100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting bedrijfseconomie hoofdstuk 8 €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting bedrijfseconomie hoofdstuk 8

 0 keer verkocht

Een uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 8 van eerste jaar bedrijfseconomie.

Voorbeeld 2 van de 12  pagina's

  • 20 december 2019
  • 12
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (8)
avatar-seller
binodshrestha612
Hoofdstuk 8: De arbeidsmarkt
1 Het begrip arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid. Vraag naar
arbeid hangt af van de vraag naar goederen en diensten.

1.1 Loon als vergoeding
Loon= vergoeding die betaald wordt voor arbeid
Brutoloon = contractueel overeengekomen vergoeding voor het uitvoeren van een
arbeidsprestatie, per uur voor arbeider en per maand voor een bediende
Nettoloon = loon dat werknemer overhoudt na afhouding van RSZ en Bedrijfsvoorheffing

Brutoloon
- Sociale zekerheidsbijdrage werknemer
= Belastbare loon
- Bedrijfsvoorheffing
= Nettoloon

1.1.2 Nominale loon versus reële loon
Nominale loon is het loon uitgedrukt in geld.
Reële loon is de koopkracht van dit bedrag. Reële loon kan dus uitgedrukt worden in
goederen om aan te tonen dat deze beschikbaar zijn met dit loon.

1.1.3 De totale loonkost van de onderneming
De loonkost van de ondernemer wordt bepaald door de hoogte van het brutoloon en de
patronale socialezekerheidsbijdrage. We moeten ook rekening houden met directe kosten
(vakantiegeld, groepsverzekering, extralegale voordelen…) en indirecte kosten
(arbeidsongevallen verzekering, sociaal secretariaat,…) Het bedrag is afhankelijk van de
sector van tewerkstelling en het statuut.

1.1.4 Breedte- en diepte-investeringen
Bij een breedte-investering schaft men extra kapitaalgoederen aan. De kapitaalintensiteit als
de arbeidsintensiteit blijft hetzelfde.
Bij een diepte-investering schaft men kapitaalgoederen aan, maar de kapitaalintensiteit
neemt hier toe of anders gezegd, de arbeidsintensiteit verminderd.

1.1.5 Het statuut van de werknemer
1. Arbeider = handenarbeid, per uur betaald
2. Bedienden = hoofdarbeid, vast salaris per maand
3. Ambtenaar = werknemer in dienst van de overheid, vaak ambtseed afleggen
4. Zelfstandige = niet verbonden aan een statuut of arbeidsovereenkomst

1

, Eenheidsstatuut: Wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een
eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de
carenzdag en begeleidende maatregelen.
In werking van 1 januari 2014
Nog onderhandelingen nodig voor: Vakantiegeld, gewaarborgd loon, technische
werkloosheid, aanvullende pensioenen
Doel: Performantere arbeidsmarkt creëren en de Belgische concurrentiepositie
handhaven/versterken.

1.1.6 Aanwending van de sociale zekerheidsbijdragen
Alle werkgevers en werknemers zijn hieraan onderworpen, moeten dit verplicht betalen.
Werknemers betalen 13,07% voor bediende berekent men dit op bruto loon voor arbeiders
op bruto loon * 108%, werkgevers betalen ongeveer 32% per werknemer aan RSZ ->
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
RSZ int, beheerd en verdeeld de bedragen over begunstigde openbare instellingen. Deze
dragen die over aan instellingen die sociale voordelen uitkeren. Soms is begunstigde een
uitkeringsorganisme.
Bijdragen worden niet enkel door werknemers en werkgevers gedragen, federale staat stort
ook jaarlijks. Er bestaat een alternatief financieringsstelsel voor RSZ waarbij staatstoelagen
en werkgeversbijdragen beperkt worden. Dit alternatief bestaat uit een % btw-inkomsten en
accijnzen.



1.2 Het aanbod van arbeid door werknemers en de vraag naar arbeid door
werkgevers
Het aanbod van arbeid van werknemers hangt af van het loon, prijs voor arbeidsprestaties
en van zijn niet-arbeidsinkomen (bv: inkomen uit verhuur onroerende goederen, intresten
op aandelen,…) -> inkomsten uit vermogen. Maar ook uit overheidstransfers (bv:
kinderbijslag, werkloosheidsuitkering,…).
Hoe groter niet-arbeidsinkomen hoe kleiner het aanbod van een werknemer.
-> aanbodcurve naar links
Hoe kleiner niet-arbeidsinkomen hoe groter het aanbod.
-> aanbodcurve naar rechts

Er bestaat ook verband tussen reële loon en q arbeid. Hoe hoger loon hoe meer werknemrs
bereid is arbeid te leveren. Aanbod a wordt ook bepaald door bevolking en haar
samenstelling.




2

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper binodshrestha612. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67479 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd