Formules, grafieken en korte essentie van ieder hoofdstuk.
Hoofdstuk 1 t.e.m. 18
15/20 eerste zit door deze samenvatting te leren en powerpoints van de prof te bekijken.
Economie A
2019-2020
Wegwijs in economie
Hoofdstukken:
1. Wat is economie?
2. Het individu in de economie
3. Voordelen van samenwerking
4. Vraag, aanbod en marktevenwicht
5. Elasticiteit
6. Welvaart
8. Gezinnen consumeren
9. Gezinnen bieden arbeid aan
10. Basisbegrippen
11. De optimale factorcombinatie
12. Productiekosten
13. Perfecte concurrentie
14. Monopolie
15. Monopolistische concurrentie
16. Oligopolie
, Economie A
DEEL 1: basisconcepten
Wat is economie? Wat doet de econoom? (20-45)
Prosumenten = consumenten die ook goederen of diensten aanbieden in markten die voorheen door
de klassieke producenten of bedrijven bespeeld werden.
Schaarste = een middel is schaars wanneer de mogelijke aanwendingen van een middel de
beschikbaarheid van dat middel overstijgen.
Zeldzaam = weinig voorkomend
SCHAARS ≠ ZELDZAAM
Economie = sociale wetenschap die keuzes inzake productie en consumptie onder voorwaarden van
schaarste bestudeert, inl de gevolgen van deze keuzes voor de hele maatschappij.
Welvaart = de mate waarin schaarste wordt verminderd.
Economische behoeften = de verlangens van de mens waaraan hij/zij slechts kan voldoen door het
inzetten van schaarse middelen. (=immaterieel, onbeperkt en evolueren in de tijd)
Duurzame ontwikkeling (extra)
Duurzame ontwikkeling komt tegemoet aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening
van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. (Brundtlandt-definitie)
Keuze, afruil en opportuniteitskosten (24-25)
Opportuniteitskost = de niet gerealiseerde opbrengst van het best mogelijke alternatief voor de
gemaakte keuze. Meet de gemiste opbrengst van een alternatief middelengebruik en is meestal de
belangrijkste rol van een afruil.
Kosten tegenover baten: shortcuts of de marginale analyse (26-28)
Mental shortcut = een eerder intuïtieve beslissingsregel door het onvermogen om alle informatie te
verwerken of doordat relevante informatie ontbreekt.
Marginale kosten = de kosten van een bijkomende eenheid inspanning, output of productie.
Marginale baten = de baten of opbrengst van een bijkomende eenheid inspanning, output of productie
Het gebruik van modellen en aannames (28-30)
Ceteris paribus = het overige gelijk blijvend. Bij de studie van het verband tussen een aantal
economische grootheden nemen we aan dat alle overige verklarende factoren niet wijzigen.
Perfecte informatie = de aanname dat alle kopers en verkopers in een bepaalde markt een perfecte
kennis hebben van de prijs, het nut, de kwaliteit en de productiekosten van het betreffende goed (of
de betreffende dienst).
1
,Het 1ste model: de grens van de productiemogelijkheden (30-37)
Productie = de activiteit waarin productiefactoren en intermediaire goederen worden ingezet om via
een transformatieproces andere economische goederen voort te brengen.
Productiefactoren = de schaarse middelen die producten inzetten om tot een productie te komen.
Intermediaire goederen = verwerkte grondstoffen, hulpstoffen, halfafgewerkte producten,… die een
verdere verwerking vergen.
Economische goederen = Materiële zaken of immateriële prestaties die ontstaan uit de inzet van
productiefactoren.
Productiviteit = geeft het verband weer tussen de gerealiseerde output en de daartoe ingezette PF
Productiemogelijkhedengrens (PMG) = een curve die de maximale productie van combinaties van 2
goederen voorstelt bij stabiele productiefactoren en technologie.
Pareto-efficiëntie = bij verdeling van productiemiddelen als je van geen enkel goed meer kunt
produceren zonder van een ander goed minder te producten. Alle punten op de PMG, en alleen deze,
zijn Pareto-efficiënt.
Economische groei = een toename van het niveau van de economische activiteit
Recessie = een tijdelijke afname van het niveau van de economische activiteit die minstens 2 kwartalen
aanhoudt.
Het 2de model: de economische kringloop (37-42)
Economische kringloop = een schematisch model van de werking van de economie dat de relaties
tussen de verschillende economische agenten als een systeem illustreert
2
, De holistische visie van Kate Raworth (42-45)
Commons = elk gemeenschappelijk belang dat gedeeld kan worden door een groep mensen
Collaborative commons = gedeelde middelen bv Wikipedia
Circulaire economie = economisch systeem waarin geen grondstofvoorraden worden uitgeput en
waarin reststoffen volledig worden gerycleerd = kringloopeconomie
Donut-economie staat model voor de “economie van de 21 e eeuw”.
Die economie is niet de aan groei verslaafde, op fossiele brandstoffen draaiende machine waarin de
egoïstische “homo economicus” centraal staat.
Deze eeuw, waarin duidelijk is geworden dat de mensheid op planetaire grenzen stuit, heeft behoefte
aan een geheel andere benadering.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hwa1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.