Gedrags- en opvoedingsproblemen: Executieve functies en context
1 Conceptualisatie executieve functies
Executieve functies: een overkoepelende term voor verschillende cognitieve functies die
doelgerichte gedragingen, gedachten en/of gevoelens mogelijk maken. Men gebruikt zo vooral in
nieuwe en complexe situaties, die een snelle en flexibele aanpassing van het gedrag aan de
veranderende eisen van de omgeving vereisen.
1.1 Werkgeheugen
Voorbeeld - Myriam
Myriam vergeet soms wat ze wou zeggen of waar ze mee bezig was. Ze heeft ook vaak herhaling
nodig want anders beklijft het niet. Na een korte onderbreking (bv. bijkomende instructie van de
leerkracht) vergeet ze ook vaak waar ze net ervoor mee bezig was.
Gerelateerde gedragingen:
● Vergeet wat hij/zij moet doen als er meerdere dingen worden gevraagd
● Vergeet wat hij/zij wilde zeggen
● Kan dingen maar kort onthouden
● Vergeet huiswerk in te leveren
● Vergeet spullen van school mee naar huis te nemen
Werkgeheugen = 2 functies die samenkomen
● Kortetermijngeheugen: het kortstondig vasthouden van informatie
● Langetermijngeheugen: manipulatie van informatie in korte termijngeheugen
Werkgeheugen bestaat uit 4 aspecten:
● Central executive
○ Verwerking van informatie
○ Stuurt aandacht en informatiestroom uit beide slaafsystemen
● Fonologische lus
○ Slaat auditieve informatie op
○ Bv.: klanken, gesproken woorden, …
● Visuo-spatieel schetsboek
○ Slaat visuele informatie op
○ Bv.: beelden, gezichten van mensen, …
● Episodische buffer
○ Integreert informatie van verschillende delen van werkgeheugen (visueel, ruimtelijk,
fonologisch) zodat het begrijpelijk is
○ Zorgt ervoor dat we problemen kunnen oplossen en vroegere ervaring kunnen
evalueren op grond van nieuwe kennis
○ Kanaal tussen korte- en langetermijngeheugen
1
,Werkgeheugen: TIP
● Welke is een van eerste strategieën:
verbaal of visueel-ruimtelijk?
● Manier om te helpen is duidelijk maken
dat er ook andere manier is om
informatie op te slaan
Voorbeeld - Visualiseer
Stappenplan:
● Bespreek het doel
○ Maak verwachtingen concreet; wat wil je zien en
horen
○ Model het gewenste doel
● Bevestig wat al lukt
● Geef tips om verder te groeien
○ Wat kan een eerste stap zijn?
Visualisatie zal helpen om gericht feedback te geven
Men kan uitstellen omdat het geheel te groot is: geen begin of einde
zien, men ziet alle deelstappen die men moet uitvoeren + er gaat
een alarmbel af
Nadenken over hoe iets uit te voeren, kijken naar wat men al kon
voor men vastliep
Deelstappen heel duidelijk afleiden, dit kan op voorhand of on the
spot
Iets heel groot opdelen in kleine delen zorgt ervoor dat het minder zwaar is
Dit geeft ook heel veel kansen om een kind aan te moedigen
Werkgeheugen ONTLASTEN en VERSTERKEN
2
,1.2 Inhibitie
Voorbeeld - Joran
Joran doet meteen wat in zijn hoofd opkomt, staat constant op van zijn stoel wanneer de leerkracht
aan het bord nieuwe leerstof geeft en praat op momenten dat het niet hoort. Op de speelplaats is
Joran wild.
Gerelateerde gedragingen:
● Friemelt
● Vindt het lastig om op zijn/haar beurt te wachten
● Praat op verkeerde momenten
● Hij/zij blijft maar doorgaan
● Doet zonder te denken
Absolute kenmerk van inhibitie = kunnen onderdrukken van dominante respons
Gewoontegedrag dat men moet kunnen onderdrukken
Hoe men executieve functies meet is bepalend voor…
● Hoe er naar gekeken wordt
● Voor wat het voorspellend is
● Hoe het zich zal ontwikkelen
Subcomponents distinguished within inhibition:
Inhibitie = zeer onstabiele structuur
Men kan in theoretische literatuur over inhibitie veel tegenstrijdigheden vinden
Er hangen wel veel gedragsproblemen vast aan inhibitie
2 grote luiken bij inhibitie:
● Gedragsmatige inhibitie
● Cognitieve inhibitie
3
, Voorbeeld - De Stroop kleur-woord test
Men moet de kleur waarin het woord geschreven staat benoemen
Taak: reflex om geschreven woord te zeggen onderdrukken
Psychometrische kenmerken zijn heel slecht, maar wordt toch nog in praktijk gebruikt
Inhibitie: TIP
● Vertraging opbouwen door regels op te stellen
○ Als…, dan…
○ Eerst…, dan…
○ Bv.: gebruik maken van een time-timer, stop-denk-doe
● Afleiding weghalen
○ Bv.: plek geven die weg is van afleidende omgevingsprikkels
1.3 Flexibiliteit
Voorbeeld - Kobe
Kobe past zich snel aan nieuwe situaties aan (bv. verandering van leerkracht of samenstelling van
groepjes). Ook gaat Kobe vlot mee van de ene lesinhoud naar de andere.
Gerelateerde gedragingen:
● Kan verschillende manieren vinden om een probleem op te lossen
● Blijft hangen bij een onderwerp of bezigheid
● Blijft hangen in dezelfde gedachte
● Vertoont weerstand bij een verandering van routine, eten, omgeving, etc
● Vindt het lastig als dingen veranderen
Cognitieve flexibiliteit bestaat uit 2 functies:
● Vloeiendheid/generativiteit
○ Men kan maar presteren als men erg vlot informatie uit langetermijngeheugen kan
oproepen
○ Bv.: noem zoveel mogelijk dieren waarvan de naam begint met een f, noem zoveel
mogelijk dingen die je met een tafel kan doen, …
● Set-shifting
○ Vermogen om snel/efficiënt te schakelen tussen mentale sets
○ Bv.: Wisconsin Card Sorting Test, …
4
,Cognitieve flexibiliteit: TIP
● Vertraging opbouwen
○ Als…, dan…
○ Eerst…, dan…
1.4 Hogere orde executieve functies
Voorbeeld - Dorian
Dorian verliest vaak het overzicht en blijft hangen in details. Hij kan een perfect plan bedenken
maar slaagt er nadien niet in om het correct uit te voeren. Vooruit denken is echt een pijnpunt.
Vorige executieve functies werken samen en maken hogere executieve functies mogelijk, waar
bouwstenen allemaal in terugkomen
Op moment dat men problemen ervaart, zullen hogere orde executieve functies eronder lijden
Voorbeeld - Tower of London
5
, Koude en warme executieve functies
● Koude executieve functies
○ Puur rationele, cognitieve aspecten van executieve functies
○ Er hangt niet veel van af
● Warme executieve functies
○ Affectief-motivationele aspecten van executieve functies
○ Voor zichzelf: kleine, onmiddellijke beloning
○ Voor testleider: grote, uitgestelde beloning
Voorbeeld - Warme executieve functies: inhibitie - emotieregulatie
Gerelateerde gedragingen:
● Warme EF (inhibitie) ~ emotieregulatie:
● Kan niet weerstaan aan verleidingen
● Kan een beloning niet uitstellen
● Heeft een kort lontje
● Reageert heftiger dan andere kinderen
● Reageert heftig op kleine dingen
● Verandert snel van humeur
● Laat humeur gemakkelijk beïnvloeden door de situatie
● Huilt snel
Delay discounting: het verschijnsel dat de subjectieve waarde van zaken daalt met de afstand in
de tijd, met uitstel. Hoe verder in de tijd verwijderd, hoe lager de subjectieve waarde dus.
Kiest men voor een kleine, onmiddellijke beloning of voor een
grotere, uitgestelde beloning?
Voor bepaalde klinische groepen is een kleine, onmiddellijke
beloning veel sterker
Enkele concrete tips
● Geef beloning meteen na gewenste gedrag
● Varieer de beloning
● Breng de toekomst dichterbij door bijvoorbeeld te
visualiseren
Voorbeelden van opdrachten die warme executieve functies meten:
● Maudsley Index of Childhood Delay Aversion
● Delay of gratification tasks
2 Meten van executieve functies
Men kan executieve functies op verschillende manieren meten:
● Vragenlijsten
○ BRIEF-2
○ CHEXI/TEXI/ADEXI (GEEN Vlaamse normen)
● Performantietaken
○ NEPSY-II-NL
○ D-KEFS (5 complete sets)
Correlatie tussen executieve functie-taken bij kind en executieve functie-vragenlijsten is klein!
6