Stationsproef Bachelor 3
1
,INHOUDSTAFEL
algemeen ................................................................................................................................................................................................... 2
hart & vaten ............................................................................................................................................................................................... 3
longen ........................................................................................................................................................................................................ 5
abdomen .................................................................................................................................................................................................... 9
gynaecologie (cervix uitstrijkje) ............................................................................................................................................................... 11
neuro........................................................................................................................................................................................................ 13
NKO .......................................................................................................................................................................................................... 15
oog ........................................................................................................................................................................................................... 17
beweging algemeen ................................................................................................................................................................................. 19
beweging – CWK ...................................................................................................................................................................................... 20
beweging – LWK ....................................................................................................................................................................................... 22
beweging – BL: schouder ......................................................................................................................................................................... 24
beweging – BL: elleboog .......................................................................................................................................................................... 26
beweging – BL: pols en hand ................................................................................................................................................................... 27
beweging – OL: heup ............................................................................................................................................................................... 29
beweging – OL: knie ................................................................................................................................................................................. 31
beweging – OL: enkel en voet .................................................................................................................................................................. 33
kind .......................................................................................................................................................................................................... 35
hechten .................................................................................................................................................................................................... 37
EHBO/reanimatie ..................................................................................................................................................................................... 39
communicatie intake – anamnese ........................................................................................................................................................... 42
communicatie informeren ....................................................................................................................................................................... 43
communicatie motiveren ......................................................................................................................................................................... 47
ALGEMEEN
jezelf voorstellen aan pt, vertel wat je gaat doen, handen ontsmetten
percussie geluiden:
sonoor = holle percussietoon vb. longen
tympaan = hol maar galmend: hol orgaan met gas vb. darmen, maag
dof = kort, gedempt geluid: solide weefsel vb. bot, spieren, lever
2
,HART & VATEN
KO hart
rode vlagen
carotiden met 2 kanten tegelijk palperen = risk syncope!!
zeggen tegen pt als die terug mag ademen
apex hart & BD met klok
arteriële pols
met wijs- en middelvinger
ritme (regelmatig: 15sec x4 doen / onregelmatig: 60sec) controleer thv apex met stethoscoop
frequentie (normaal 60-100)
carotiden
inspectie: pulsatie mediaal m SCM
palpatie: wijs- en middelvinger, onderste 1/3e van de hals NOOIT OP BEIDE TEGLEIJK (risk syncope)
auscultatie: souffles (graad 1-6)? adem inhouden!
BD
manchet 2,5cm boven elleboogplooi
KLOK gebruiken
30mmHg boven max opblazen en 2-3mmHg per secundair aflaten
hart
inspectie
o symmetrie, vorm, littekens, tattoos,…
o AH beweging
o hart: apicale impuls thv 4/5e intercostale ruimte op midclaviculaire lijn
palpatie
o pt linker zijde, diep uitademen & adem laten inhouden
o voel thv 4/5e ICR met vingertoppen noteer locatie, amplitudo en duur
o ZEG DAT PT TERUG MAG ADEMEN
percussie
o niet nodig als palpatie lukt
o evt cardiale dofheid: heeft idee over grootte hart: percuteer thv ICR 3 tot 6
auscultatie
MOET ZOWEL LIGGEND (rug én linker zij) ALS ZITTEND (gewoon zeggen)
o volgorde: R 2e ICR L 2e ICR L 5e ICR apex (L 5e ICR midclav) axillair
*klok én membraan
o evt adem laten inhouden
o noteer:
S1 (sluiten MK) en S2 (sluiten AK)
extra tonen (jongvolwasene/kind of inspiratie: splitsing S2 = eerst AK dan PK) of geruis
beschrijving: locatie, timing, intensiteit, aard
CVD
liggen met hoofd op 30° & hoofd wegdraaien
afstand sternale hoek en hoogste oscillatiepunt >3/4 cm = verhoogd
3
,KO perifere BV
ALTIJD R/L direct vergelijken
arm
inspectie omvang, symmetrie, zwellingen, verloop venen, kleur huid & nagels
capillaire refill druk 5sec op nagelbed = wit, bij loslaten = weer roos (normaal binnen 2sec)
palpatie (pulsaties)
o a. brachialis thv de elleboogplooi, mediaal bicepspees
o a. radialis aan de duimzijde van de pols (lateraal)
o a. ulnaris aan de pinkzijde van de pols (mediaal)
o LK epitrochleair thv elleboog: tussen biceps & triceps spieren 3 cm boven mediale epicondylus
+ ALLEN TEST (art insuff)
o pt sterke vuist laten maken + duw met duim de a. radialis & a. ulnaris dicht hand kleurt wit
o hand laten openen & 1 van de 2 BV loslaten kijk of de hand weer kleur krijgt (normaal 3-5sec)
moet je voor a. ulnaris en a. radialis apart doen
been
inspectie symmetrie en zwelling, venen verloop, kleur huid & nagels (venen rechtstaand bekijken)
palpatie
o temperatuur benen en voeten (mbv handrug)
o LK liesstreek ongevoelig & tot 2cm = oke
o a. femoralis tssn spina iliaca anterior superior en symphysis pubis + ineens ook ausculteren
o a. poplitea in de knieholte (knie licht buigen) met beide handen palperen
o a. dorsalis pedis op de voetrug, lateraal extensor pees grote teen
o a. tibialis post. achter mediale malleolus
auscultatie van de a femoralis
oedeem, venen beoordelen
LAAT PT RECHTSTAAN
kijk naar omvang voet/benen
meet omtrek met rolmeter L en R voorvoet, boven enkel, kuit en bovenbeen
pitting oedeem: druk met duim 5sec thv voetrug, achter mediale malleolus en op kuiten
BV insuff
venen:
oppervl tromboflebitis let op zones van roodheid, zwelling, warmte
diep veneuze trombose let op pijnlijk gezwollen, bleek been + pijngevoelige femorale vene
chr veneuze insuff ulcera thv enkels/onderbeen & zones met bruine verkleuring
arteriën:
zwakke/geen pulsaties
huid: bleek bij heffen & donkerrood bij hangen, koud aanvoelend, atrofie en haarverlies, ulcera
4
,LONGEN
kan ofwel post zijde (rechtop zitten) ofwel ant zijde (liggend) ofwel beide zijn!
rode vlaggen:
palperen & ausculteren op scapula
zeker pt vragen om door mond te ademen bij auscultatie
L/R vergelijken (eerst L/R voor je naar volgende locatie gaat)
theorie/ahctergrond
anatomie
oriëntatie sternale hoek = rib 2 / scapula punt = rib 7 / proc spinosus C7
longen: R long heeft 3 kwabben / L long heeft 2 kwabben
trachea/bronchi:
5
,ademgeluiden (auscultatie)
fysiologische AH geluiden:
larynx/trachea en bronchi bronchovesiculair vesiculair
I < Een I~E I>E (zwak)
toegevoegde geluiden:
patho AH
discontinu continu
ronchi: wheezing
crepitaties pleuraal wrijfgeluid
(piepend) vs brommend stridor
(einde I) (I & E)
(I & E)
fijn grofblazig bronchiaal astma, COPD vernauwing bovenste LW
pneumonie, longstuwing,
(broncho)pneumonie
longinfarct, longfibrose
veranderingen van VAG:
VAG = wanddikte vb. fibrose
VAG = alveolaire ventilatie vb. emfyseem
VAG = vesiculair lucht vb. pneumothorax (!!), atelectase, grote tumro
voorgeleide stemgeluiden:
bij abnormale bronchovesiculaire/bronchiale geluiden: pt ‘99’ of ‘ee’ laten zeggen & luister met stethoscoop op post thorax
patho:
o meer/luidere fremitus deel long zonder lucht (bronchofonie)
o ‘ee’ gehoord als ‘aa’ egofonie (acoustische filter valt weg)
o luidere heldere transmissie bij fluisteren Whispered pectoriloquy
6
,KO
1e inspectie
observeer AH in liggende houding snelheid (14-20/min), ritme, diepte, inspanning, geluid (stridor, wheezing)
kleur pt (cyanose?)
anteroposterior diameter van thorax
KO posterieure thorax (zittend)
inspectie: litterkens, rash, asymmetrie of deformatie (kyfose, scoliose)…
palpatie:
o test respiratorische expansie
duimen thv 10e rib & maak huidplooi
huidplooi moet bij diep inademen symmetrisch terugtrekken/verdwijnen
o test Fremitus = palpabele trillingen bij spreken
gebruik ulnaire kant hand (NIET OP SCAPULA) + laat pt armen vooraan kruisen & ‘99/33’ zeggen
stijgt bij pneumonie, atelectase, infarct & daalt bij pleuraeffusie, pneumothorax
percussie:
o pt armen laten kruisen
o L/R steeds vergelijken
o met losse hand
o volg volgorde (idem auscultatie)
auscultatie:
o L/R steeds vergelijken
o pt door mond diep laten ademen
o beschrijf wat je hoort: normaal bilateraal vesiculair ademgeruis*,
crepitaties, stridor, wheezing,…
o volg volgorde (idem percussie)
7
, KO anterieure thorax (liggend)
inspectie: littekens, rash, asymmetrie of deformatie,…
palpatie:
o test respiratorische expansie
duimen thv onderzijde 7e rib & maak huidplooi
huidplooi moet bij diep inademen symmetrisch terugtrekken/verdwijnen
o test Fremitus = palpabele trillingen bij spreken
gebruik ulnaire kant hand + laat pt armen vooraan kruisen & ‘99/33’ zeggen
stijgt bij pneumonie, atelectase, infarct & daalt bij pleuraeffusie, pneumothorax
percussie
o L/R steeds vergelijken
o met losse hand
o volg volgorde (idem auscultatie)
o organen:
hart: dof thv ICR 3-5
lever: volg R midclav lijn naar onder tot dof geluid
maag: volg R midclav lijn naar onder tot tympaan geluid
vermeld organen die je percuteert!
auscultatie
o L/R steeds vergelijken
o pt door mond diep laten ademen
o beschrijf wat je hoort: normaal bilateraal vesiculair ademgeruis*,
crepitaties, stridor, wheezing,…
o volg volgorde (idem percussie)
8