerende en rechterlijke macht = sfeer van de staat
- nagenoeg voor alle belangrijke zaken kom je in aanmerking met de staat
dwang overheid kan dwingende maatregelen opleggen die iedereen
moet volgen
uiterste vorm = vrijheidsberoving
voice, stem mensen hebben ook een stem/ kunnen hun stem gebruiken
complex iets
er is ooit geen staat geweest vorsten bezitten grond en mensen leven
daarop
NIEUWE TIJD: ontstaan nationale staten (19de eeuw)
Europese Unie grote instellingen boven de staten
= overheid kan zeer veel verschillende vormen aannemen
KUL is een VZW
treden een stukje op als overheid
= verhouding studenten en KUL is publiek (werkt als overheid)
= verhouding tussen proffen en KUL is privaat (werkt niet als overheid)
In theorie: legitimiteit (hebben burgers voldoende vertrouwen in de
overheid)
deels wantrouwen is een goede geest maar moet ook vertrouwen
hebben zodat ze toch hun zin kunnen doen
scheiding der machten
natuurlijke neiging tot corruptie hierdoor moet er scheiding der
machten zijn = opdelen in bepaalde functies en ervoor zorgen dat die niet
door dezelfde hand worden uitgeoefend
verschillende bestuursniveaus
2.3 de sfeer van de markt:
verhoudingen die functioneren via vraag en aanbod
,--> burger wordt vooral gezien als klant
--> functioneren vooral bedrijven en profitorganisaties
(ruilrelatie) (exit: als je niet content bent van een leverancier, ga je naar
een andere)
2.4 de sfeer van de civil society:
= het maatschappelijk middenveld --> organisaties opgericht door burgers
waar zich verenigen
steunt vooral op vertrouwen van de burgers
belang is meervoudig
1) individueel sterker maken
2) samenwerking met andere mensen (empowerment)
--> oefent druk uit op de markt alles op een ethisch correcte manier
aanpakken
--> civil society: organisaties die maatschappelijke doelen nastreven door
groepsvorming
oud middenveld: vakbonden, gezinsbond
nieuw middenveld: organisaties die inspelen op nieuwe maatschappelijke
problemen
(opvang van asielzoekers, natuurpunt)
Toepassing op COVID 19:
markt: productie van mondmaskers, vaccins ontwikkeld
staat: dwingende regels maken die de burgers moeten volgen (lockdown)
gemeenschappen: initiatieven voor gezinnen die erg kwetsbaar waren
civil society: woonzorgcentra
2.5 De staat en de andere sferen:
grote impact op de private sfeer – beperkt of verruimt de vrijheden
van de mensen
BELANGRIJK: dat we de staat kunnen controleren en ter verantwoording
roepen
democratische systemen: perken we de macht bewust in
autoritaire regimes: instrument van de machthebbers
grote impact op de markt – bepalen alle regels waaraan de private
markt zich moet houden
--> soms worden private bedrijven ingehuurd voor overheidsdiensten =
grens tussen sferen
staat werkt zeer intens samen met het middenveld – diepe sociale
wortels
2.6 De markt en de andere sferen
markt heeft grote impact op de private sfeer: werkindelingen
bepalen ons dagritme en bepalen wanneer je vrije tijd hebt + invloed op
wat we kopen (reclame)
--> bedrijven lobbyen voor hun belangen + overheden onder druk zetten –
constante stroom van beïnvloeding
, markt impact uitoefenen op het middenveld: sectoren komen op
voor hun belangen
--> middenveldorganisaties kunnen gaan concurreren met elkaar =
verschuiving naar de marktsfeer (VB: concurrentie tussen de
ziekenfondsen)
2.7 Tijd en ruimte: de context maakt en verklaart verschil
verschil in ruimte: afhankelijk van geschiedenis + ideologische
klemtonen is de staat groot of eerder klein
dynamiek in tijd: in verschillende tijdzones andere sferen
(VB: voor de muur – staat bezit alle sferen in de SU, na de muur – van een
staat is weinig spraken)
ideologieën: elke ideologie maakt het schema anders en legt andere
klemtonen, de ene ideologie vindt relatie man en vrouw een private
kwestie terwijl de andere dit publiek vindt
2.8 Basistermen
formeel en informeel: formeel duidelijke regels, informele regels die
daar bestaan
--> gemeenschap is informeel rest is allemaal formeel
profit en non-profit: organisaties in de markt streven winst na, niet
gericht op winst
privaat en publiek: staat = publieke organisatie, de andere zijn private
organisaties
3. Governance: arrangementen voor besturing
government: maatschappelijke problemen laten zich besturen door de
staat alleen of de civil society
governance: combinaties van verantwoordelijkheden en rollen met
mekaar verwerven en het is die verwevenheid die we governance noemen
– governance arrangementen
--> duidelijke evolutie in de bestuurskunde, vroeger enkel kijken naar de
overheid nu een verwevenheid van de 4 sferen door elkaar
Hoofdstuk 2: De bestuurskunde als discipline
1. Inleiding
- van een kunde voor et bestuurspraktijk naar een wetenschappelijke
kunde in het opzetten van een methodologisch verfijnd onderzoek dat
uitmondt in internationale publicaties
studieobject: openbaar bestuur
2. Definities van de bestuurskunde
Van Poelje (1942) – de bestuurskunde is de toegepaste wetenschap die
over het inrichten en leiden van de openbare diensten kennis verzamelt en
ordent