Anatomie: Het voortplantingsstelsel
Termen:
• Gameten (23 chromosomen)
o Voortplantingscellen
o Bij dieren: spermacel en eicel
• Bevruchting (2 x 23 chromosomen)
o Versmelting van mannelijke en vrouwelijke gameet
• Gonaden
o Voortplantingsorganen
o Bij mensen: testes en ovaria
• Zygote (46 chromosomen)
o Bevruchte eicel
o Alle cellen die hieruit voortkomen vormen een menselijk lichaam, en hebben
hetzelfde erfelijk materiaal
Te kennen figuren
• 19.1
• 19.5
• 19.6
• 19.8
• 19.11
• 19.12
19.1.1. de testes
In het scrotum
, In het scrotum
• Temperatuur regeling
o Ideaal= 1,1 graden lager dan elders in het lichaam
o Musculus cremaster: spier die de testis omhoog trekt
o Tunica dartos: weefsellaag met gladde spieren die de scrotumhuid
samentrekt (rimpelig)
• Bouw
o Tunica albuginea (‘witte deklaag’), loopt uit in
o Tussenschotten (septa), tussen
o Opgerolde testiskanaaltjes. (1,5 km per testis) (produceren spermacellen)
o Tussen. De kanaaltjes: interstitiële cellen (produceren Androgenen)
o Eindpunt kanaaltjes: rete testis (rete=net)
• Spermatogenese
o In de testiskanaaltjes
§ Spermatogonia: stamcellen voor spermatogenese
§ Sertolicellen: voedend en stimulerend
Spermatogonium
↓
Primaire spermatocyt
↓
Secundaire spermatoyt
↓
Spermatiden
↓
Spermacellen
!Belangerijk! aantal chromosomen in lichaamscellen bevatten. Voor elke cel. Die meiose.
Ondergaat, produceren de testes vier spermacellen, terwijl de ovaria slechts 1 eicel
produceren.
• Spermacel
o Kop
§ Celkern met chromosomen
o Middenste deel
§ Mitochondriën
o Staart
§ Zwepend, voortbeweging
§ Uniek in menselijk lichaam
o Ontbreekt