lOMoARcPSD|47125435
Sociologie samenvatting
, lOMoARcPSD|47125435
Sociologie
H1: Het sociologisch perspectief
1.1 Het sociale en de sociologie
Sociologie socius (compagnon) & logos (rede + studie)
= de wetenschap van het sociale
= Giddens : de studie van het menselijke sociale leven, van menselijke groepen en samenlevingen
~ antropologie & politicologie & communicatiewetenschap sociale wetenschappen in de volle zin van
het woord, gericht op speicifieke sociale verhoudingen.
› deelt haar materieel object of feitelijke voorwerp van studie met andere
soc wetenschappen
Sociologisch perspectief
De sociologie bekijkt het samenleven door een aparte bril (≠ andere disciplines)
=> sociologische sociale werkelijkheid
= formele object
- Enerzijds : Algemene denkwijze die het sociale aanhoudende uiteenlegt in
sociale relaties en (on)geziene afhankelijkheden van vaak onbekende anderen
› sociologische verbeeldingskracht
- Anderzijds : 4 basisvragen die blik van socioloog richten bij het kijken naar
sociale relaties en afhankelijkheden :
I. Hoe is een geordend samenleven mogelijk?
› welke factoren/mechanismen zorgen voor orde & regelmaat in het
sociale leven?
› brede waaier van juridische procedures treden in werking bij
onenigheid
recht = belangrijk instrument
› socioloog wordt getroffen doordat er ook vlotte sociale
omgang is zonder expliciete rechtsregels of rechtspraak
II. Hoe werkt het samenleven door in individuele levens?
› ouder – kind (onderlinge beïnvloeding)
› als individu rekening houden met de fysieke aanwezigheid van
anderen
III. Hoe zien de basiscontouren van onze SL eruit?
› in wat voor SL leven we en waar gaan we naar toe?
› sociologische belangstelling: sociale heden
belangstelling naar basiskarakteristieken van de SL in haar geheel en
de veranderingen die zich daarbinnen aftekenen
1
, lOMoARcPSD|47125435
IV. Hoe komen we tot een algemene, tevens empirisch onderbouwde
sociologische kennis? via sociaalwetenschappelijk onderzoek
Kwantitatief onderzoek: toetsen van theoretisch goed onderbouwde
hypothesen of opnieuw testen van bestaande bevindingen
› in cijfers uitdrukbare bevindingen (harde data) die gelden voor
de onderzochte sociale groepering
› vanuit relatief kleine groep respondenten geldige conclusies trekken
voor de hele groep waartoe ze behoren
› bekendste methode: surveyonderzoek (enquête)
Kwalitatief onderzoek: explorerend karakter
› bestudeert sociale fenomenen in de diepte
› 2 methoden:
participerende observatie
onderzoeker dompelt zich onder in de sociale wereld die hij wilt
onderzoeken, doet mee, sociale detective
bij elk bezoek geeft hij zijn oren en ogen de kost
diepte-interview
open gesprek, interviewer kan doorvragen
=> levensnabij portret
nadeel: bevindingen kunnen niet zomaar worden veralgemeend
de vierde gaan we echter niet behandelen
De sociologische driehoek: feitelijke sociologiebeoefening komt neer op drieledig gebeuren :
theorievorming
empirisch onderzoek sociale sturing
wordt gebruikt door sociologen binnen subdisciplines (bv : gezinssociologie)
1.2 Over sociale relaties, bindingen en verbanden
Als we denken aan sociaal denken we aan sociaal handelen, handelen dat gericht is op het handelen van
anderen. Dit hangt samen met agency, je hebt iets nodig om te handelen. Vb : naar de les gaan om samen te
handelen. Dat naar de les gaan zorgt voor sociale relatie, verhouding en betrekking.
Sociaal handelen = het handelen van een actor georiënteerd op het handelen van een of meer
andere actoren
- door actor: stelt handelingen, van welk aard ook, en bezit per definitie een zeker
handelingsvermogen, agency
› collectieve (in naam van bedrijven, politieke partijen of andere sociale
verbanden sociaal handelen) of individuele actoren
- sociaal handelen impliceert een betrokkenheid in de activiteit van
actor A op het doen en laten van actor B
sociale verhouding, relatie of betrekking zijn de uitkomst van het samenhandelen van 2 of
meerdere actoren
- 4 kenmerken samenhandelen :samenhandelen = elk handelen waarbij minstens 2 mensen zich
wederzijds oriënteren op het handelen van andere(n)
› zelfreferentialiteit: binnen een proces van samenhandelen refereert
ieder nieuw element aan eenzelfde soort element
elke sociale handelingre verwijst naar een toekomstige of voorgaande sociale
handeling
, lOMoARcPSD|47125435
- je reageert op iets wat je waarneemt, je kan je niet aanpassen op wat er in
iemand zijn hoofd zit
› dynamisch, tijdsgebonden proces : (= momentaan). : sociaal handelen heeft tijd nodig,
verandert voortdurend.
› open, onvoorspelbaar karakter (=contingent): antwoorden of
tegenwerpingen zijn voorspelbaar, maar hun inhoud niet altijd
- het kon ook allemaal anders zijn (vb : lessen opnemen door
corona).
› minimum aan bewuste/psychische betrokkenheid: attentie/aandacht is
nodig om sociaal handelen te laten voortduren
reflexieve monitoring van handelen (Gibbens) = voortdurend succesvol
sturen en controleren door de actor van zijn eigen activiteit hoe je
verder gaat handelen wordt bepaald door wat je ziet.
Sociale relatie, verhouding of betrekking = het met elkaar verweven geraken van de sociale
handelingen van twee of meerdere actoren
- relaties die ontstaan o.b.v. een bepaalde afhankelijkheid tegenover een
andere persoon sprake van een afhankelijkheidsverhouding of sociale
binding actoren hebben elkaar nodig
› mensen zijn gevat in een specifieke configuratie van afhankelijkheden
sociaal verband = samenhangend geheel van sociale bindingen met een
zekere duurzaamheid en voor derden observeerbare grenzen
(bv: gezinnen, vriendengroepen, bedrijven, ziekenhuis, KU Leuven maakt deel uit van de
Vlaamse universiteiten)
› 4 soorten bindingen: cognitieve (sociale) (vb : schoolklas),
economische (vb : bakker en helpers), politieke (vb : tussen burgers
en politici) en affectieve (vb : tussen vrienden en geliefden).
1.3 Van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenleving
Veralgemeende of gegeneraliseerde afhankelijkheid = het van iedereen een beetje
afhankelijk zijn
- algemene, niet persoonsgebonden afhankelijkheid
oorzaak: hoge mate van arbeidsindeling
- van weinigen heel sterk afhankelijk (affectief)
- sociologisch : of we het nu willen of niet, mensen zijn aangewezen geraakt op steeds meer andere
mensen.
Sociaal netwerk (De Swaan) = lange ketting van afhankelijkheden
- elk product kan volgens De Swaan gezien worden als de concretisering van een uitwisselings-,
arbeisdelings- en afhankelijkheidsnetwerk, als belichaming van de vermaatschappelijking van menselijke
arbeid.
- waarin sociale bindingen en verbanden ingebed liggen
- als wetenschap van het sociale bestudeert de sociologie dus sociale verhoudingen die vaak ook
sociale binden zijn omdat er een wederzijdse afhankelijkheid speelt.
Gevaar voor verdinglijking of reïficatie
= taalgebruik waarbij we praten over een autonoom object dat buiten ons om bestaat en
een eigen werkzaamheid bezit (bv: ‘de economie’)
- nadeel: geen samenhandelen meer zien, maar een autonoom object