In dit document vind u een volledige samenvatting van het vak Management Accounting en Controle voor TEW jaar 3. Dit document bevat informatie over de alle lessen relevant voor het examen. Dit document alleen is meer dan genoeg om het vak met volle vertrouwen te halen.
- Informatieverstrekking aan externen m.b.t. de financiële toestand van een bedrijf om de juiste
beslissing te nemen
o Wie? Aandeelhouders, verstrekkers van leningen, werknemers
- Informatie zit vervat in de jaarrekening
o elk jaar in staat om een overzicht te geven van de activa / passiva en Opbrengsten / Kosten
Management accounting / management controle
- Inzicht verwerven in het kostengedrag en de kostprijs van goederen, diensten, klanten of markten
o Doel : berekenen kostprijs
- Informatieverstrekking aan het management om hen toe te laten de juiste beslissingen te nemen
zodanig dat zij het bedrijf succesvol kunnen leiden
o Intern, niet extern
- Strategische planning en beslissingen op lange en korte termijn
- Evaluatie van de prestaties van de onderneming en haar afdelingen
o Informatie over de samenstelling van uw kosten
o Meten en evalueren prestaties O,K, winst / verlies
HOOFDSTUK 2 : BEGRIPPEN
2.1 KOSTEN EN KOSTPRIJS
Case : We produceren twee producten en verkopen ze. We willen de kostprijs berekenen van deze twee
producten. Een voorwaarde om de kostprijs te kunnen berekenen is dat je meetbare gegevens verzamelt.
1
Gedownload door: sepp_onsea | sepp_onsea@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
,2 knelpunten waarmee we rekening moeten houden in het bereken van de kostprijs :
1. We verkopen niet alle geproduceerde producten waardoor er een voorraad ontstaat. Hier moeten we
echter een waarde op kleven zodat ik de balans nog steeds kan opstellen. Welke waarde kies ik ? De
kostprijs.
2. Capaciteit = het maximale dat je kan produceren met je arbeid , machines, infrastructuur …. (max dat
je kan produceren ). Hier hebben ze een stuk van de capaciteit niet benut. We zeggen dan ook wel dat
de Bezettingsgraad / Benuttingsgraad is niet 100%.
Bovenstaande tabel toont ons de nodige middelen om de producten te kunnen maken. Wij krijgen alle
gegevens in praktijk moet je dit zelf meten. Dit is niet gemakkelijk. Bv. hoe lang duurt het om een badjas te
maken? Dit is niet altijd even lang. Wat is het loontarief? Dit is afhankelijk van de werknemer die het maakt
(leeftijd, ervaring, … )
Directe arbeid = arbeid die je direct verbruikt bij het maken van een product.
Indirecte arbeid = arbeid die niet verbruikt wordt bij het produceren bv. toezichthouder die kijkt of alles goed
verloopt
Ook uit bovenstaande tabel kunnen we een knelpunt afleiden : wat ga je doen met verloren materiaal/arbeid
(bv. door stof verkeerd te snijden ) neem je deze mee in je kostprijs ?
Geen enkele definitie van kosten is hetzelfde maar we vinden bijna altijd drie belangrijke kenmerken terug
1. Kostobject (waarvan willen we de kostprijs berekenen? )
• Voorbeeld : Bereken kost van één passagier per vliegtuig : passagier is kostobject
3. Middelen doelmatig werden / worden ingezet (Kostprijs berekenen nadat product werd
geproduceerd (= werden : middelen werden gebruikt) OF kostprijs schatten voor productie (worden ))
• Voorbeeld : bouwsector
Ik wil een woning laten bouwen. Je stelt een plan op en de aannemer zal een schatting van
kosten maken. Op basis van de inschatting van kosten zal de aannemer een prijs opstellen. Bij
verschillende aannemers krijg je dan verschillende tarieven.
• Als je prijs op voorhand zet moet je achteraf de werkelijkheid vergelijken met je raming.
Hieruit kan je conclusies trekken.
2
Gedownload door: sepp_onsea | sepp_onsea@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
,Diverse productiesystemen onderscheiden :
1. Stukproductie : elk product is verschillend (obv van de wensen van de klant)
2. Serieproductie : hetzelfde product in beperkte hoeveelheden geproduceerd
3. Massaproductie : hetzelfde product doorloopt eenzelfde productieproces in grote hoeveelheden
2.2 KOSTENINDELING
Classificatie van kosten = kosten indelen op basis van bepaalde criteria
CRITERIA 1 = Kosten bestemming
- directe kosten of indirecte kosten (overhead) : welke kosten kan ik direct toewijzen aan mijn product
en welke kan ik niet direct toewijzen?
o Directe kosten = Kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de kostobjecten
o Indirecte kosten = kosten die niet rechtstreeks kunnen toegewezen worden aan het
kostenobject
o Altijd denken in functie van kostobject (cost object)
o Bv. een arbeider verbruikt zoveel minuten aan de productie van een badjas
- problematiek : grote van de indirecte kost ? in welke mate voeg ik indirecte kost toe aan mijn kostprijs
berekening?
o Met een verdeelsleutel of een allocatiesleutel
o Problematiek : Bij verschillende verdeelsleutels heb je verschillende verdelingen. Hoe weten
we dan welke verdeelsleutel de gepaste is?
- Hoe meer directe kosten je kan onderscheiden, hoe nauwkeuriger de kostprijs. De laatste jaren zien
we echter dat het aandeel van de indirecte kosten toeneemt en dat van de directe kosten afneemt. Dit
komt o.a. door het inschakelen van machines en robotten. .
o Voorbeeld : In moderne apotheken wordt een medicament automatisch uit het magazijn
genomen via een robot. Je verliest geen arbeidstijd maar creëert een belangrijke indirecte
kost, nl. een robot die voor verschillende
apotheken werkt.
3
Gedownload door: sepp_onsea | sepp_onsea@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Problematiek van de verdeelsleutel :
- Voorbeeld : Afschrijvingskost gebouw
o De afschrijvingskost is 1 bedrag voor zowel badjassen als handdoeken
o Hoeveel van deze indirecte kost wijs ik toe aan badjassen en hoeveel aan badhanddoeken ?
o We kiezen als verdeelsleutel Productievolume
▪ 100 000 voor badjassen (1/3)
▪ 200 000 voor handdoeken (2/3)
▪ 1/3 en 2/3 zijn de verhoudingen voor de indirecte kost (overhead)
o Maar je kan ook een andere verdeling nemen bv. DAU (directe arbeidsuren ) dan krijg je de
verdeling 60% en 40% en bijgevolg ook een andere kostprijs
CRITERIA 2 = kostengedrag
- Hoe gedraagt de kost zich ?
- variabele kosten = kosten die variëren in totaliteit met de activiteiten
o Bv. Commissieloon, arbeid, garen,…
- vaste kosten = kosten die in totaliteit niet veranderen binnen bepaalde activiteitsgrenzen
o = structuurkosten = capaciteitskosten
- Evolutie vaste en variabele kosten :
Vaste kosten per eenheid : Hoe meer productie hoe beter je kost kan verspreiden over aantal eenheden.
In totaliteit stijgen de variabele kosten naarmate de productie en we veronderstellen dat de variabele kosten
hetzelfde blijven per eenheid product.
4
Gedownload door: sepp_onsea | sepp_onsea@hotmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Kellogs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.