SV PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
Les 1: biologische perspectieven op persoonlijkheid
IS ER EVIDENTIE VOOR EEN FYSIOLOGISCHE BASIS VAN PERSOONLIJKHEID ?
(BOEK P. 154-183)
Fysiologische basis van persoonlijkheid? (BIOLOGISCH)
- Historisch
o Oude Grieken (lichaamssappen, fysiognomie, frenologie)
o Historische definitie van Allport
- Verband persoonlijkheid ~ fysiologische parameters (en ontwikkeling van theorieën die op deze
parameters geënt zijn)
- Hormonaal onderzoek : verband persoonlijkheid ~ testosteron, cortisol & oxytocine
- Persoonlijkheidsverandering na hersenletsel
OVERKOEPELENDE CENTRALE ASSUMPTIE VAN PSYCHO -BIOLOGISCHE THEORIEËN
- Psychologische verschillen tussen mensen resulteren uit verschillen in fysiologische systemen
- Belangrijk doel: betrouwbaar meten van fysiologische indicatoren
- Conceptueel kader van psychobiologische theorieën
Connections between
environmental
conditions,
personality traits and
responses build a
theoretical bridge
that links personality
to specific situations
in terms of evoking a
certain psychological
response, which can
be identified and
measured using
specific physiological
measures
,OVERZICHT FYSIOLOGISCHE INDICATOREN VAN PSYCHO -BIOLOGISCH ONDERZOEK NAAR
PERSOONLIJKHEID
Huidgeleiding Autonoom Zenuwstelsel:
Cardiovasculaire maten Sympathisch vs. Parasympatisch
Hersenactiviteit Centraal Zenuwstelsel
Hormoonspiegel Hormoonstelsel
FYSIOLOGISCHE METINGEN : AUTONOOM ZENUWSTELSEL
Autonoom zenuwstelsel :
- = Meten van de systemen die betrokken zijn bij de regulatie van arousal
- (1) Electro-Dermale metingen (huidgeleiding)
o Via zweetklieren in handpalm (sympathisch zenuwstelsel : fight or flight)
▪ 2 elektroden
• Waarbij de ene kleine elektrische pulsjes uitstuurt
• de andere meet hoeveel elektriciteit overschot er doorgekomen is
▪ Want water geleid elektriciteit
• Dus hoe meer je zweet, hoe groter de kans dat de hoeveelheid
elektriciteit die je terugvindt in de 2e elektrode evenveel zal zijn als bij de
1 e elektrode
• Als je weinig zweet, zal er weinig/minder elektriciteit worden
doorgegeven en zal de dosis elektriciteit in de 2e elektrode lager zijn dan
bij de 1e elektrode
o Gevoeliger aan psychologisch significante stimuli dan aan thermale stimuli
▪ Lawaai
▪ Visuele stimuli (emo-foto’s)
o = methode tot meting emotionele arousal
▪ Vb. toepassing leugen detectie
- (2) cardiovasculaire metingen Stijging bij stress, angst
o Hartslag → tijd tussen 2 hartslagen meten Stijging bij cognitieve inspanning
o Bloedvaten → bloeddruk meten (vb. piekeren of moeilijke taak)
o Systolisch vs. diastolisch
▪ Systolisch : het hart trekt samen, bloeddruk stijgt en bloed stoomt uit de vaten
▪ Diastolisch : het hart ontspant, de bloedruk daalt en het hart vult zich met bloed
BESLUIT van fysiologische metingen van het autonoom zenuwstelsel
- (1) belangrijke individuele verschillen in cardiale reactiviteit bij blootstelling aan dezelfde taak of
stress
o Introverten en neuroten : hogere cardiovasculaire activiteit bij arousal
- (2) belangrijke verschillen in huidgeleiding bij blootstelling aan dezelfde taak of stress
o Hogere geleiding bij introverten bij stress of inname cafeïne
o Hoog neuroten chronische activatie van het sympathisch zenuwstelsel
- Dus : Bij iedereen zal de cardiale reactiviteit verhogen bij blootstelling aan stress, maar de mate
waarin deze verhoogt is sterk individueel afhankelijk
, -
FYSIOLOGISCHE METINGEN : CENTRAAL ZENUWSTELSEL
Centraal zenuwstelsel :
- EEG (elektro-encefalogram)
o Elektrische activiteit, geproduceerd door de hersenen
▪ Alpha wave: rust → inverse indicator van activiteit
• Dus hoe meer alpha waves je kan zien bij een persoon op een EEG, hoe
meer die persoon in rust is
o Doel : identificatie van activatiepatronen in verschillende regio’s in relatie tot informatie-
processing (vb.geheugen)
- ERP (event-related potential)
o Elektrische activiteit in respons op omgeving
▪ elektrische activiteit van de hersenen die optreedt als reactie op een specifieke
gebeurtenis of stimulus (bijvoorbeeld een geluid, beeld of aanraking)
o Sterk gebruik in OZ nr emoties
o Terrein van brain asymmetry research (de 2 hemisferen van de frontale hersenen)
▪ Hersenhemisferen (frontale regio) worden op unieke wijze geactiveerd
• Links = actief bij positieve emoties
• Rechts = actief bij negatieve emoties
→ Wordt ondersteund door EEG OZ (vb. aanbieden van positieve vs. negatieve
woorden, foto’s)
→ ook bij jonge kinderen met proefexperiment zoete vs. bittere vloeistof
Besluit van fysiologische metingen (EEG en ERP) van het centraal zenuwstelsel
- Niet iedereen reageert even intenst op positieve vs. negatieve prikkels
- Waarom verschillen mensen in hun affectieve reactie op films? Wrm ene mens wenen bij
emotionele film en anderen niet? Wrm sommige mensen bang bij horror films en anderen niet?
o Heeft deels te maken met verschillen op neurotisch vlak
o Verschillen tussen individuen in activiteit van linker vs. rechter hersenhemisfeer in
rusttoestand
▪ Positief ingestelde pers → meer activatie links
▪ Negatief ingestelde pers → meer activatie rechts
o Verschillende treshold of respondingen bij stimulatie
▪ Positief ingesteld → lagere treshold voor positief affect
▪ Negatief ingesteld → lagere treshold voor negatief affect
- DUS : individuele verschillen in ‘frontal brain assymetry’ zijn stabiel en indicatief voor een
onderliggende dispositie
- Ook valide in jongere leeftijdsgroepen: vb. experimenten met baby’s via strange situation
procedure
Verdieping: recente ontwikkelingen
- Boeddhistische monniken : uitgesproken activatie van linker-hersenhemisfeer (frontaal) in vgl.
met algemene bevolking → effect van levensstijl?
o Start OZ naar effect van meditatie
▪ Stijging in activatie Linkerhemisfeer
▪ Terrein van mindfulness is hierop geënt
,Centraal zenuwstelsel
- Brain imaging technieken (fMRI)
o = functional magnetic response imaging
o Uittekenen van structuur en functie van hersenen
o Primair ontwikkeld voor medische doeleinden
o Activiteit specifieke regio in reactie tot taak
- Wat kunnen we besluiten uit fMRI-onderzoek m.b.t. persoonlijkheid?
o Historische studie van Canli et al. (2001)
▪ fMRI tijdens blootstelling aan positieve en negatieve beelden
▪ resultaat : specifieke hersenveranderingen in reactie tot foto’s
▪ Mate van hersenactiviteit hangt af van persoonlijkheid
• N → stijgende frontale hersenactiviteit bij negatieve beelden
• E → stijgende frontale hersenactiviteit bij positieve beelden
▪ = persoonlijkheid ~ hersenactiviteit t.a.v. emotionele stimuli
o Grimm et al. 2012
▪ fMRI tijdens blootstelling aan ‘smakelijke’ prikkels na periode van vasten
• resultaat : activatie bepaalde hersenregio’s (limbische structuren)
• MAAR : trait ‘self-directedness’ negatief gecorreleerd met activiteit in
vb. amygdala
▪ = persoonlijkheid ~ dynamische biologische processen in hersenen
o De Young et al. 2010 : 4 van de Big Five betekenisvol gelinkt aan hersenscans
- Beperkingen fMRI studies begin 2000
o Sterk experimenteel gebaseerd
o Weinig ecologische validiteit
o Kleine steekproeven
o Potentieel confounding effect van andere factoren
➔ Recente studies zetten meer in op naturalistische settings, grotere steekproeven en nemen
andere bronnen van invloed mee
➔ Gecombineerde design met eye-tracking om andere neurobiologische invloeden
(aandachtsprocessen) mee in kaart te brengen
- Recente bevindingen
o Individuen met gelijkaardige persoonlijkheid hebben synchrone neurale respons o
naturalistische stimuli
o Gelijkaardige persoonlijkheid reflecteert zich op neuraal niveau in gelijkaardige
interpretatie en emotionele respons op events, eerder dan vanuit gelijkaardige
aandachtsprocessen
o Sterkste effect voor:
▪ Depressieve klachten → algemene negatieve interpretatie van externe stimuli
▪ Openheid voor ervaringen
Sterke interpretatie van stimuli die
▪ Energie
uitmondt in concrete actie
▪ consciëntieusheid
, BESLUIT :
Een gedeeld perspectief op de sociale en fysieke wereld is cruciaal voor het bevorderen van succesvolle
communicatie en samenwerking tussen verschillende leden van de samenleving. Veel van het hedendaagse
publieke discours over gedeelde perspectieven richt zich op de mate waarin homogeniteit in oppervlakkige
kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, etniciteit of politieke ideologie, groepen individuen ertoe brengt om
vergelijkbare perspectieven en wereldbeelden aan te nemen
Met een meer genuanceerde blik tonen onze bevindingen uit fMRI- en EEG-analyses overtuigend aan dat de mate
waarin mensen overeenkomen in hun neurale activiteit bij het bekijken van naturalistische stimuli afhangt van
hoe vergelijkbaar ze zijn in hun psychologische disposities. Sterker nog, de waargenomen effecten van
persoonlijkheidsovereenkomst op neurale synchronie waren sterker dan die van sociaaldemografische
overeenkomsten
Dit suggereert dat, wanneer het gaat om het afstemmen van onze ervaringen van alledaagse naturalistische
stimuli (bijvoorbeeld het bekijken van een afbeelding van een groep vrienden of een videofragment van een debat
over college football), overeenkomsten in diepgaande persoonlijkheidstrekken belangrijker zijn dan
overeenkomsten in oppervlakkige sociaaldemografische kenmerken
FYSIOLOGISCHE METINGEN : HORMOONSTELSEL
Hormoonstelsel :
- (1) TESTOSTERON
o Ontwikkeling van mannelijke fysieke karakteristieken
o Link naar persoonlijkheid (van testosteron)
▪ Hoog → meer wild gedrag, ongehoorzaam, onstuimig
▪ Laag → meer verantwoordelijk, welgemanierd, vriendelijk
▪ Gevagenispopulatie : meer geweld- en seksuele delicten bij hoog mean-level
niveau testosteron
o Relativiteit : groot geslachtsverschil in mean-level niveau van testosteron niet
gereflecteerd in danige persoonlijkheidsverschillen tussen mannen en vrouwen
▪ Methodologische kritiek → omgevingseffect op testosteron-gehalte (vb.
wedstrijd)
- (2) CORTISOL
o ~ stresshormoon
o Komt vrij bij fysieke of psychologische stress (fight or flight)
o Link met persoonlijkheid
▪ Laag cortisol niveau : hoge score op “call us unemotional traits” (trekken die
voorloper zijn van psychopathie)
▪ Enkel voor jongens
▪ Komt overeen met evidentie dat kinderen die heel verlegen zijn doorgaans
hogere cortisol levels hebben
- (3) OXYTOCINE
o Komt vrij bij bevalling, borstvoeding en bevredigende seksuele relatie (ook bij mannen)
o Stimuleert de affectieve band tussen ouders en kind + tussen partners
o Recente studie
▪ Hoog oxytocine ~ hoge score op ‘trust’-gedrag (agreeableness)
, PERSOONLIJKHEIDSVERANDERING NA HERSENLETSEL
Meest bekende case Phineas Gage
- Schade in frontale hersenen geassocieerd met persoonlijkheidsverandering
o Pseudo-depressie : apathie, bewegingsarmoede, initiatief- en interesseverlies ~
depressief, maar geen uitgesproken somberheid
o Pseudo-psychopathie: ontremd gedrag, lage frustratietolerantie, regelovertredend
gedrag, agressie
o Stemmingswisselingen
o Promiscuïteit (seksueel uitdagend gedrag)
- Beperkte psychotherapeutische effecten
BIOLOGISCHE MODELLEN VAN PERSOONLIJKHEID
HET BIOLOGISCH MODEL V. PERSOONLIJKHEID EN AROUSAL ( EYSENCK)
Model van Eysenck
- Twee soorten neurale mechanismen in menselijk brein
o Excitatorisch → alert, actief
o Inhibitorisch → inactief, rust
- Evenwicht tussen beide : ascending reticular activating system (hersenstam)
o Reticulo-corticaal systeem : corticale arousal (~ extraversie)
▪ Corticale arousal laag voor extraverte: opzoeken van activiteiten
▪ Corticale arousal hoog voor introverte: vermijden van (drukke) activiteiten
o Reticulo-limbisch systeem : arousal van emotie (~ neuroticisme)
▪ Neuroten sneller aroused door emotie-prikkels
▪ De ene is beter dan de andere om emoties te gaan reguleren