Stemstoornissen
Les 1
Examen:
• 2 vragen, een meer theoretische en een meer praktische vraag, bvb casus
Paper:
• relevant artikel over stem, niks anders
• bedoeling zoekmachines te leren gebruiken om deelinfo te vinden over bepaalde topics,
selectie maken 3 titels (titel, auteur, jaartal en publicatie), prof maakt keuze
• document op ufora met verdere info, bespreking moet aangeven dat je het kritisch bekeken
hebt, inzicht in methode en of je akkoord bent etc
Practicum:
• Hoe komt de stem tot stand? Het proces.
• Lucht laat de stembanden trillen wat geluid voortbrengt.
• Stemp roces
o productie/communicatie - druk: subglottische druk, adem, longen
o geluid/klank -SB —> trillen
o trilling -resonantie
o luchtstroom -articulatie
o perceptie = stem
• Descriptoren
o Intensiteit (fysische)= Luidheid (perceptuele)
o frequentie = toonhoogte
o stemkwaliteit
• Anterieur, posterieur en links en rechts goed kunnen aanduiden bij glottis etc! Examen!!
• Ankerpunt is commisura anterior = anterieur, plaats waar stembanden samenhangen bij
open stand
• Valse stembanden bestaan niet volgens hem, we spreken van ventriculair fold (?)
• Intrinsieke larynxspieren = sluiten en spannen stemplooien
• De stem(banden) wanneer vergeleken met een instrument mogen niet vergeleken worden
met een snaar, want snaren worden aangetokkeld/aangeslagen, terwijl dit niet zo is voor de
stem
• Stem is meer zoals instrumenten met een riet, een orgel, lucht die door een vernauwing gaat
• Bernouilli effect
• Spanning en sluiting wat je kan controleren
• Goede endoscopie herken je aan zichtbaarheid commisura anterior, als niet zichtbaar niet
goed/bruikbaar
• Keelspiegeling = omgekeerd beeld dan bij endoscopie
• Vermogen om te trillen hangt af van kwaliteit lagen weefsel, litteken kan zich bvb
vastzetten/vergroeien op laag eronder waardoor permanente heesheid
• Maagzuur kan epitheel stembanden aantasten
• Polypen tussen stembanden zeer storend, eronder niet echt, zorgt dikwijls voor diplofonie
(tweede structuur die trilt in dit geval polyp)
• Cyste
• Reinke oedeem = ophoping vocht door continue irritatie (door sigaretten bvb)
• Laryngeaal web = kan aangeboren zijn of traumatisch, kan soms ademhaling belemmeren
• Presbylarynx = vaak bij oudere mensen, hierdoor wat zwakkere stem
,• Ongeveer 50/50 organisch en niet organische stoornissen
• Tegenwoordig wordt er bij de meeste mensen wel iets gevonden van verdikking etc, bij 3/10
vindt men niks organisch
• Iets organisch vinden wil niet automatisch zeggen dat het de oorzaak van het
stemproblemen is, verband is hypothetisch en een vermoeden, bij mensen met normale
stemmen vindt men soms ook iets
, Stemstoornissen les 2
• Cricothyoroideus membraan --> botox
• Openen & sluiten stembanden goed kunnen
• Zenuw larynx: n. laryngeus inferior/recurrens
o Kwetsbaar, dikwijls beschadigd bij chirurgie
• N. laryngeus superior
o Innervatie sensorische gevoeligheid
o Risico verslikking als beschadigd
• Cricothyroideus gebruikt voor falsetregister
o Als falsetto niet lukt --> wss verlamming n. laryngeus superior
• Registers
o Maar grote evidentie voor 2 registertheorie
o Register = reeks gemeenschappelijke tonen die hetzelfde klinken, maar ook op
andere manier voortgebracht worden
• Fonetogram
o Bij ongetrainde stemmen pindanoot-vorm met deukje bij registerovergang
▪ Sterk argument voor 2 registers, men heeft hoog of laag
o Falsetregister ultra hoog & pulsregister extra laag
▪ Soort vocale vaardigheid met goede controle, maar er wordt niet mee
gesproken
• Falset
o Mutatiefalset
o Pathologie: paralytisch falset --> geen verlamming superior, maar recurrens
▪ Men heeft fluisterstem & als geforceerd stem te geven falset
• Stembandsluiting
o Mannenlarynx ‘scherper’
o Vrouwen vaker minder sluiting (posterior gap)
▪ Opening na processus vocalis --> als voor de rest wel sluiting is dit normaal
• Belangrijk is dat epitheellaag niet vergroeid met onderlaag (litteken) --> heesheid
o Risico bij chirurgie
o Stembandknobbel wegnemen met laser & te diep --> vergroeiing = heesheid na
operatie
• Bij hoger register langere stembanden & kleinere amplitude
• Luider spreken
o Meer subglottische druk
o Meer compressie in de glottis
• Toonhoogte regelen
o Stembanden rekken door spieren op te spannen
• Verband toonhoogte/luidheid
o Bepaalde correlatie (zie fonetogram)
o Vermogen om luider te spreken zonder af te wijken van toonhoogte =
stemversterkingscapaciteit
• 2 belangrijke variabelen: leeftijd & geslacht
• Op kinderleeftijd (pre-puberaal) meestal geen verschil in jongens & meisjes
o --> pre-mutationeel
, • Verschil tussen leeftijden wel te horen, maar niet geslacht (kind)
• Vanaf 7j hele kleine daling bij jongens, gemiddeld verschil tussen jongens & meisjes paar Hz
• Tussen 13-14j mutatie bij jongens (gemiddeld)
• Premutatie: klein verschil geslacht dat we niet horen met blote oor
• Mutatie: verschil wordt duidelijk
• Op hogere leeftijd gaat habituele toonhoogte terug omhoog bij mannen (coalescentie)
• Vitale capaciteit meestal geen probleem voor spreken, tenzij bvb longletsel
o Vrouwen veel minder vitale capaciteit
o Vermogen luid & lang te spreken niet recht evenredig met vitale capaciteit
o Vrouwen wel vaker stempathologieën
o Vitale capaciteit gemiddeld lager bij vrouwen en MFT ook
• Gemiddelde toonhoogte 3-5 halve tonen boven laagste toon (laag binnen bereik)
• Voor muzikaal bereik (tessituur): tonen die u kunt zingen (moduleren in luidheid)
o Kleiner dan gewoon bereik
• Stemgebruikers
o Elite vocal performers
o Professional voice users
o Nonvocal professionals
o Nonvocal nonprofessionals
• Stembelasting en belastbaarheid
o Relatief
o Leeftijdsgebonden
o Stembelasting
▪ Duur (hoe langer praten hoe lastiger)
▪ Frequentie (hoe hoger hoe meer weefselbelasting)
▪ Intensiteit (hoe luider hoe meer druk op weefsel)