Gynaecologie
1 Voortplantingsstelsel vrouw
1.1 Anatomie
1. Inwendige geslachtsorganen:
Voortplantingsorganen = gonaden
Productie voortplantingscellen = gameten
o Vrouw: eierstokken = ovaria eicellen = oöcyten/ovocyten
o Man: testes spermacellen = spermatocyten
Bevruchting = fecundatie oöcyt + spermatocyt zygote = bevruchte eicel
2. Uitwendige geslachtsorganen
Vulva & perineum
Primaire geslachtsorganen: alle bovenste organen <-> secundaire geslachtsorganen:
bepaling man/vrouw bv. borstontwikkeling, beharing, …
1.1.1 Inwendige geslachtsorganen
Eierstokken = ovaria (mv)/ovarium (enk)/oophor
Kleine, eivormige organen, 5cm x 2,5cm x 0,8cm, gelige kleur
Klonterige structuur, vasthangen aan mesenterium (=brede ligament) & ondersteunende
ligamenten, ligamenten aa. Ovaricae
Oögenese (= vorming eicellen) & ontwikkeling follikelcellen
Oestrogenen & progestagenen invloed baarmoederwand afbreken baarmoederslijmvlies =
menstruatie bouwen baarmoederslijmvlies op
Inhibine (=hormoon van FSH)
Ondergaan maandelijkse cyclus
Verschillende ontwikkelingsfasen eicel
Eileider = tubae fallopii (mv)/tuba fallopii (enk) = salpinx = oviduct = tuba uterina
+- 13cm & hol vanbinnen, tussen baarmoeder – eierstokken
Trechtervormige uiteinde = infundibulum
o Fimbriae tubae uterinae = vingervormige uiteinden
o Opent in bekkenholte, gelegen over ovarium, constant golvende bewegingen maken
o Ontvangt eicel na ovulatie
2 lagen: gladde spierlaag & slijmlaag met trilhaartjes voortbeweging eicel
Eicel: infundibulum uterus: duur 3/4 d.
Bevruchting moet tijdens de eerste 12-24u v/d tocht plaatsvinden
Baarmoeder = uterus = metra = hystera
Hol, gespierd orgaan, Douglas – Holte , deels achter & op urineblaas, 2cm dik & 7cm lang
2 delen:
o Corpus uteri = baarmoederlichaam, grootste deel fundus uteri = bovenste gewelf,
cavum uteri = uterusholte & isthmus = versmalling onderaan
o Cervix uteri = baarmoederhals, onderste deel, gedeelte in vagina, ostium uteri = portio
uteri = baarmoedermond, gesloten door sterke sfincter.
Taaie slijmprop (cervix uteri) tegenhouden infecties productie kliertjes cervixwand
o Progesteron: slijm taai & productie zaaddodend vocht
o Oestrogenen: vermindert taaiheid & productie zaaddodend vocht zaadcellen makkelijker
binnen kunnen
Baarmoederwand:
o Endometrium = baarmoederslijmvlies, bekleedt holte
Functionele laag: cyclische veranderingen, invloed hormonen & afsterven
menstruatie
Basale laag: dieper, constant
o Myometrium : elastische vezels & gladde spieren circulair + longitudinaal = belangrijk
uitdrijving kind
o Perimetrium = vlies erond
Functies: opbouw placenta, innesteling = nidatie, voeden, dragen & beschermen embryo/foetus,
uitdrijven kind bij geboorte
Vagina = colpos = schede
Pagina 1 van 21
, Gespierde, elastische buis, 7,5 tot 9cm
Tussen fornix (=schedegewelf, plaats waar baarmoederhals uitmondt in vagina) & vestibulum
(=voorhof)
Vaginawand: elastische vezels, glad spierweefsel & bloedvatennetwerk
Dekweefsel & baarmoederhalsklieren slijm zelfreiniging
Externe opening: hymen (=maagdenvlies)
o Bescherming infecties kinderjaren
o Kleine opening: menstruatiebloed
Vestibulum (=opening buitenwereld) uitwendige geslachtsorganen
Bacteriën gevoed slijm zure omgeving groei pathogenen vermindert & betere overleving
spermacellen
Vaginitis: schimmelinfectie/bacterie/parasiet milieu te basis
Functies: afvoer menstruatiebloed, ontvangen penis, vasthouden sperma na ejaculatie & doorgang
foetus geboorte
Oögenese
Voor de geboorte:
rond 8e week foetus, oerkiemcellen (=stamcellen) mitotische deling
7 mil. Oerkiemcellen 2 mil. Oerkiemcellen onvolledige meiotische deling primaire eicellen
= primaire oöcyten
Meiotische deling ≠ volledig stopt op bepaald niveau puberteit
Na de geboorte:
2 mil. Primaire oöcyten deel wordt verbruikt voor ontwikkeling sec. geslachtskenmerken
Puberteit
400.000 primaire oöcyten
Menarche = 1ste menstruatie = voor het eerst een follikel tot volledige rijping
Vervolg meiotische deling 450 primaire eicellen zullen de meiose vervolledigen overige
eicellen atrofiëren
Na de ovulatie:
Start meiose II, enkel voltooid bij bevruchting
Wanneer er geen bevruchting optreedt, sterft ovocyt II ook af
Uit 1 oerkiemcel ontstaat uiteindelijk 1 rijpe eicel
Mitotische deling: identiek hetzelfde deling
Meiotische deling: gehalveerd
Oerkiemcellen bepalen het geslacht
Ovariële cyclus
Eicel rijpt in de follikels: folliculaire fases
o Primordiaal follikel: bevat primaire oöcyt
o Primair follikel: primaire oöcyt groeit + productie oestrogenen
o Secundaire follikel: primaire oöcyt groeit + productie oestrogenen
o Tertiair follikel: graafse follikel (secundaire follikel
Ovulatie: tertiaire follikel geeft secundaire oöcyt & corona radiata af
Luteale fase: lege follikel verschrompelt ontstaan gele lichaam (corpus luteum is endocriene
klier, geeft progesteron af
1.1.2 Uitwendige geslachtsorganen
Vulva = pudendum
Voorhof = vestibulum begin buitenwereld
Grote schaamlippen = labia majora (buitenkant)
Kleine schaamlippen = labia minora (binnenkant)
Kitelaar = clitoris samenkomen labia minora
Schaamheuvel = mons pubis
Klieren van Bartholin = glandulae vestibulares ingang vagina vorming glijstof
vergemakkelijking seksuele betrekkingen
Urethra = urinebuis tussen clitoris & vagina
Perineum = bekkenbodemspieren gebied rond vagina & anus knipje geven geboorte kind
Uitleg oögenese zie blz. 779 – 785 & dia 9 & 11
Pagina 2 van 21
, 1.2 Fysiologie
1.2.1 Puberteit & begin geslachtsrijpheid
Activiteit gereguleerd hormonen hypofyse & geslachtsorganen hypothalamus
Start: hypothalamus: productie releasing hormonen/releasing factors
o FSHRH: FSH releasing hormoon
o LHRH: LH releasing hormoon
Via bloedbaan naar hypofyse:
o Achterkwab = neurohypofyse oxytocine samentrekking baarmoeder & melk geven
o Voorkwab = adenohypofyse LH, FSH & prolactine
Voorkwab = adenohypofyse
o FSH = follikel stimulerend hormoon = oestrogenen door de follikels in ovaria
o LH= luteïniserend hormoon = voor ovulatie: rijping follikels & na ovulatie: geel lichaampje tot
afgifte progesteron
o Prolactine= melkproductie
o Deze hormonen komen in de bloedbaan ovaria
Bovenvermelde hormonen gonadotrofines = gonadotrope hormonen stimuleren ovaria &
onrechtstreeks endometrium
Follikels (= blaasjes, epitheelcellen rond een holte , waarin de onrijpe eicellen, die reeds van bij de
geboorte aanwezig zijn, zich ontwikkelen) oestrogenen
Oestradiol = oestrogenen geproduceerd door de follikels
Voor geslachtsrijpe leeftijd veel follikels verbruikt niet volledig tot rijping kritisch volume
nodig om tot ovulatie te komen, niet wordt bereikt geen menstruatie, wel productie oestrogenen
Functies oestrogenen:
o Geslachtsdrift bevorderen
o Spier- & botgroei (groeispurt) na 1/2j menarche
o Secundaire geslachtskenmerken bv. borsten, lichaamsbeharing, vetafzetting
o Accessoire klieren & voortplantingsorganen
o Herstel & groei endometrium
o Feedback GnRH & gonadotropine
1.2.2 Normale menstruatiecyclus
= betere term endometriumcyclus periodieke veranderingen baarmoederslijmvlies
menstruatiecyclus: 1 deel cyclus nl. menstruatie
Begin = 1ste dag bloeding
Duur tot de 1ste dag volgende bloeding
Gemiddelde duur = 28 dagen
Elke cyclus follikels door FSH aangezet tot rijping 1 follikel het kritisch volume +-25 mm bereiken
om te barsten & het rijpe eitje vrij te laten = ovulatie
Andere follikels inkrimpen = follikelatresie
2 dagen voor ovulatie oestradiolpiek daarna daling oestrogeenspiegel & productie van progesteron in
follikelcellen
Ovulatie = 1 follikel (=graafse follikel) zwelt op, barst open & rijpe eicel komt vrij eicel verlaat ovarium
& via eileider naar endometrium
Tijdens ovulatie lichte temp. Verhoging (+0,5°) progesteron
Lege follikel vult zich met bloed = corpus rubrum = rood lichaampje
Corpus rubrum LH corpus luteum = geel lichaampje
Corpus luteum productie oestrogen + progesteron
Bevruchting corpus luteum blijft nog 4 m bestaan
Geen bevruchting corpus luteum verdwijnt na 12 dagen littekenweefsel wit lichaampje =
corpus albicans
Rond ovulatieperiode afscheiding meer slijmerig vocht baarmoederhalsklieren
spermatozoïden beter te laten passeren
Geen bevruchting atrofieert endometrium & afstoot ervan start menstruatie na 2 weken
Hormonen & voortplantingscyclus
Coördineren cycli ovaria & uterus
Oestradiol: oestrogeen dat de folliculaire fase v/d ovariacyclus beheerst
Progesteron: progestatine dat de luteale fase v/d ovariacyclus beheerst
LH: ovulatie gestart door een piek LH halverwege de cyclus
Hypothalamus: afscheiding GnRH dat hypofyse FSH & LH laat afgeven
Pagina 3 van 21