DEEL 1 – ALGEMENE AANSPRAKELIJKHEID
Hoofdstuk I: Situering
1. Soorten aansprakelijkheid
* Burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
=> Persoon moet met zijn vermogen instaan voor nadelige gevolgen die anderen
ondervinden door handeling of voorval
-> Contractuele: partijen hebben een overeenkomst met elkaar
-> Buitencontractuele: partijen hebben geen overeenkomst met elkaar
=> Schadevergoeding
* Strafrechtelijke aansprakelijkheid:
=> Wanneer iemand (on)opzettelijk de norm overtreedt die door wetgever strafbaar is
gesteld
=> Wordt vervolgd door overheid, straf vastgelegd in wet: geldboete, gevangenisstraf, …
BELANG VAN HET ONDERSCHEID
Criteria Strafrechtelijke AH Burgerlijke AH
Ontstaan Inbreuk op een uitdrukkelijk in de wet Niet noodzakelijk door een inbreuk op
beschreven feit een in de wet beschreven regel
Vervolging door Maatschappij (O.M.) Slachtoffer of rechtverkrijgenden
Doel procedure Dader straffen Schadevergoeding voor het slachtoffer
Rang vordering Strafrechtelijke procedure heeft Burgerlijke rechter moet wachten tot
voorrang op de burgerlijke procedure strafrechtelijke uitspraak gebeurd is
Verjaring Afhankelijk van het soort misdrijf Contractueel/extra-contractueel
SAMENLOOP CONTRACTUELE EN BUITENCONTRACTUELE AH
-> Ieders onderworpen aan eigen set van regels
-> In sommige gevallen makkelijker iemand buiten-contractueel te vervolgen dan contractueel door
bijvoorbeeld een exoneratiebeding
-> Hof van Cassatie 27/11/2006: Als partijen contract hebben afgesloten, hebben ze op voorhand de
kans gehad om aansprakelijkheid te bespreken en in contract te zetten. Hierdoor wordt gevolgd wat
er in contract staat, waardoor er geen samenloop tussen de twee mogelijk is.
MAAR: Soms wel samenloop mogelijk wanneer
* Zowel de fout niet alleen een contractuele wanprestatie is, maar ook een schending van de
zorgvuldigheidsplicht
* Als wanneer de fout andere schade heeft veroorzaakt dan enkel die te wijten is aan slechte
uitvoering
=> Grote bewijslast voor benadeelde! + maar 1 schadevergoeding, ook al vervolgd op 2
gronden, want benadeelde kan maar 1 schadevergoeding krijgen voor dezelfde schade
CO-EXISTENTIE CONTRACTUELE EN BUITENCONTRACTUELE AH
Passieve co-existentie
= Een benadeelde kan op grond van eenzelfde gebeurtenis meerdere personen aanspreken
op grond van eenzelfde of verschillende aansprakelijkheidsregimes
,Actieve co-existentie
= Meerdere benadeelden kunnen op grond van eenzelfde gebeurtenis 1 persoon aanspreken
op grond van eenzelfde of verschillende aansprakelijkheidsregimes
-> Bij 1 geval niet toegestaan: wanneer benadeelde zowel zijn contractant (contractueel) als
een hulp persoon van deze contractant (buitencontractueel) wil aanspreken, tenzij misdrijf
Vb: OG mag OA niet aanspreken, maar moet HA aanspreken
2. Overzicht van de buitencontractuele aansprakelijkheidsregimes
WETTELIJK KADER
-> In wetboek slecht 6 artikels: Art 1382 – 1386bis BW
= Verbintenissenrecht: aansprakelijkheid op grond van de onrechtmatige daad
-> DUS vooral baseren op rechtspraak en rechtsleer
BASISPRINCIPE
Art 1382 BW: Als je een fout begaat waardoor er schade is, moet je schadevergoeding betalen
Art 1383 BW: Ook passieve fout (bv iets vergeten waardoor schade aangericht wordt) zorgt ervoor
dat je schadevergoeding moet betalen
=> Persoonlijke aansprakelijkheid
BEWIJSLAST
1. Er moet een fout, nalatigheid of onzorgvuldigheid zijn
2. Er moet schade zijn
3. Er moet een oorzakelijk verband zijn tussen fout en schade
=> Schadelijder moet bewijzen
OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID
= Foutloze aansprakelijkheid -> een persoon kan aansprakelijk gesteld worden zonder dat een
schadelijder het bewijs van een fout moet leveren
* Zwakke weggebruiker: Als fietser of voetganger gekwetst raakt door aanrijding met motorvoertuig,
krijgt deze sowieso vergoeding, ongeacht wie in fout is.
* Burenhinder: Volgens Art 544 BW mag eigenaar van een perceel erop doen wat hij wil, zolang niet
tegenstrijdig met wet.
-> Vrijheid kan soms hinderlijk worden voor nabije buren
-> Buurhinder: er moet evenwicht blijven tussen buren. Wanneer er dingen zodanig gedaan
worden dat die evenwicht verstoord is, moet dit gecompenseerd/opgelost worden
-> Er moet geen fout bewezen worden, enkel dat het evenwicht er niet meer is.
Hoofdstuk II: Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid
1. Wettelijke basis
Art 1382 BW: Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht
degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden.
Art 1383 BW: Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook
voor die welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn
onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.
, 2. Objectief en subjectief element
Aanwezigheid van volgende 2 elementen zijn vereist:
- Objectief element: een persoon heeft een onrechtmatigheid begaan
- Subjectief element: Persoon is schuldbekwaam en de schade kan hem worden toegerekend
3. Een onrechtmatigheid (objectief element)
-> Schadewekker moet een onrechtmatige daad hebben begaan
* Actief: foutieve daad
* Passief: Nalatigheid of onvoorzichtigheid
=> Niemand is aansprakelijk voor schade die toevallig of door overmacht ontstaat
-> 2 vormen van onrechtmatige daad die kunnen leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid
* Overtreden van een wet
* Overtreden van een algemene zorgvuldigheidsnorm (“goede huisvader”)
4. Schuldbekwaamheid en toerekenbaarheid (subjectief element)
-> In principe is ieder persoon schuldbekwaam en wordt verondersteld bewust te zijn van zijn daden,
maar er zijn hier enkele uitzonderingen op:
* Kinderen zonder ‘vermogen des onderscheids’
=> Kinderen van 7à8 jaar, rechter bekijkt geval per geval
=> Kunnen moeilijk onderscheiden wat de gevolgen van hun daden zijn
=> Minderjarigen die vermogen des onderscheids wél hebben, kunnen persoonlijk
aansprakelijk gesteld worden, al dan niet samen met hun ouders of leerkracht
* Geestesonbekwamen
=> Geesteszieken met bepaalde stoornis
=> Personen die door plotse ziekte tijdelijk niet in staat zijn om handelingen te
controleren
=> Onder invloed van drank of drugs telt niet
=> Rechter beslist of beklaagde op moment geestesonbekwaam was
* Rechtspersonen
=> Zijn geen mensen van vlees en bloed, maar entiteiten die als dusdanig zelf geen
vrije en bewuste wil hebben
=> Orgaantheorie: rechtspersoon kan alleen handelingen stellen via fysieke personen
die rechtspersoon vertegenwoordigen. Wanneer een orgaan fout begaat in
uitoefening functie, kan rechtspersoon persoonlijk aansprakelijk gesteld worden
* Werknemers
=> Gedeeltelijke schuldonbekwaamheid: slechts persoonlijk aansprakelijk voor hun
bedrog, zware fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout
=> Werkgever wordt aansprakelijk gesteld
-> De fout moet toegerekend kunnen worden aan diegene die onrechtmatigheid begaan heeft
* Vreemde oorzaak = gebeurtenis die buiten wil van dader om plaatsgehad heeft en die door
hem niet vermeden of voorzien kon worden
* Rechtvaardigingsgrond = onoverkomelijke dwaling, noodtoestand, zelfverdediging,
onweerstaanbaar overheidsbevel, …
* Risico-aanvaarding = wanneer slachtoffer zelf een fout begaan heeft of zich vrijwillig in een
gevaarlijke situatie gebracht heeft, kan dit leiden tot vermindering of uitsluiting
aansprakelijkheid van de schadeverwekker