ABC van het leren 1 (algemene vakdidactiek) SAMENVATTING
Hoofdstuk 1: Didactisch model en handvaten
1.1 Het didactisch model
Uitdagende leeromgeving: 5 puzzelstukken (media, werkvormen, evaluatie, leerinhoud en
leraar)
o In deze omgeving vindt leren plaats adhv de 9 handvatten (= gn vaste plaats in kader)
o Leeromgeving waarin lln worden uitgedaagd om iets bij te leren >> leidt tot
fundamenteel leren / deep level learning
Oppervlakkig leren
= Achterhalen betekenis leerinhoud
Leerinhoud is fundamenteel eigen geworden, waardoor dat je competent
bent geworden om deze inhoud vanzelfsprekend toe te passen in het
dagdagelijks leven
Wat jet doet met de leerinhoud en wat je hebt geleerd
Adhv cogn. strategieën en metacogn. Vaardigheden
Zorgen voor kloof tss theorie en praktijk
Competentiegericht leren = leren omgaan met kennis
1. Goed georganiseerde en flexibel toegankelijke domeinspecifieke kennis
2. Cogn strategieën
3. Metacognitie
4. Affectieve componenten van een leerdomein
2 bakens: beginsituatie (leerlingen en leerlingengroep) en doelen
o Uitdagende leeromgeving houdt rekening met BS en doelen
o Vertellen hoe de lkr lessen moet opbouwen en uitwerken
o Maken deel uit vd uitdagende leeromgeving (pijlen blijven binnen het kader)
o BS = leerlingen en leerlingengroep - BS afstemmen op zowel individuele lln als de
volledige groep
Fundamenteel leren vertrekt vanuit twee belangrijke visies
1. Sociaal constructivisme
a. Soc: lln hebben actieve rol en medeverantw.
b. Construct: nieuwe kennis >< voorkennis
2. Ervaringsgericht onderwijs (welbevinden & betrokkenheid)
a. Dynamisch proces
b. > betrokkenheid rijk milieu, vrij initiatief, ervaringsgerichte dialoog
Vanuit deze visies zijn 9 didactisch handvaten ontstaan (= richtinggevend)
1.2 Didactische handvaten
1 Activiteit & Actief handelen, denken, onderzoeken, spelen, discussiëren
kennisconstructie Uiterlijke + innerlijke act.
Zintuigen
2 Integratie Nieuwe kennis >< cogn systeem
Voorkennis & aanknopingspunten
3 Concreet- Concreet maken wat zintuigelijk wordt waargenomen
aanschouwelijk Aanschouwelijkheidsprincipe: concreet – schematisch – abstract
4 Individualiseren Eigenheid vh kind >> vormingskansen bieden voor max. ontw.
Differentiëren = concrete maatregelen
5 Leerlingeninitiatief Mate waarin lln eigen inbrengen hebben (= > betrokkenheid)
Bv. keuzemogelijkheden, inhoud, verloop en aard, zelfevaluatie, open vragen …
1
, 6 Doelgericht leren Zicht hebben op + zich erin kunnen vinden = vlotter leren
Taak- of prestatiegericht
7 Interactief leren In interactie: leraar & andere lln (soc context)
Zone van actuele en naaste ontw
8 Werkelijkheidsnabij Dagelijks leven >> leerstof spontaan toepassen
onderwijs Zinvol en uitdagend
9 Sfeer en klasklimaat Pos sfeer en relatie met lkr
Bv. ind aandacht, welbevinden, positieve interactie, grapjes,
animatie, humor …
Hoofdstuk 2: Twee bakens voor een uitdagende leeromgeving
2.1 BAKEN 1: beginsituatie vd leerlingen(groep)
Leerlinggerichte onderwijsvisie: aandacht voor de beginsituatie vd lln (ind. als groep)
Externe omstandigheden
o Leerinhoud vorige lessen
o Klassfeer
o Actuele gebeurtenissen
Ind voorwaarden
o Kennen / kunnen
o Interesse
o Ontwikkelingsniveau
Ontwikkelingsdomein (holistisch)
Voorkennis : feiten, begrippen, principes, procedures
Ontwikkelingsstrns : motorisch, leer, communicatie, aandacht- of gedrag,
pervasieve
Opgebouwd uit …
Leerlingengroep
o Aantal lln
o Niveau leerlingengroep
o Samenstelling en organisatie
o Klasklimaat / groepssfeer
Leerlingen
o Differentiatie : aanbod aanpassen aan mogelijkheden vd lln
o Individualiseren : positief en planmatig omgaan met vers tss lln
o Actuele -en toekomstige BS (zone vd naaste ontw)
Voor en tijdens de les
Belangrijk
Relatie met lesdoelen: te makkelijk of te moeilijk?
Dynamisch
o Verwachte en actuele BS
o Observeren en adequaat reageren
o Leerlingengroep
Reeds bereikte doelen
Kenmerkend voor llngroep
Facetten vd BS
Ontwikkelingsniveau: domein, voorkennis, strns
Attitudes en motivationele leerlingenkenm
Leef- en belevingswereld
o Leef: milieu waarin kinderen opgroeien (invloed interesse)
o Beleving: perspectief vh kind (cogn. en emo de wereld zien)
2
, Leerstijltheorieën
o Probleem: wts evidentie & meerwaarde
o Nodig om iets te onthouden: betekenis
o Meervoudige intelligentietheorie (Howard Gardner)
Vers leerstijlen: individueel op vers manieren reageren op vers soorten inhoud
Indeling (≈ talenten)
Verbaal / linguïstisch (woordslim)
Logisch / mathematisch (rekenslim)
Visueel / ruimtelijk (beeldslim)
Muzikaal / ritmisch (muziekslim)
Lichamelijk / kinesthetisch (beweegslim)
Interpersoonlijke (mensslim)
Intrapersoonlijke (zelfslim)
Natuurgerichte (natuurslim)
Existentiële (filosofisch)
2.2 BAKEN 2: doelen
Doelgericht leren : geven aan wat je met de les wil bereiken, geven concreet kennis, inzichten en/of
vaardigheden aan die lln moeten bezitten
Doelen geven richting aan
Leraar: lesvoorbereiding + tijdens de les
Leerling: actieve participatie en betrokkenheid + eigen maken
Schoolwerkplan
Opgesteld op basis van gekozen leerplan
Wat school belangrijk vindt, keuzes ivm algemene referentiekader
Belangrijk voor lkr: leerinhoud vorig jaar en volgend jaar
Verborgen leerplan
Wat men lln wil aanleren >< wat in de realiteit gebeurt
Vaak onbewust: positief en negatief
Actuele geldende doelen: vastgesteld in huidige ET en OD of leerplannen
Feitelijke nagestreefde doelen: in praktijk daadwerkelijke worden nagestreefd
Didactische wenselijke doelen: gericht op optimale leerontw vd lln
2.2.1 Soorten doelen
Eindtermen Ontwikkelingsdoelen
Minimumdoelen Minimumdoelen (competenties)
Inspanningsplicht + resultaatsplicht Inspanningsplicht
Leergebied gebonden + overschrijdend Individueel
Periode: einde zesde Leergebied gebonden
Wie: Vlaamse overheid Wie: Vlaamse overheid
Leerplandoelen
Concrete inhoud van ET & OD
Leergebied gebonden
Schoolwerkplan
Netgebonden (≈ onderwijskoepels)
Periode: per leerjaar (en/of overschrijdend vb. verkenning, vastzetten, verdieping)
Wie: onderwijskoepels - OVSG, GO! & VSKO
Lesdoelen
Concreet maken LPD
3