Prof. Bieke Abelshausen
Agogische dimensies van duurzame ontwikkeling
OPDRACHT
• Groepswerk
o Schrijf een positiepaper over een onderwerp uit de les of een onderwerp naar keuze
dat te maken heeft met duurzaamheid
o In Brussel foto’s nemen van duurzaamheid
→ als groep indienen
→ op examen kunnen zeggen wat er op de foto’s staat
• Individu
o Paper schrijven, template staat op canvas
o Binnen het onderwerk nemen we een standpunt in
o Onderbouwd standpunt (gebaseerd op onderzoek), geen opiniestuk
▪ Eender welke keuze die je maakt moet altijd een afweging zijn tussen zowel
positieve als negatieve impacten
EXAMEN
• Mondeling → 5/6/7 of 8 januari
o 15 min voorbereiding en 15 min examen
o Bespreek je positie paper
▪ Waarom dit onderwerp
▪ Waarom deze perspectieven
o 1 theorie vraag en 1 toegepaste vraag
• Boek: Kahei Saito: Systeembreuk
• Teksten lezen !!!
SIDE NOTE : - de filmpjes in de les zijn ook theorie
- de teksten zijn gelijk aan de les, teksten niet vanbuiten leren
LES 1
• Er is geen eenduidig antwoord op wat duurzaamheid is
o Er zijn veel definities uit het westen over wat duurzaamheid is
• Duurzaamheid gaat over veel meer dan louter het ecologische
• DOMINANT WESTERS WERELDBEELD VANDAAG: De mens zet zichzelf vaak boven de natuur,
en ook boven aan de keten
o Wat is onze plaats in het milieu?
o Antropocentrisme: De menselijke ervaring wordt als het beginpunt gezien van
waaruit de wereld wordt gestructureerd en georganiseerd
1
,Prof. Bieke Abelshausen
o Biocentrisme: ethische perspectief dat alle levende wezens gelijke morele
overweging verdienen . Degenen die pleiten voor biocentrisme promoten het
behoud van biodiversiteit, dierenrechten en bescherming van het milieu.
o Ecocentrisme: wereldbeeld dat niet de mens, maar het ecosysteem in het centrum
der dingen plaatst. Het probeert het belang van de mens te de-benadrukken, terwijl
het het belang van planten, dieren en andere organismen, evenals niet-levende
wezens zoals water en aarde, promoot.
▪ Vb: Lucht, of propere lucht / kip eten, maar nadenken over de manier waarop
/ hoe wij omgaan met onze bossen/ bomen krijgen zelfde rechten als mens
▪ Abiotische factoren: Invloeden uit het ecosysteem op een organisme die
door levenloze dingen worden veroorzaakt, zoals temperatuur, lucht, water,
licht.
• Hoe uiten deze wereldbeelden zich in onze samenleving
o Voorbeelden: WWF, Gaya, animal rights
o Ons gedrag omzetten in ons handelen, gebeurt niet. Maatschappij ook niet toelaten.
Heel moeilijk om duurzaam te eten, vanwaar komt het?
o Mensen slecht in gedragsveranderingen, heel kleine stapsgewijze zaken.
Filmpje (kennen voor examen): De manier waarop de westerse maatschappij van oudsher naar de
natuur kijkt, is eigenlijk de oorzaak van alle crises waarmee we nu te maken hebben. Dat stelt
natuurfilosoof Matthijs Schouten. “We hebben de aarde uitgeput.” Gelukkig ziet hij een grote
verschuiving in die houding. “We zien de natuur nu steeds meer als partner, of onszelf als onderdeel
van de natuur. Er zijn 4 soorten grondhoudingen.
1) Eigenaar: Westere SL is hierop gebaseerd. Mens staat bovenaan de rangorde
2) Rentmeester/ stewardship: wie zijn de ambassadeur, de gene die zorgt voor de natuur. We
hebben de natuur in bruikleen en moeten die in goede staat weer doorgeven aan onze
kinderen
3) Participant: De mens staat niet los van de natuur, maar is daar onderdeel van
4) Partner: wederzijdse samenwerking met de natuur. Niet alleen een mens doet er toe, maar
die boom ook, net zoals dat meer.
Les 2:
2.1 Rol van de mens in de natuur
● Wat merken we op bij deze beelden?
o Grote culturele verschillen wanneer we kijken naar deze wereldbeelden
o We merken op dat verschillende landen en culturen anders omgaan met hun
omgeving.
2
,Prof. Bieke Abelshausen
● Definitie duurzaamheid = “Duurzame ontwikkelingen is een ontwikkeling die voorziet in de
behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de
mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien “our common
future” – Brundtland
o Eerste expliciete uiting van de negatieve impact van de mens op het milieu werd onder
de aandacht gebracht door Rachel Carson in 1962 met het boek ‘Silent Spring’. Dit
boek maakte mensen bewust van de gevaren van het overvloedig gebruik van
chemische pesticides (DDT). Mensen/ wetenschappers luisterden niet naar Carson.
Helaas denken wij vandaag nog steeds dat wij de natuur kunnen ‘beheersen’.
o In de westerse landen wordt er meer gereageerd
o De eerste keer dat er globaal gereageerd werd op een probleem is bij het gat in de
ozonlaag.
o Kritiek op deze definitie: → Heel antropocentrische visie
→ Ontbreken van kennis wat mogelijke impact gaat zijn
→ Het woord ‘behoeften’ is extreem problematisch om
verschillende redenen
→ Het woord ‘generaties’: Duurzame ontwikkeling gaat niet
over ons bestaan, wij kunnen even goed een tijdelijke
fase zijn net zoals de dinosaurussen. Duurzame
ontwikkeling gaat over het behoud van de natuur/ milieu.
Wij hebben de natuur nodig, de natuur ons niet
2.2 Agogische dimensies
1. Contextualisatie
Duurzame ontwikkeling is met de westerse visie gekleurd
Culturele diversiteit
● Culturele diversiteit en biodiversiteit voor een duurzame ontwikkeling
o Culturele diversiteit: omvat de verspreiding van taal, kennis, tradities, geloof en
wereldvisies.
▪ Deze diversiteit speelt een cruciale rol in de ontwikkeling en vooruitgang van
duurzame ontwikkeling.
▪ Is belangrijk voor het kijken hoe we omgaan met de natuur (sommige
culturen staan veel dichter bij de natuur dan anderen). We moeten van
elkaar leren. Het dominante noorden moet beseffen dat hun waarheid niet
DE waarheid is.
▪ Vaak wordt duurzame ontwikkeling te eenzijdig bekeken vanuit economische
of ecologische invalshoeken, terwijl cultuur een essentiële pijler is.
3
,Prof. Bieke Abelshausen
Quote: “Voor meer dan de helft van de wereldbevolking zijn biodiversiteit en duurzaamheid
wreedaardige grappen van een kleine elite” – Opstal
→ Vb; Onze bushaltes die geschrapt worden door politici, die dan zelf elke dag de auto nemen
→ Vb; Lage emissiezones
→ Vb; Fast-fashion, wij zijn er allemaal schuldig aan omdat we ons er niet onschuldig aan kunnen maken. Zie
filmpje de textielberg: Afvalbergen in het globale zuiden.
Hypothetisch : als je als agoog een actie moet opstarten om dergelijke problematieken tegen te gaan
→ Stap 1 = Bewustwording
→ Stap 2 = Moeilijk, alles heeft altijd een negatieve impact. Wij gaan altijd de andere richting
uit ipv de duurzame richting. Wij zijn nu zo verweven met ons onduurzaam gedrag, dat
duurzaam gedrag grote negatieve impacten heeft, waarbij het als gevolg heeft dat radicale
veranderingen negatief eindigen. Stel dat je nu bv lokaal gaat consumeren, gaan veel jobs
verloren. Stel dat je hier in België gaat beginnen recycleren, gaat een hele industrie in het
oosten verloren…
Anywayssss, hetgeen je als agoog niet mag doen is stilstaan, en beseffen dat je deel bent van een
systeem: Jij als individu bent maar een klein deeltje van die verandering
Mogelijke examenvragen: Welke wereldbeelden bestaan er op duurzaamheid, definitie
duurzaamheid en zijn kritieken erop, “quote’s” op de slides als toepassingsvraag, …
Quote: “Culturele diversiteit is meer dan puur verschil in cultuur. Het is een waarde die erkent dat
verschillen in mensen een deel zijn van de systemen en relaties. Het verenigt waarden als creativiteit,
waardigheid en gemeenschap. Zonder deze culturele waarden is geen enkele duurzame visie op
ontwikkeling mogelijk, aangezien het niet gebaseerd is op de morele toewijding van de uitvoerders
van ontwikkeling, die deel zijn van specifieke culturele gemeenschappen.”
→ Als je plannen maakt die culturele diversiteit niet meeneemt, of als je er geen rekening mee houdt, dan
hebben weinig van alle plannen geen zin (vb: culturele verschillen in het gebruik van openbaar
vervoer: prijs, comfort, afstanden, toegankelijkheid voor mensen met een beperking, gender, veiligheid,
koning auto, fietsen) → In Brussel sluiten ze in het openbaar vervoer bijvoorbeeld mensen met een
beperking uit, maar ook ouderen, vrouwen met kinderen…
→ Als je vertrekt vanuit verschillende culturen, creëren we niet alleen een basis waarop we onze duurzame
activiteiten kunnen uitvoeren, maar worden we ook creatiever voor de toekomst.
Les 3
3.1 Duurzame ontwikkeling
2000: Millennium (ontwikkelingsdoelstellingen)
2015: Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen ---------->
maar wie stelt dat deze duurzaam zijn?
wordt gezien als een lijst die je moet aftikken…
2030: ?
4
, Prof. Bieke Abelshausen
Definitie duurzaamheid = “Duurzame ontwikkelingen is een ontwikkeling die voorziet in de behoefte
van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar
te brengen om ook in hun behoeften te voorzien “our common future” – Brundtland
→ Wereldbeelden en uiting in de wereld zijn cultureel bepaald?
→ Bestaan er dan zo iets als universele behoeften?
Quote: “Als je bedenkt dat de meeste wereldtalen niet eens een specifiek woord hebben voor natuur,
dan begrijp je hoe belangrijk het is om te weten wat mensen verstaan onder natuur en welke waarde
dit voor ze heeft.”
Duurzaamheid
o Wie is er voor duurzame ontwikkeling?
o Wie denkt dat de klimaatverandering een probleem is?
o Voor wie is dit een probleem?
▪ Ons, de natuur, de dieren… Het is onze schuld, maar het is in principe ook een
soort van natuurlijk proces dat al sinds het begin van de aarde bestaat. Maar
het is de eerste keer dat de snelheid waarmee het gebeurt zo hoog ligt
● Theo Maassen: “de klimaatverandering is voornamelijk een probleem voor ons, de mensheid.
De wereld was hier lang voor ons en zal hier ook nog lang na ons. De klimaatverandering is als
koorts. De mensheid is het virus dat de wereld probeert te bestrijden.”
o De vraag is evident, maar het antwoord niet. Laat ons natuurbeheer eens bekijken
vanuit het perspectief van Bambi. Hoe kijkt bambi naar duurzaamheid
● Duurzaamheid - Verschil in perspectief
o Niet wie is voor duurzame ontwikkeling, maar voor wie is duurzame ontwikkeling
o Noden
▪ Zijn deze universeel?
• Eén gemeenschap vindt zuivere lucht en open ruimtes noodzakelijk
• Eén gemeenschap vindt materiele rijkdom noodzakelijk zelfs indien
dit vervuiling in de hand werkt.
▪ Hoe breng je deze twee ‘noden’ dan samen?
• Welk kies je?
• Wie is diegene in ‘nood’
→ Wie gaat dan wat beslissen? Wie heeft effectief nood? De ontwikkelingsdoelstellingen zijn
gemaakt door het dominante noorden, maar zijn zij effectief behoeftig? Wij bestendigen onszelf als
behoefte
→ Wat een behoefte is voor de ene, is niet perse een behoefte voor de andere. Wereldbeelden en
uitingen in de wereld zijn cultureel bepaald, gezamenlijk denken, in realiteit niet bestaan.
5