EXAMENVRAGEN:
POLITICOLOGIE
Bekijk de discussie over het migratiepact Migratiepact – key elementen
door de bril van het institutionalisme, - Gezinshereniging: verdrag vraagt van de VN-lidstaten een
engagement om de gezinsherenigingsprocedures te versoepelen
constructivisme en structureel- - Illegalen: akkoord wil inspanningen om mensen zonder papieren te
functionalisme. regulariseren en beoogt het opheffen van illegaal verblijf als een
strafbaar feit.
- Klimaatvluchtelingen: verdrag erkent ‘klimaatvluchtelingen’ en de
bijhorende sociale rechten
- Culturele gevoeligheden: ontvangstlanden moeten respect hebben
voor de cultuur van de migrant hebben en dit ook toepassen in de
gezondheidszorg.
Institutionalisme eigenschappen
- Politieke regels zoals de organisatie van besluitvorming of de
begrotingsopmaak. Ongepast gedrag wordt gesanctioneerd.
- Informele regels (conventies) zijn eveneens belangrijk en staan niet in
officiële teksten (verhoudingen, tradities en gewoonten tussen politici)
- Dynamische instellingen, wat verandert er en hoe? Welke
wisselwerking is er met de omgeving?
- Duidelijke normen en hoe ze aan de grondslag liggen van neutrale
besluitvormingsregels. Hoe veranderen instellingen om wijzigingen van
politieke opvattingen of waarden in de brede samenleving te volge?
- Gedifferentieerd perspectief: regels kunnen verschillen afhankelijk
van de instelling. Soms bevoordelen ze de ene, soms benadelen ze
andere instellingen…
- Ingebedde instellingen zijn geen onafhankelijke éénheden. Hoe
passen ze in een specifieke context
à staat haaks op de principes van het migratiepact; geen ruimte tot
het naar elkaar toegroeien vanuit het “ontvangende” land
Constructivisme eigenschappen
- Mensen gedragen zich op basis van de manier waarop ze naar de
wereld kijken en deze kijk bepaalt hun handelen.
- Constructivisme: Benadering met heel wat interne diversiteit en veel
onderlinge discussies over vb hoe het materiële en het ideële zich tot
elkaar verhouden of hoe sociale constructies precies ontstaan en
evolueren
- Vooral gebruikt in internationale relaties. Interageren van cultuur,
tradities, normen, … van een groep of samenleving
à wil om tot een gulden middenweg te komen met de elementen in
het migratiepact (geven en nemen), doch wel afgestemd met andere
landen die met dezelfde problematiek te maken hebben
Structureel-functionalisme eigenschappen
- Sociologische benaderingen delen het belang dat ze hechten aan
“structuren”, aan de onderlinge (vaak conflictueuze) relaties tussen
sociale groepen. Basis: vb economisch, etnisch, geslacht, …
- Groepen bepalen de politieke processen
- Individuen zijn een product van hun sociale positie. Groep is
belangrijker dan individu, zelfs belangrijker dan de leiders
Voorbeeld-examenvragen UGent 1
, - Beperkte culturele onafhankelijkheid
- Individuen hebben geen autonome macht, maar hebben enkel de rol
van dragers van de structuren, waarvan ze zelf het bestaan soms niet
weten
- gehanteerde praktijken in de samenleving = ter overleving van een
sociaal systeem van een samenleving
- niet de behoeften van de mensen staan centraal, maar deze van het
sociaal systeem
- de kernvraag = welke structuur in de samenleving vervult welke
functie op welke wijze; waarbij de functie de objectieve consequentie
is van een bepaald handelingspatroon voor het betreffende systeem
- structuur = regelmatig terugkerende handelingspatronen
à groep van migranten willen hun principes behouden in het
“ontvangende” land. Niet echt ruimte tot overleg.
Zijn N-VA en PvdA populistische partijen? Populisme - eigenschappen
Beargumenteer. - momenteel algemene stelling dat traditionele partijen weinig
verschillen, behoren tot het establishment en vijandig staan tegenover
het volk (vooral dit laatste punt cruciaal in populisme)
- pleidooi voor technocratie (macht gebaseerd op expertise), doch
waarbij ideologie minder aandacht heeft
- is vandaag belangrijke stroming die de democratie uitdaagt (links en
rechtse stromingen) – succes tegenreactie op fenomeen dat velen
vervreemd zijn van het bestaande democratisch systeem
- “volk vs elite” benadering: zuivere volk vs corrupte elite
- populist à focus op wil van het volk omdat de elite het volk niet
meer kan vertegenwoordigen en enkel uit eigenbelang handelt
- streven naar recht op zelfbestuur van het volk
- vaak autoritaire leiders die complexe zaken simplificeren tot goed of
slecht
- ongenuanceerde en ruzieachtige communicatie om een vijandbeeld
te creëren
- rechten van minderheden en individuen ondergeschikt aan de wil van
het volk
- de éénduidige collectieve wil van het volk is de enige politieke
legitimiteit
NV-A
- zet zich regelmatig af tegen gevestigde “machtspartijen”
- gebruikt de taalbarrière als electorale inzet
- is sceptisch tegenover federaal model (wil confederalisme)
- heeft een charismatische leider (Bart De Wever)
- spreekt niet over een homogene corrupte elite (cfr hun kartel in
verleden met CD&V)
- staat niet enkel te roepen aan de zijlijn, maar nemen opnieuw deel
aan het Vlaamse beleid en mogelijks opnieuw op Federaal niveau
- sommige partijen uit het establishment zijn net bondgenoten in de
strijd om meer Vlaamse autonomie
- maakt regelmatig gebruik van duidelijke taal, maar niet met de
bedoeling om een vijandbeeld te creëren
à bovenstaande geeft voor mij aan dat NV-A geen populistische partij
PvdA
- zet zich steeds af tegen gevestigde “machtspartijen”
- dictatoriaal leiderschap
- ziet andere partijen quasi als geheel corrupt
Voorbeeld-examenvragen UGent 2
, - geeft niet de indruk verantwoordelijkheid te willen nemen in
regeringsdeelname, maar gaat liever voor een nogal vijandige
communicatie in de oppositie
à bovenstaande geeft voor mij aan dat PvdA een populistische partij
is
Wat houdt het bureaucratiemodel van Ambtenaren vs Dienaren
Max Weber in? Leg uit. P452 ev Ambtenaar:
- Werken met gemeenschapsmiddelen voor de gemeenschap
- Worden door politici aangestuurd en gecontroleerd
- In tegenstelling tot politici blijven ambtenaren gewoonlijk tot
hun pensioen
Dienaar:
- Ambtenaren zijn in België neutraal tov politici. In sommige
plaatsen in de wereld werken ze volledig in eigen belang van
hun heersers. Ze werken dus niet voor het algemeen belang.
Bureaucratie als het toppunt van rationale administratieve
organisatie
- Leer van bureaucratie voor eerst uitgewerkt door Weber
- Was voor Weber het toppunt van een rationele
administratieve organisatie, wat een noodzakelijke
voorwaarde was voor het groeiende kapitalisme.
- Oude organisatievormen (nepotisme, tradities, privileges)
dienden vervangen te worden door een objectieve,
afstandelijke, maar professionele organisatie
- Webers’ bureaucratie was zowel bedoeld voor overheid als
bedrijven, omdat dit voor hem in de algehele rationalisering
die zich volgens hem in de samenleving aan het voltrekken
was.
- Bureaucratie is een rationaal model van kijken naar
organisaties
Principe van hiërarche
- Ideaaltype bureaucratie = hiërarchie
- Piramidale structuur van vb 5 lagen (iedereen in zelfde laag =
zelfde niveau); communicatie verloopt verticaal hiërarchisch
naar boven en niet horizontaal
- Basis = procedures en documenten à elke stap ligt vast en
elke beslissing wordt gedocumenteerd, zodat nadien controle
en verantwoording mogelijk is
Onpartijdig en onpersoonlijk
- Benoeming en promoties à via openbare examens en
objectieve criteria (op alle niveaus)
- Ambtenaren vervullen hun taak zonder gevoelens of
vooringenomenheid à iedere burger in dezelfde situatie
wordt op dezelfde wijze behandeld
- Helaas kwam later op zijn leven Weber erop uit dat
bureaucratische systemen misbruikt konden worden;
neutrale ambtenaren kregen opdrachten van politici die ze
“moesten” uitvoeren
- Algemeen kunnen we stellen dat de Weberiaanse leer over
bureaucratie goed functioneert. Politie, brandweer, leger,,..
treedt in “gelijkheid” op voor alle burgers
- Bureaucratie blijft belangrijk voor routinetaken, voor grote
massa’s dienstverlening, maar ook in crisissituaties
Voorbeeld-examenvragen UGent 3