Economisch recht Helene Van Samang
Deze samenvatting is gebaseerd op de hoorcolleges van professor Joeri Vananroye aan de KU Leuven
academiejaar 2019-2020 semester 1. Aanvullingen: ter beschikking gestelde powerpoints van
professor Vananroye.
INLEIDING
• Wat als de schuldenaar niet vrijwillig nakomt?
- Niet zelf in actie schieten (geweld,…)
- Geen politie (komen enkel tussen in geval van misdrijf of orde verstoring)
- Wèl: Gerechtelijke stappen zetten:
o Schuldeiser stuurt schuldenaar een ingebrekestelling (= verzoek om zijn verplichting na te
komen)
o Schuldeiser stuurt verordening (wat hij vraagt) in tegen de schuldenaar (verweerder) voor
de rechtbank
o Eiser verkrijgt, als hij in gelijk wordt gesteld, van rechter een vonnis dat verweerder
veroordeelt om iets te doen of iets niet te doen
▪ Indien niet komen opdagen na dagvaarding: veroordeling bij verstek, eiser krijgt wat
hij wil
▪ Vonnis heeft “gezag van de gewijsde”: de rechter heeft altijd gelijk (ook wanneer hij
ongelijk heeft)
o Indien het vonnis finaal is (als de rechter beslist heeft) is het van uitvoerende kracht →
zie formulier van tenuitvoerlegging: we moeten alles doen om ervoor te zorgen dat het
vonnis uitgevoerd wordt (zelfs in uitzonderlijke gevallen geweld) (Vananroye, 2019)
WAT IS RECHT?
• Recht ≠ rechtvaardigheid
- Recht = dwang en geweld (wordt gebruikt door de overheid, heeft het monopolie) → nodig
voor afspraken
- Overheid is ook geketend aan regels, is ook aan het recht onderworpen => principe van de
rechtsstaat
- Uitvaardigen, toepassen en afdwingen van het recht gebeurt volgens door regels beheerste
procedures
- Scheiding der machten: onafhankelijke rechterlijke macht (je kan rechters niet zomaar
afzetten)
- Andere machten: democratie: (indirecte) deelname van het volk aan het uitvoeren van regels
(1919: algemeen eenvoudig (mannelijk) stemrecht)
- Grondrechten: fundamentele rechten en vrijheden → onafhankelijke rechterlijke macht toetst
deze aan de hogere machten
- Wie er handelt (bevoegdheden) en hoe er gehandeld wordt (procedures) is van zeer groot
belang → regels moeten worden afgedwongen, machtsuitoefening moet ordentelijk worden
toegepast! (Vananroye, 2019)
• Recht ≠ wet
→ Wet is maar 1 bron (bv decreten, verordeningen, verdragen, …)
- Rechtspraak! → zeer belangrijk: wat de rechter beslist zal worden toegepast
• Recht ≠ zeker
- Recht is onvoorspelbaar, het is mensenwerk
- Geen dik boek met alle regels erin (niet praktisch, niet conceptueel)
- Vele normen die soms conflicteren
1
,Economisch recht Helene Van Samang
o Soms regels om deze conflicten op te lossen (bv hiërarchie der normen,
bevoegdheidsregels)
o Soms geen regels om een conflict op te lossen
- Normen dienen geïnterpreteerd te worden
o Er zijn interpretatieregels
o Deze regels conflicteren soms op hun beurt
o Geen regels die men zekerheid het conflict beslechten
- IS → OUGHT probleem (is vs. zou moeten zijn) geen onderscheid te maken in recht, het is
geen wetenschap, we bestuderen een autoriteit
- Juridische beslissingen zijn domein beslissingen (politieke beslissingen)
- “Law is a prediction of what a judge will decide”
- “Law is what the judge had for breakfast” (Vananroye, 2019)
• Illustraties dat recht ≠ zekerheid
1) Mini-koningskwestie (1990)
Artikel 93 zegt: “Indien de Koning in de onmogelijkheid verkeert te regeren, roepen de
ministers, na deze onmogelijkheid te hebben laten vaststellen, de Kamers dadelijk bijeen.
Door de verenigde Kamers wordt in de voogdij en in het regentschap voorzien.” → Reden
voor dit artikel = King George in Engeland was geestelijk gestoord en dus in de
onmogelijkheid te regeren, wilde dit voorkomen in België.
Leopold II was geen koning van 1944-1950: wel regent Karel → reden: Hij voerde een slecht
beleid tijdens WO II, luisterde niet naar de regering. Later referendum: willen we hem terug?
Kleine meerderheid stemde ja. = onvoldoende, opstand. Maakte gebruik van artikel 93:
Koning bevindt zich in de politieke onmogelijk tot regeren.
Boudewijn weigerde in 1990 om de wet te tekenen die abortus zou decriminaliseren (liberalen
en socialisten keurde dit goed dus er was een meerderheid in het parlement). De wet zou
volgens Boudewijn ingaan tegen zijn geweten. Haalden artikel 93 weer boven: Koning zou
zich in de morele onmogelijkheid bevinden tot regeren. (Werd wel geen regent aangesteld) =
creatieve manier om dit op te lossen
2) Affaire Marie Popelin (12/12/1888)
Marie Popelin was de eerste vrouw die een diploma rechten behaalde. Wilde vervolgens ook
advocate worden. Hiervoor moet je aan een aantal voorwaarden voldoen: rechten diploma
bezitten, geen zware misdrijven hebben gepleegd in het verleden, voldoen aan een aantal
normen (eedaflegging) die moeten worden goedgekeurd door de procureur. Procureur keurde
dit niet goed. Popelin vocht dit aan en ging naar Rechtbank van Eerste Aanleg, kreeg haar
gelijk niet dus stapte naar het Hof van Beroep. “Vrouw heeft de taak van het huishouden te
doen en voor de kinderen te zorgen. Hierdoor heeft ze niet de tijd, niet de kracht noch de
vaardigheden om het beroep van advocate te vervuldigen.” → Ze is nooit advocate geworden
ondanks er was geen wet was die zei dat vrouwen geen advocate mochten worden.
3) Kiekenkot-arrest (27/04/1999)
Kiekenkot was een restaurant in de Mechelsestraat dat kip aan het spit verkocht. In het KB
(koninklijk besluit) staat dat je een koksdiploma nodig hebt om maaltijden te mogen serveren.
(zoals je ook medisch diploma nodig hebt om chirurg te zijn) Er is een lijst uitzonderingen,
namelijk lichte maaltijden (de dingen die je in een café kan eten): soepen, frieten, croques,
vol-au-vent,… De uitbater van het Kiekenkot had geen koksdiploma en kip aan het spit stond
niet in de lijst met uitzonderingen. → Hij werd strafrechtelijk vervolgd. Ging naar Hof van
Beroep met de verdediging: vol-au-vent mag wel, dit is besneden kip in een gerecht =
moeilijker dan gewoon enkel kip. Wie vol-au-vent kan serveren, kan ook enkel kip serveren.
Hij krijgt zijn gelijk en gaat vrijuit. MAAR stad Leuven stapt naar Hof van Cassatie: definieert
het gerecht vol-au-vent, kan niet worden verstaan als een gerecht bestaande uit versneden kip.
➔ Hof van Cassatie verwerpt de uitspraak van het Hof van Beroep (Vananroye, 2019)
2
,Economisch recht Helene Van Samang
• Wat is recht dan wèl? (ubi remedium, ibi ius = voor zover er een rechtsregel is, kan er een
oplossing gevonden worden)
Recht = de door de wet georganiseerde ordening van menselijk gedrag in de samenleving.
- Ordening: via normen: wat mag, moet of verboden is die via sancties worden gehandhaafd →
er staat een bepaalde prijs op bepaald gedrag, we verhogen de prijs om het aanbod op dat
bepaald gedrag te verminderen
- Menselijk: inclusief organisaties (zoals rechtspersonen)
- Gedrag: uitwendig gedrag
- Recht
o Objectief recht = geheel van regels dat de uiterlijke gedragingen van mensen die in een
maatschappij leven regelt en dat wordt afgedwongen door de overheid
o Subjectief recht = de door (objectief) recht beschermde aanspraken op andermans gedrag
- Wet
o In materiële zin = algemene rechtsregel met een onpersoonlijk karakter
o In formele zin = beslissing van een wetgevende macht (wetten (kamer), decreten
(gemeenschappen/gewesten, ordonnanties (Brussels Hoofdstedelijke raad),…) ➔ We
hebben gestemd voor deze organen
→ Wet in formele zin is een deelverzameling van wet in materiële zin
o Administratieve normen = wet in materiële zin die niet behoort tot de wetten in formele
zin (bv MB, KB ≠ beslissing van de wetgevende macht)
- Niet elke regel van (objectief) recht vindt zijn oorsprong in een wet (in formele zin) → andere
rechtsbronnen
o Wetten in materiële zin (ministerieel besluit (MB), koninklijk besluit (KB), grondwet, wet
in formele zin)
o Gewoonterecht: wet die er altijd al was
o Algemene rechtsbeginsels (ARB) (bv recht op een eerlijk proces)
o Rechtspraak
o Rechtsleer
- = rechtsbronnen binnen het nationaal recht = wetten die vanuit één land zijn opgesteld
- Internationaal recht = landen sluiten verdragen, deze hebben ook gevolgen voor de inwoners
van deze landen, er zijn internationale regels
- Supranationaal recht = komt voort vanuit een instantie (systeem) die van de lidstaten de
bevoegdheid heeft gekregen om regels te vormen of recht te spreken, bv EU
Hiërarchie tussen deze rechtsbronnen?
o Internationaal en supranationaal recht > nationaal recht
o Grondwet > wetten in formele zin > administratieve normen
o Bevoegde bron > onbevoegde bron !! Bv onderwijs is Vlaamse bevoegdheid, federale
wetten hebben hier geen belang (Vananroye, 2019)
• Rechtspraak (Belgisch niveau)
- “Gewone” hoven en rechtbanken:
o Lossen geschillen op tussen burgers
o Kunnen daarbij toetsen:
▪ Nationaal recht aan supra- en internationaal recht
▪ Administratieve normen (KB, MB, …) aan hogere normen (Grondwet, wet, …), bv
schendt dit KB de grondwet? → indien schending: passen norm niet toe (wetten
worden niet getoetst (!), elite vertrouwde enkel de wetgevende macht)
➔ Europees verdrag voor de rechten van de mens = reeks vage mensenrechten,
interpretatie ligt bij de rechter = toename van de macht van de rechter
3
, Economisch recht Helene Van Samang
Bv: Rechter veroordeeld omdat hij aan zware SM deed met zijn partner (met
wederzijdse toestemming). De Belgische wet legt verbod op opzettelijke slagen en
verwondingen, ook indien het slachtoffer toestemt. Rechter wordt vervolgd door het
parket → verdediging van de verweerder tegen Hof van Cassatie: recht op privacy,
wat in de slaapkamer gebeurt is privéleven = EU mensenrecht, wordt hier geschonden
→ Rechter zegt dat een blauwe plek kan maar bloed en ernstige verwondingen gaan
te ver = eigen invulling en afweging van de rechter in het Hof van Cassatie
- Grondwettelijk Hof: exclusieve controle op de grondwettigheid van wetten en decreten
(komen normen/oordelen met kracht van wet overeen met de grondwet?) → grondwet is
toetsbaar
o Er kunnen conflicten ontstaan tussen de wetten van de verschillende deelstaten,
grondwettelijk hof toetst deze aan elkaar en gaat in de eerste plaats naar de bevoegdheden
kijken
o Toezicht op artikel 10 en 11 van de grondwet = gelijkheidsbeginsel = algemeen principe
dat iedere burger gelijke rechten en een gelijke behandeling in gelijke gevallen toekent
▪ Voorbeeld Kiekenkot: verwerping Hof van Cassatie = schending van het
gelijkheidsbeginsel. Je mag wel vol-au-vent serveren maar geen kip aan het spit ≠
gelijke behandeling
▪ Gelijkheidsbeginsel is een redelijkheidstoets: afhankelijk van wie deze toets uitvoert en
hoe betrouwbaar deze persoon is (recht ≠ zekerheid)
o Annulatieberoep = vraag aan het grondwettelijk hof om de wet te vernietigen (je kan dit
tot ongeveer 3 maanden na de kennisgeving van een nieuwe wet aanvragen)
o Prejudiciële vraag door rechter = vraag aan het grondwettelijk hof om de wet op jou
buiten toepassing te stellen
o Bestaat voor de helft uit juristen en voor de helft uit voormalig politici (hebben niet
noodzakelijk een diploma rechten → veel kritiek)
o Ordonnanties (kracht van wet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) kunnen wèl door
gewone rechters getoetst worden (willen niet dat Brussel een volwaardige deelstaat is
- Raad van State: controle op wettigheid van administratieve rechtshandelingen, heeft de
exclusieve bevoegdheid tot vernietigen van administratieve normen (KB, MB, …)
o Na WO II kreeg de uitvoerende macht steeds meer macht: meer nood aan controle op de
overheid
o Voor alle natuurlijke en rechtspersonen staat een beroep open bij de Raad van State tegen
onregelmatige administratieve handelingen die hen hebben geschaad, voor zover er geen
andere bevoegde rechtbank bestaat
o Kan administratieve normen vernietigen indien deze in strijd zijn met andere geldende
rechtsregels (Vananroye, 2019)
• “Gewone” hoven en rechtbanken (zie schema PPT!)
- Arbeidsrechtbank: heeft 2 lekenrechters, zijn niet noodzakelijk juristen. Één is goedgekeurd
door een werknemersorganisatie en één door een werkgeversorganisatie, daarnaast is er een
ook magistraat die neutraal dient te blijven.
- Rechtbank van Koophandel/Ondernemingsrechtbank heeft ook 2 lekenrechters (handelaren)
en een beroepsmagistraat
- Assisenhof: maken gebruik van een jury. Idee = er is wantrouwen tegenover de rechterlijke
macht, je wordt dus veroordeeld door gelijkenen → Kritiek: willen dit afschaffen. Gaat niet: je
kan geen wet maken die de jury afschaft aangezien er een grondwet is die zegt dat er tijdens
een assisenproces gebruik wordt gemaakt van een jury. (Vananroye, 2019)
4