Deel 8: inleiding tot de
macro-economie
Inleiding (extra)
Macro-economische analyse: wat en waarom?
Micro-economie:
• Gedragsmodellen van individuele economische agenten
Macro-economie:
• Grotere geheel van alle output in een economie
• Ook andere aggregaten
o Totale tewerkstelling/ werkloosheid
o Wisselkoers
Aggregaten = optelsom van economische variabelen op individueel niveau van
gezinnen en bedrijven
• Micro-economie volstaat? Geen macro-economie nodig?
• Macro-economie niet zomaar optelsom van wat er op micro-economisch vlak
gebeurt
o Bijkomende inzichten
• Drie redenen:
o Band tussen markten van finale goederen en markten van
productiefactoren
• Economische kringloop
• Wet van Say
o Gebruik van geld
• Ontregeling van geldstroom kan reële goederen- en
dienstenstroom beïnvloeden (financiële crisis)
o Studie van informatie- en
coördinatieproblemen
• Tegenover productiestroom van
goederen en diensten (‘de
benedenloop’) staat inkomensstroom
die terecht komt bij consumenten
(‘de bovenloop’)
• Gezinnen verkrijgen inkomens,
hiermee kan men
o Consumptiegoederen kopen
o Inkomen opzijzetten = Sparen
,De economische kringloop en de wet van Say
Economische kringloop
• Bovenzijde van kringloop
o Bedrijven kopen productiefactoren op factormarkten
• Arbeiders worden vergoed met loon
• Eigenaars van land worden vergoed met huur of pacht
• Verschaffers van kapitaal krijgen interest en/of dividend
o Opbrengst van verkoop van finale goederen en diensten wordt
uitbetaald aan
• Diegenen die aan productieproces hebben bijgedragen
• Dit zijn consumenten
Hierin: drie
realiteiten:
productie,
inkomens en
bestedingen
Geen overheid of buitenland
• Onderzijde van kringloop
o Bedrijven verkopen hun goederen en diensten in markten van finale
goederen en diensten
o Totale opbrengst van deze verkopen:
o Opbrengst wordt gebruikt om productiefactoren te betalen
• Veronderstel prijsstijging van alle finale goederen en diensten
o Zal Q dalen?
o Niet noodzakelijk, gezinnen krijgen nu hoger inkomen uitbetaald
o Veel vragen:
• Effect op productie?
• Effect op spaargedrag?
2
,Wet van Say
“Elk aanbod creëert zijn eigen vraag”
• Indien consumenten niet sparen
o Alle inkomen wordt besteed aan consumptie
o Productiestroom vloeit terug in vorm van vraag naar goederen en
diensten
• In werkelijkheid zullen gezinnen ook sparen
o Deel van inkomen wordt dan aan kringloop van goederen en diensten
onttrokken
o Een ‘lek’
Informatie- en coördinatieproblemen
• Volmaakte mededinging
o Vraagoverschot
o Prijs zal stijgen
o Gevraagde hoeveelheid zal afnemen
o Dus: coördinatie via prijsmechanisme
• Macro-economie: dikwijls situaties waarin coördinatie- mechanisme niet goed
functioneert
o Oorzaak: informatieproblemen
o Inderdaad, realiteit wijkt vaak sterk af van ijkmodel van perfecte
mededinging
Voorbeeld 1: investeringen
• Motivatie voor investeringen
o Verwachting dat toekomstige vraag zal stijgen
• Echter: onzekerheid m.b.t. Toekomst
• Omwille van onzekerheid zullen bedrijven ‘naar elkaar kijken’
o B zet grote investeringen op
o Blijkbaar ziet B toekomst optimistisch tegemoet
o Signaal voor bedrijf A om te investeren
o Investeringsboom met zelf voedend karakter
• Door vele investeringen stijgt totale productie. Optimisme wordt
bevestigd
• ‘Animal spirits’
o Informatie vaak gebrekkig
o Cyclische bewegingen in productie
o Vlagen van pessimisme en optimisme
3
, Voorbeeld 2: spaarders
• Sparen = Niet-consumeren
• Spaargedrag afhankelijk van verwachting
o Pessimisme: sparen
o Vraag neemt af
o Productie neemt af
o Inkomen neemt af (zie kringloop)
o Neiging om meer te sparen leidt uiteindelijk tot minder (mogelijkheid tot)
sparen
o Pessimisme wordt bevestigd
• Dit is ‘spaarparadox’ van Keynes
o Spaarparadox gevolg van falende coördinatie van gedrag van spaarders
• Individuele spaarder houdt te weinig rekening met collectief effect
van zijn toegenomen sparen
• Individuele rationaliteit kan tot collectief ongunstig resultaat leiden
o Opnieuw zelf voedend mechanisme
• Pessimisme
➔ Minder consumptie
➔ Daling van productie en inkomen
➔ Reden tot pessimisme
24 Inleidende macro-economische concepten
24.1 Introductie
Economische activiteiten schommelen in een land
o Periodes van hoge en lage economische activiteit (goede oogst,)
o Tot begin 20ste eeuw geen goede statistische methodologie en
meetinstrumenten
• Men gebruikte: aantal ingezette arbeiders, machines, gebruikte
energie… in het productieproces
o Jaren ‘30 vorige eeuw ontwikkelen van Nationale Rekeningen
• Meten a.d.h.v. productie, inkomen en (finale)bestedingen
BBP: De totale toegevoegde waarde (TW) die geproduceerd wordt door
economische activiteit binnen een bepaalde geografische entiteit gedurende een
bepaalde periode
Bruto: Waardevermindering van kapitaalstock tijdens afgelopen jaar wordt niet in
rekening genomen
Binnenlands: BBP als territoriaal concept
Nationaal: verwijst naar inwoners i.p.v. grondgebied = BIJ BNP
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leilao2002. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.