Kwantitatieve methoden in Pedagogisch onderzoek
Inleiding
Wat is methode?:
Zoeken naar het vinden en creëren van antwoorden op problemen.
o Gefundeerd evidence-informed handelen
Bron examenvragen: manier bedenken om iets wetenschappelijk te kunnen bewijzen.
Verband <-> Oorzakelijk verband (het ene is de oorzaak van het andere)
Interne validiteit: Gaat over de nauwkeurigheid van de conclusie dat de onafhankelijke
variabele effect heeft op de afhankelijke variabele binnen de context van het onderzoek
Externe validiteit: Gaat over de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten naar
andere settings, populatie en tijden
Methode (μετα – οδος)
Weg van probleemstelling naar het antwoord op het probleem
Zo kom je tot geldige kennis
o Methodologie
o Leer van wetenschappelijke methoden → geldige kennis
Academische opleiding → wetenschappelijk onderzoek staat centraal
o Activiteit: Onderzoek doen
o Competentie: het “bewijs” evalueren (t.g.v. kennisexplosie)
21st century skills
Wetenschappelijke geletterdheid
o Meer nadruk op onderzoek
Krantenartikels als examenvraag!! (dia 11)
Uit onderzoek blijkt dat…
Meer inzicht in stappen van onderzoeksproces.
Opdrachten: minder op inhoud, meer op onderzoeksproces.
Doelstellingen
Inzicht in de stappen van het onderzoeksproces in kwantitatief pedagogisch onderzoek
Theoretische kaders, literatuurstudies, onderzoeksvragen
Steekproeven
Methoden van kwantitatieve dataverzameling
Kwantitatieve onderzoeksdesigns
De structuur van een onderzoeksrapport
Opzoeken van wetenschappelijke literatuur
Correct omgaan met bronnenmateriaal (APA)
Motivering tot oplossing = belangijkste!
,Begeleidsactiviteiten
Hoorcolleges (mét lesopname) (11) (week 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 13)
Weblectures (1) (week 11)
Practica (3)
o Kwantitatieve dataverzameling (week 5-6)
o Onderzoeksontwerp (week 10-11)
o Oefeningen APA (week 11-12)
o Online module Bib + opdracht (week 2-5)
Tussentijdse toets (week 7 en 12) → 06/11 en 14/12
Evalutatie
BELANGRIJK OM VAK TE STUDEREN!
2 delen
ste
1 deel: gesloten boek (pen+ rekenmachine) (16 van de 20 punten)
Handboek
Colleges
Practica
o Meerkeuzevragen (4) giscorrectie + open vragen (4) op 4 punten
o Soorten open vragen:
Kennisvragen
Inzichtsvragen
Toepassingsvragen
2 begrippen uit de cursus uitleggen en illustreren met voorbeeld van
pedagogisch onderzoek
2e deel: open boek (4/20)
Je krijgt 8 bronnen en dan referenties maken
,Kwantitatief, kwalitatief en gemengd onderzoek (=3 paradigma’s)
Paradigma Onderzoeksdesign Methode
(Post) positivisme Experimenteel Test
Verklaren-toetsen Correlationeel Vragenlijst
Algemene wetten Gestructureerd
Kwantitatief
interview/observatie …
Interpretivisme/ Naturalisme, fenomenologie, Semi-gestructureerde of
Constructivisme hermeneutisch, symbolisch open interviews
Begrijpen interactionisme, etnografie, Observatie
Kwalitatief
Subjectiviteit grounded theory Veldwerk …
Kritisch- Actie-, Participatorisch-, Groepsprocessen,
Emancipatorisch Emancipatorisch onderzoek discoursanalyse,
Veranderen Feminisme, Procesevaluatie beleidsanalyse, doelgerichte
Gemengd
interventieplanning
Het belangrijkste verschil tussen deze paradigmas heeft te maken met hoe ze naar de
werkelijkheid, naar de mens en de maatschappij kijken.
,Kantitatief
Vindt zijn grond in de natuurwetenschappen
Post-positivisme: werkelijkheid is voor alles en iedereen hetzelfde (=objectief kennen)
Doel van de wetenschap om te achterhalen wat de algemene wetmatigheden zijn die
die werkelijkheid bepalen.
Centraal: toetsen an hypothese afgeleid uit een theorie en nagaan of deze kloppen
o Hypothese klopt: nieuwe wet/regel gevonden
Doel om tot objectieve kennis te komen: met matigheden die voor
iedereen, grotere groepen van personen zal gelden
We gaan zaken in gestructureerde omstandigheden onderzoeken
Zijn gesloten/gestructureerde methodes.
Resultaten zijn zo objectief
o Resultaat hangt niet af van degene die het afneemt.
2 onderwerpen
Experimenteel
Corrationeel
Alles zo gecontroleerd mogelijk te onderzoeken
Storende factoren onder controle proberen krijgen. Zo kunnen we goed aanduiden
door welke manipulatie iets komt.
Kemtoon ligt op het begrijpen van een unieke situatie
Subjectiviteit is niet willekeurig maar dat men bepaalde methode gaan gebruiken om
dit te realiseren.
Kwalitatief
Vertrekt vanuit het unieke, een persoon, een mens, een gezien
o Belangijke invalshoek die we in de psychologie, menswetenschappen,… nodig
hebben
UNIEKE ASPECTEN MOETEN BESTUDEERD WORDEN
Klemtoon ligt op het begrijpen van een unieke situatie, we spreken over subjectiviteit
o Bepaalde methode gebruiken om aan die specifieke situatie recht aan te doen
Open methodes
Vragen stellen, observeren,… heel open
o Niet gestructureerd, veel bijvragen, zelf kiezen welke vragen,…
Gemengd
Zowel kwalitatief als kwantitatief methoden combineren
Kritisch emancipathorische traditie
o Ze gaan niet naar de werkelijkheid kijken als iets(kwalitatief en kwantitatief)
dat er is, ze gaan zien naar wat er veranderd moet worden
Door onderzoek willen ze bepaalde groepen een stem geven zodat de
werkelijkheid (door minderheidsgroepen) de bestaande situatie
kunnen veranderen.
Methoden zijn mengeling van kwantitatief en kwalitatief
,Kwantitatieve onderzoekscyclus Probleemstelling
H1: Onderzoeksproces
Het onderzoeksproces (filmpje over onderzoek naar rilatine)
1. Probleemstelling
o Toename rilatinegebruik studenten; helpt het?
2. Theoretisch kader
o Rilatine → neurotransmitter dopamine; amfetamine; werkt bij ADHD
3. Onderzoeksvragen en hypothesen
o Inname van rilatine verbetert geheugen en aandacht
4. Onderzoeksontwerp
o Steekproef: 20 studenten
o Instrumenten: Tests voor geheugen en aandacht – bloeddruk, hartslag
o Opzet(manier waarop het wordt uitgevoerd) Experimenteel ontwerp - twee
groepen rilatine/placebo
Controle voor storende factoren
Geen koffie
Evenveel slaap
anders weten we niet of het komt door de koffie of de rilatine
5. Gegevensverzameling
o Geen statistiek nodig voor dit experiment om verschil op te merken
Hoe komt dit?
6. Gegevensanalyse
o Aandacht: 348 vs. 345ms; Geheugen: 85 vs. 85 woorden
7. Interpretatie
o Rilatine geen invloed op studeergedrag → hoe komt dit?
8. Rapportering
, De empirische cyclus (De Groot)
Vergelijkbaar met wat mensen gaan zien in de diagnotische cyclus
2 soorten: hypothetisch-deductief model en inductief model
Hypothetisch-Deductief Model Observatie
=Afleiden en toetsen van hypothese staat
centraal in de diagnostiek
c
Inductie
c
Operationaliseren Deductie
c
Toetsing
c
Evaluatie
Voorbeeld:
o Observatie: je ziet een bepaald fenomeen dat je wilt onderzoeken
o Inductie: Je gaat een theorie bij deze observatie zoeken waar je je onderzoek
op zal baseren
o Deductie: Hypothese wordt duidelijk = toetsbare voorspelling
o Toetsing: je voert een experiment/vragenlijst/… uit. Gegevens verzamelen,
toetsen of de hypothese klopt of niet.
o Evaluatie: je vergelijkt of je hypothese overeekomt met de resultaten van je
onderzoek
Operationaliseren: concreet maken van een afgeleide hypothese
Cyclus: eindpunt is het beginpunt van een volgend onderzoek