NEDERLANDS 2A
1. Algemene informatie – examen(opdracht)
Boekpromotie = alle activiteiten die boeken in het algemeen belangstelling brengen
Leuke opdracht (ook voor in de klas)
Boeksnuffelen (Bestudeer de kaft, lees de korte inhoud, …)
Genre? Historische verhalen/oorlogsverhalen (middeleeuwen, 1 ste en 2de wereldoorlog)
Personages? Kinderen
Verhaal? Historische gebeurtenissen worden verteld aan de hand van fictieve personages (centraal –
1 personage – jongen of meisje)
Waar? Duitsland, Frankrijk
Wat? (OUDE) 2 verzonnen en niet-verzonnen verhalen
Verschillende genres in de kinderliteratuur
1) Andere culturen
Verhalen die zich afspelen in verre landen, andere culturen of in onze eigen multiculturele
samenleving, etnische culturele diversiteit in de personages
2) Fantasieverhalen
Verzonnen verhalen, in onbestaande wereld – fantasiewezens (heksen, trollen, reuzen, …),
bekende wereld met ingewone dingen (Pippi Langkous, Gozert), fantasiewereld (Harry
Potter) -> geen moraal!
3) Dierenverhalen en fabels (hoofdrol: dieren + moraal - sprookje)
Verhalen met dieren (met menselijke trekken) in de hoofdrol (Jungleboek, Kikker-reeks) –
ook: dierenfabels, dierenepos
4) Sprookjes, mythen en sagen
Traditioneel volksverhaal – bekende volkssprookjes en cultuursprookjes, Griekse mythen en
sagen – sprookjes uit andere culturen
5) Hier-en-nu
Realistische verhalen (onze tijd – recent), onderwerpen: hoofdpersonages gepest,
ruzie/scheiding, gevoelens, vriendschap, soms ook sociale en maatschappelijke kwesties
(racisme, …)
6) Historische verhalen
Verhalen die zich afspelen in het verleden – verhalen over historische personen en
gebeurtenissen of volledig verzonnen verhalen die zich afspelen in een historisch kader
, 7) Griezelverhalen
Spannende en griezelige verhalen over vampieren, geest, … - griezelniveau: afhankelijk v/d
leeftijd (hoe ouder, hoe realistischer)
Examenopdracht
DEEL 1 (PPT)
Een genre in de kijker leggen op niveau van lagereschoolkinderen
Vertel over de kenmerken (gelinkt aan de boeken – lees een stukje voor of toon een
illustratie) en het verschil qua leeftijd
Ieder leest 1 fragment uit een boek – niet ouder dan 2012 (gekoppeld aan een kenmerk)
Op de boekentafel mogen er wel ouder boeken liggen maar je mag ze niet voorlezen
DEEL 2
Opdracht voor de studenten (rond het genre) -> leesbeesten en boekenfeesten (alle
informatie per genre)
2. Les 1: Wat vooraf ging… - Ontluikende geletterdheid in de kleuterklas
In de kleuterklas wordt er heel wat voorgelezen -> boekenhoek
Als er een boek rond een bepaald thema gaat dan kan je deze meermaals voorlezen
1ste keer LK leest voor, 2de keer LK stelt ook vragen, 3de keer de kleuters vertellen
Ontwikkelingsdoelen = doelen die men gaat nastreven en niet (verplicht) moet behalen (geen ET)
Waarom? Er is nog geen leerplicht! (Pas vanaf 5jaar oud)
Gekoppeld aan verschillende ontwikkelingsdomeinen: Nederlands, wiskunde, LO, …
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Ervaringsgericht – thematisch – al spelend leren
Centraal: Verbeelding en fantasie
Gezamenlijke momenten afgewisseld met hoekenwerk
Kleuterklas: aandacht voor geletterdheid – leerlijnen
2.1. Ontluikende geletterdheid
Ontluikend = beginnend
Geletterdheid = de kennis en vaardigheid die nodig is om via schriftelijke communicatie te
communiceren en informatie te verwerken, de vaardigheid om met numerieke en grafische gegevens
om te gaan en de vaardigheid voor het gebruik van ICT
, 2.1.1. Geletterdheid in de kleuterklas
Basisprincipes:
1) Inzicht in klanken
Vb. Het verschil horen tss korte en lange klanken, woorden ‘klappen’ in klankgroepen:
Pa-De-Stoel, KOE-KEN. Voor gevorderden: in een woord de verschillenden klanken
(letters) onderscheiden: B-O-S
2) Inzicht dat mondelinge taal kan worden opgeschreven
Omgekeerd! Schriftelijke boodschappen kunnen worden bewaard en later opnieuw
opgeroepen kunnen worden
3) Verband tss klanken en lettertekens
4) Vertrouwdheid opbouwen met lettertekens (10 letters)
5) Inzicht in de opbouw van verhalen – leren genieten van verhalen
Wat kan er nog helpen?
Werken aan geletterdheid in de kleuterklas gebeurt door een rijke geletterde omgeving te
creëren
Glansrol voor de leerkracht die modelt hoe je kunt omgaan met geschreven boodschappen
Kleuters veel positieve ervaringen laten opdoen met beelden, letters, verhalen: zin om te
leren lezen
Zeven tussendoelen – Ontluikende geletterdheid
1) Boekoriëntatie – Kinderen raken vertrouwd met boeken, verhalen en taal in boeken – fysiek
- Boek heeft voorkant met titel en auteur, achterkant
- Prenten en tekst vertellen samen een verhaal
- …
2) Verhaalbegrip – Opbouw v. verhalen en wat je met verhalen kan doen
- Personages, plaats, tijd, …
- Boekentaal
- …
3) De functies geschreven taal – Kinderen raken vertrouwd met de functie van schriftelijke
communicatie
- Geschreven producten hebben een communicatief doel (boeken, tijdschriften, logo’s en
picto’s)
- …
4) De relatie gesproken en geschreven taal – Kinderen leren dat gesproken woorden schriftelijk
vastgelegd kunnen worden en omgekeerd (wat geschreven is, kan je lezen
- Aanzet tot zelf lezen: eerst picto’s, daarna eigen naam
5) Taalbewustzijn (ter voorbereiding van het aanvankelijk lezen) – onderscheid gaan maken tss
woorden en zinnen, vorm en betekenis, ….
- Onderscheid tss woorden en zinnen