DIERENZORG ERFDIEREN
PRODUCTIESYSTEMEN EN HUISVESTING HERKAUWERS EN VARKENS
VENTILATIE
Luchtkwaliteit:
▪ In stalomgeving toename CO2 concentratie en afname O2 concentratie door ademhaling
▪ Door fermentatie van uitwerpselen zullen er ammoniak en waterstofsulfide-gas gevormd worden
▪ Koolstofdioxide (CO2):
- Ontstaat door ademhaling
- Niet toxisch
- Moet lager zijn dan 3000 ppm (parts per million)
- Hoge CO2 concentratie betekent dat er minder zuurstof in de lucht zit en dat er meer
geventileerd moet worden
▪ Ammoniak (NH3):
- Toxisch gas dat ontstaat doordat het ureum uit de urine wordt omgezet naar ammoniak door
bacteriën aanwezig in de mest
- Werkt in op slijmvliezen van de luchtpijp en longen → gevoeliger voor infecties
- Zal ook oogslijmvliezen irriteren → tranende, rode en pijnlijke ogen
- Oplossing:
• Contact tussen mest en urine vermijden
• Mest zo snel mogelijk uit de stal verwijderen
• Ammoniak afvoeren door te ventileren
- Moet lager zijn dan 30 ppm
▪ Waterstofsulfide (H2S):
- Meest giftige stalgas
- Moet lager zijn dan 5 ppm
- Ontstaat door fermentatie bij anaerobe afbraak van mest
- Geurloos en smaakloos
- Verlies van bewustzijn en sterfte
- Komt vooral vrij wanneer de mest in beweging komt vb. tijdens ledigen van mestput
- Preventie: mest regelmatig mixen om vliegen te voorkomen, op het moment dat je mixt geen
dieren in de stal en alle staldeuren open
▪ Stof:
- Op zichzelf niet giftig
- Afkomstig van strooisel, hooi, droge krachtvoeders, huidschilfers, haar, droge rechten mest
- Wordt gebruikt door virussen en bacteriën die zich aan stofdeeltjes in de lucht zullen
vasthechten en zo tot diep in de longen kunnen worden ingeademd
- Stofdeeltjes zullen de slijmvliezen van de ademhalingswegen irriteren
- Vermijden door goede ventilatie tijdens verdelen stro en hooi, geschikte relatieve vochtigheid
,Microklimaat:
▪ Microklimaat = klimaat in de stal t.h.v. de dieren
▪ Marcoklimaat = volledig stalklimaat
▪ Heterogeen klimaat = temperatuur en relatieve vochtigheid tussen de dieren (microklimaat) is
anders dan het volledige stalklimaat (macroklimaat)
▪ Dieren produceren CO2, vocht en warmte → lucht tussen de dieren is warmer en vochtiger dan
de lucht elders in de stal
▪ Een volledig homogeen klimaat (overal hetzelfde) is niet mogelijk
▪ Plaatsing meters thermostaat e.d. zeer belangrijk
▪ Comfort zone = zone waarbij dier zich comfortabel voelt, niet te warm, niet te kou, ….
- Comfortzone ligt in het midden van de thermo-neutrale zone
▪ Thermo-neutrale zone = zone tussen laagste kritische temperatuur (LCT) en hoogste kritische
temperatuur (UCT)
- UCT = zone waarin een dier de lichaamstemperatuur constant kan houden zonder extra
warmteproductie
- Als je onder LCT gaat → dier extra energie nodig om warm te blijven → wanneer dit niet lukt
→ onderkoeling
- Als je boven UCT gaat → grote kans op oververhitting
- LCT bij runderen is -5, hebben het moeilijker met warmte dan met koude
▪ Thermo neutrale zone en comfortzone afhankelijk van:
- Diersoort: runderen en schapen hebben lagere comfortzone dan geiten en varkens
- Leeftijd: jonge dieren hebben hogere comfortzone dan volwassen dieren
- Productie: hoogproductieve dieren hebben een hogere warmteproductie en dus een lagere
comfortzone dan laagproductieve dieren
- Vacht: geschoren dieren hebben een hogere comfortzone dan dieren met dikkere vacht
Natuurlijke ventilatie:
▪ Natuurlijke ventilatie = ventilatie zonder ventilatoren dus o.b.v. natuurlijke krachten
▪ Schoorsteeneffect/trekschouweffect:
- Invloed van temperatuurverschil:
• Binnenkomende lucht is koud en droog → zwaarder
• Stallucht is warm en vochtig → wordt naar boven gedrukt en afgevoerd
• Winter: grote temperatuurverschillen → sterke ventilatie
• Zomer: kleine temperatuurverschillen → geringe ventilatie
, ➔ MAAR DE BEHOEFTE IS NET GROTER IN DE ZOMER
➔ Oplossing: in zomer zo hoog mogelijk schouw hebben → groter
trekeffect + inlaat zo klein mogelijk houden
- Invloed trekhoogte:
• Trekhoogte = hoogteverschil tussen inlaat- en uitlaatopeningen
• Hoe groter het verschil, hoe beter de ventilatie
• Inlaatopening zo laag mogelijk houden, uitlaatopening zo hoog mogelijk houden
▪ Windeffect:
- Invloed drukverschil:
• Windzijde van stal: overdruk
• Luwzijde van stal: onderdruk
• Aan de windzijde wordt de buitenlucht in de stal gedrukt, aan de luwzijde wordt de
lucht afgezogen
• Werking beïnvloed door: windrichting, windsterkte, ligging gebouw, vorm gebouw, …
• Ligging gebouw:
o Lange zijde van stal loodrecht op overheersende windrichting nl. Zuidwesten
voor max. ventilatie
o Wanneer een stal met de kop op het ZW is georiënteerd, zal dit leiden tot
zones met te weinig ventilaties in het midden van de stal en tocht aan zijkant
van de stal
o Geen hinderende objecten (sleufsilo, andere stal) aan windzijde van stal
want hinderen windeffect
o Geen hinderende objecten aan lijzijde van stal om gangeffect (toename
luchtsnelheid die kan leiden tot tocht bij inlaatopening) te vermijden
o Afstand tussen 2 stallen best min. 10m
, • Vorm gebouw:
o Gesloten stallen met lange zijde loodrecht op overheersende windrichting
nl. ZW
o Openfrontstallen: open zijde naar ZO en NO (max. lichtinval); gesloten zijde
naar ZW
▪ Luchtuitlaten:
- Uitstroom van lucht
- Voldoende ruime uitlaatopeningen voorzien: openingen in zijwanden of in nok
- Meestal gebruik maken van nokventilatie:
• Niet alleen trekschouweffect= ventilatie door temperatuur- en hoogteveschil
• Maar ook venturi-zuigkracht in nok = windeffect waarbij stallucht door passerende
buitenlucht naar buiten wordt gezogen
▪ Luchtinlaten:
- Instroom verse lucht
- Voldoende ruime inlaatopeningen voorzien
- Opening aan bovenkant van muren: eerst vermengen met warme stallucht, koude lucht niet
op dieren laten vallen
- Geen hindernissen rond openingen vb. lampen
• Kan luchtstroom vertragen of naar beneden buigen
• Gladde afwerking vereist vb. geleidingsplaten
- Tijdens zomermaanden kan nokventilatie volledig wegvallen
- Openfrontstal:
• 3 gesloten zijden
• Voorzijde hoger maar voor 1/3e open
• Asymmetrisch dak
- Luifelstal:
• Voorzijde helemaal open
• Luifel over voergang
• Zijgevel kan gedeeltelijk open zijn
- Te hoge windsnelheden vermijden:
• Windschermen: buigen luchtstroom af zodat dieren geen rechtstreekse
luchtstroom ervaren
• Windbrekers: directe luchtstroom in stal maar luchtsnelheid wordt verminderd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yentldestaercke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.