Algemene economie
Hoofdstuk 1. Basisconcepten
economics= de wetenschap die bepaalde dingen gaat bestuderen (sociale
wetenschap)
the economy= het geheel van markttransacties die gebeuren
Economie is… een manier van denken/kijken
de wetenschap die relaties tussen bepaalde zaken probeert te beschrijven
- keuzes, behoeften, mensen, individuele voorkeuren
- trade-offs= we willen dingen maar we hebben schaarse middelen bv. tijd:
er is meer van gewild dan er is
- efficiëntie= zoveel mogelijk output voor zo weinig mogelijk input te
krijgen bv. input bedrijf zijn grondstoffen en output zijn afgewerkte
producten
1.0 Inleiding
o de studie van het menselijk keuzegedrag onder een bepaalde
beperking om behoeftes te voldoen
- voeding, onderdak, mobiliteit, scholing, vrije tijd, gezondheidszorg
- nood aan keuzes maar confrontatie met beperkingen in inkomen, tijd,
talenten, budget= bindende voorwaarden
men kan-zonder schuld op te bouwen-niet meer spenderen dan het
maandinkomen
tijd en geld zijn beperkt: tijd kan niet vergroot worden, wel
efficiënter indelen vb. poetsvrouw
niet-bindende voorwaarde
klimaat: niet zo bindende voorwaarde (op KT), ook niet vrijblijvend
- want: beperkingen voor toekomstige generatie
holistische benadering nodig op manier behoeftes bevredigd worden
- interacties tussen de economie en ecosysteem
- aandacht voor aspecten zoals gezondheid en levenskwaliteit
Kate Raworth
, illustratie van de holistische visie met expliciete aandacht voor
fundamentele afhankelijkheden of interacties (vereenvoudigde
weergave van de werkelijkheid)
economie maakt deel uit van een maatschappij die op haar beurt deel
uitmaakt van het ecosysteem aarde
cirkels: beperkingen waarmee we geconfronteerd worden (economisch,
maatschappelijk en ecologisch
o blauwe pijl: plastic in zee, stikstof, broeikasgassen
hoeveel van deze overtollige materie kunnen we achterlaten voordat we
limiet bereiken
o rode pijl: levende en niet-levende materie die de mens gebruikt vb.
aardolie, gas, water
o binnenste cirkel: om in menselijke behoefte te voorzien zijn er G
en D nodig (wat mensen gebruiken of consumeren)
voorzien van goederen en diensten
1) huiselijk werk: zelf voorzien bv. wortels uit moestuin, opvoeden van
kinderen
2) markt (door bedrijven geproduceerd) bv. meubels
verhandelt op de markt: gezinnen die consumeren en bedrijven die
produceren
3) voorzien door de staat bv. gezondheidszorg, onderwijs
4) gemeenschapsbezit/commons/collectieve eigendom
=hulpbron die gedeeld kan worden door groep mensen, waarvan
verschillende mensen samen gebruik kunnen maken
- niet 1 eigenaar, soms een groep mensen eigenaar en soms niemand
eigenaar
kunnen hand in hand gaan met markttransacties
A) door staat: hulpbronnen die vrij toegankelijk zijn op gronden in gem.
gebruik
- internationale visgronden, stadspark, speeltuin
B) gecreëerd door gezinnen
- buurtpicknick, gratis voedselbedeling, deeleconomie (G met elkaar delen)
- collaborative commons: Wikipedia, opensourcesoftware (door internet
communicatiekost heel laag
maatschappij
- economie ingebed in maatschappij en deze op zijn beurt in ecosysteem
economie heeft impact op beide
- bepaalde zaken vallen buiten marktwerking maar kern van sociaal leven
vb. vrijwilligerswerk, buurthulp, familiale steun, notities delen
- sociale welzijnsaspecten vb. burn-outs, uitbuiting in lageloonlanden
keuzes van de ene hebben gevolgen voor de andere bv. slechte
arbeidersomstandigheden bij fastfashion