Gestructureerde en volledige samenvatting van het vak "Geschiedenis van het Publiekrecht en de Politiek". De samenvatting is gebaseerd op de hoorcolleges (lessen), powerpoints en het boek.
A. GESCHIEDENIS
Geconsolideerde wetgeving is het knippen uit een bepaalde wettekst en het elders plakken
Gecoördineerde wetgeving: de inhoud niet veranderen maar het systematissch ordenen van een wet
(bv: de gecoordineerde wet)
1. RECHTSGESCHIEDENIS = METAJURIDICA
- Niet het positieve recht want dat is het recht dat is, zwart op wit, wat dagelijks wordt
toegepast en kan worden afgedwongen
o We kijken naar de interactie tussen recht en politiek, techniek etc…
o Bv: nieuwe rechtsregels die ontstaan zijn door het ontstaan van het internet
- Vanuit historisch-wetenschappelijke invalshoek
o Vergelijk: rechtssociologie, rechtsfilosofie, rechtseconomie, rechtspsychologie, …
(interdisciplinair)
o Uit het juridische paradigma stappend
o bv. nemo censetur ignorare legem (iedereen wordt geacht de wet te kennen)
= het metajuridische gaat zich bezighouden met de vraag “waarom?”
- pak bv. Rechtseconomie waar drugsproblemen nog altijd problematisch zijn we gaan ons
dus afvragen wrm er nog altijd zoveel mensen drugs gebruiken terwijl dat er in onze
wetgeving staat dat dat verboden is (= mss als oplossing hogere boetes inlassen?)
- De rechtsgeschiedenis is eig een resultaat van de “historische rechtsschule” => van Carl
Friedrich Von Savigny die zei dat het recht de volksgeist uitdrukt en dat zowel canoniek als
romeins recht werd onderwezen MAAR dat recht was dus niet overal gelijk
- Een andere verandering is bv. Dat we nu het milieurecht hebben omdat de geschiedenis
van ons land nu zo is, hebben wij een bepaald milieurecht (dat bv niet hetzelfde is in andere
landen)
2. WISSELWERKING TUSSEN RECHT/GESCHIEDENIS EN RECHTSWETENSCHAP/GESCHIEDENISWETENSCHAP
a) Geschiedenis dient recht
o HEURISTIEK= vaardigheid of de kunst om zaken op te zoeken (en te vinden) gaat
over de toepassing van normen in de tijd
Bij ons geldt het beginsel van non-retroactiviteit = nieuwe wetgeving geldt IN
PRINCIPE NIET voor het verleden maar wel voor de toekomst
Overgangsbepalingen zijn bv. Een uitzondering
Tempus regit actum (internationaal privaatrecht)
Locus regit formam acti: een akte opgemaakt is nog altijd geldig als
je naar het buitenland gaat
Bv: een testament werd vóór 1789 opgesteld door een pastoor
, o Je moest dan legaten geven om zogezegd in de hemel
terecht te komen daarom is de kerk rijker en rijker
geworden
o In principe zijn die testamenten nog geldig vandaag de dag,
MAAR als er bv in dat testament stond dat de helft van het
geld moest gaan naar de vrouw van de overledene en de
andere helft naar de dokter die de overledene het laatst
geholpen heeft EN vandaag de dag is die laatste optie niet
meer mogelijk dan is de VORM dus nog altijd geldig maar de
INHOUD niet de helft kan wel nog naar zijn vrouw gaan
maar niemeer naar de dokter die hem het laatste geholpen
heeft
o Er bestaan nog drie soorten testamenten: 1. Notarieel
2.holografisch testament (eigenhandig geschreven) 3.
eigenhandig schrijven en laten opnemen door titularis
o INTERPRETATIE: CORRECT BEGRIP VAN DE NORM (WETSHISTORISCHE
INTERPRETATIE EN RECHTSHISTORISCHE INTERPRETATIE)
Wetshistorische interpretatie voorbereidende documenten van de
formele wet = algemene norm van de overheid die de vorm aanneemt van
wetgever (parlement/Kamer)
1. Wetsontwerp (regering) / wetsvoorstel
2. Memorie van toelichting enkel bij wetsontwerp omdat de regering
een enorme uitleg moet vermelden bij het ontwerp
3. Advies van de afdeling wetgeving RvS = technisch juridisch advies over
dat ontwerp dat advies is VERPLICHT voor ontwerpen maar niet voor
en wetsvoorstel
4. Verlsag parlementaire commissie document wordt neergelegd bij het
bureau van het parlement
5. Amendement er kunnen wijzigingen gebeuren aan die teksten
6. Ontwerp wordt goedgekeurd door één Kamer
7. Dan moeten die wetten ondertekend worden (bekrachtiging en
afkondiging)
8. Inwerkingtreding en publicatie gebeurt in het Belgisch Staatsblad en
treedt normaliter in werking 10 dagen na de bekendmaking, tenzij anders
bepaald in de slotbepaling
BELANGRIJK bij die interpretatie is de ratio legis = wrm wordt er nu een wet
opgesteld en goedgekeurd??? (dit is allemaal wetshistorische interpretatie)
o INHOUD RECHT (HISTORISCH ARGUMENT)
Bv. Vroeger bestonden er rollen archieven en “acquis” om bepaalde rechten
te verwerven
o Inhoud feiten (historische expertise):
Als je een zaak voor de rechter wil spannen dan kan er bij dat proces een
technisch dossier opgesteld worden gerechtelijke expertise
Bv: negationismeprocessen waarbij het verboden is te beweren dat
de Holocaust zich niet heeft voorgedaan
2
, b) Recht dient gechiedenis:
* Instellingen: dragers van politieke macht
* Bronnen (twee soorten)
1. Rechtsbronnen = waar komt het recht vandaan?
Materieel= Formeel= kijken naar de vorm van recht
Kijken naar de inhoud (veel religie,
politiek etc…)
2. Historische bronnen = geschreven of juridische bronnen
GESCHREVEN:
WET (materieel)
Rechtspraak = rb’n moeten de mensen helpen geen weigering mogelijk
(The Supreme Court in de VS is de hoogste instantie mbt rechtspraak
Rechtsleer = juristen die geschriften opstellen en dus ook bijdragen aan het
recht
NIET-GESCHREVEN:
Gewoonterecht = ongeschreven en was vroeger de belangrijkste bron van
het recht
Algemene rechtsbeginselen = normen die moeten worden erkend door de
rechterlijke macht
Bv. Beginsel van redelijke termijn
3. CONTINUÏTEIT EN EVOLUTIE
Recht is constant in evolutie bv. Recht voor de FR was compleet anders dan erna
o Evolutie is de regel
o Revolutie is DE UITZONDERING
Materiele continuïteit (het werkelijke land)
o Werkelijke land blijft hetzelfde terwijl het wettelijke land verandert
o Inhoud verandert
o Bv. Armenzorg die inhoudelijk kerkelijk werd geregeld en later pas statelijk dus is
inhoudelijk verandert
Formele continuïteit (Het wettelijke land)
o Wettelijke land blijft hetzelfde terwijl het werkelijke land verandert
o De vorm verandert
o Bv: er ontstonden burgerlijke godshuizen na 1789 en daarvoor was het kerkelijk
maar de inhoud is hetzelfde, de vorm is gewoon anders
- Continu = conservatief MAAR ook progressief
o Micro-vlak:
juristen aan beide zijden van een geschil
ieder ‘zijn/haar’ waarheid
o Macro-vlak:
juridisch instrumentarium voor een ideologie
elke wetgever wil ‘betere’ wetten
3
, 4. NOODZAKELIJKE REFLEX VAN DE HISTORISCHE KRITIEK
- ‘Papier is gewillig’
o Normatieve bronnen (het wettelijke land)
o MAAR we moeten ook kijken naar de Law in action (het werkelijke land … althans
een deel ervan)
Bv. Als we kijken naar de heksenprocessen die zijn wel degelijk
opgeschreven maar die zijn in praktijk niet zoveel uitgevoerd geweest als ze
dachten dus er was minder law in action, want die is in principe minder
streng dan de “strenge regelgeving”
Bv: er is een lange strafrechtelijke keten kennis feiten, aangifte,
verzoening, compositie (afkoop), seponering, personeelstekort, afkoop straf,
gratie…)
- De historicus is kritisch
o De jurist moet dat ook zijn (bv. GwH)
o Kritische vragen stellen aan elke tekst
5. HISTORISCHE ACHTERGROND
o Historiografisch (ook deze cursus)
Oudheid / Middeleeuwen / Vroegmoderne tijd / Nieuwste tijd
o Cultureel (recht is cultuur)
Prehistorie - antieke cultuur – Germaanse verhuizingen – burchten en heren
– steden – christelijke middeleeuwen – Renaissance/Humanisme –
Verlichting – Romantiek – Belle Époque - wereldoorlogen –
internationalisering/europeanisering/globalisering
o Politiek (recht is macht)
Rome – Merovingers – Karolingers – feodaliteit en territoriale vorsten
(Graven van Vlaanderen/Hertogen van Brabant) – Bourgondiërs – Spaanse –
Oostenrijkse tijd – Franse revolutie en Napoleon – Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden – België (unitair en federaal)
o Rechtshistorisch (recht = normen)
gewoonterecht – receptie (het opnemen van vreemd recht in ons eigen
rechtstelsel) – statelijke wetgeving en rechtspraak – globalisering
Historische kennismaking met onze faculteit
- Rechtswetenschap als ‘rechtsgeleerdheid’
o “receptie” Bologna 11de eeuw rechtswetenschap is ontstaan in Bologna
o Universiteit van Leuven 1425 tijdens de Nederlanden
o “Rechten”: Romeins en canoniek werd er toen onderwezen
o De meeste juristen studeerden dus ook af aan die universiteit van Leuven
- (Rijks)Universiteit GENT
o Organisatie:
1817: Hollandse periode
Bv. Hippolyte Metdepenningen die afstudeerde in 1818 eerste
afgestudeerde aan Ugent
Hij was een liberaal tegen de koning
Orangist was nog voor het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
en dus tegen de Belgische monarchie
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudentjelol. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,49. Je zit daarna nergens aan vast.