samenvattingen van alle lessen intern recht gegeven aan de universiteit Gent, samen aangevuld met het boek en de gastcolleges over erfrecht en het huwelijksvermogensrecht
Samenvatting Europese en Belgische
Privaatgeschiedenis: Intern recht
PERSONEN- EN FAMILIERECHT
BASISBEGRIPPEN BIJ DE STUDIE VAN HET PERSONEN- EN FAMILIERECHT
Het Burgerlijk recht bevat 2 componenten; het personen- en familierecht
(= rechtsregels die de rechtspositie van de persoon in de relatie tot zijn echtgenoot en
verwanten betreffen) alsook het vermogensrecht
• Vermogensrecht = het zijn rechten die in geld waardeerbaar zijn en ze kunnen
worden vervreemd van de drager en overgedragen worden naar een ander
persoon (als eigenaar van een huis kan je het verkopen) → heeft een sterke
invloed gehad door het Romeinse recht (Romeins recht was enorm van
belang)
• Personen- en familierecht = in de enge zin bevat het geen patrimoniaal
familierecht (wel in de ruime zin), deze rechten zijn niet in geld waardeerbaar,
noch vervreemdbaar. Het Romeins recht heeft slechts een kleine invloed op
deze rechtstak gehad (adoptie) omdat het eerder werd beïnvloedt door het
canonieke recht en de middeleeuwen + Romeinen konden :zich wel
vervreemden aan het familierecht
= regels die betrekking hebben op de juridische positie van personen en hun
relatie ten opzichte van familieleden
⇒ De basisbegrippen van personen en familierecht komen uit de 19de eeuw, ontstaan
bij de Pandektisten (juristen uit de 19de eeuw) → deze termen werden dus niet
gebruikt in de oudheid of in de middeleeuwen
• Rechtssubjecten = dit zijn in de eerste plaats enkel mensen (natuurlijke
personen) die rechten en verplichtingen hebben = dragers van rechten en
verplichtingen, natuurlijk zijn er ook andere entiteiten met rechten en
verplichtingen (rechtspersonen)
→ ze hebben een juridische persoonlijkheid = het geheel van rechten en
plichten van een rechtssubject en omvat 2 elementen
o De rechtsbekwaamheid = de mogelijkheid om rechten te hebben
→ wordt bepaald door de staat ; de rechtstoestand van een persoon
als lid van een gemeenschap
o De handelingsbekwaamheid = het kunnen uitoefenen van uw rechten
en verplichtingen; wordt bepaald door de leeftijd, het geslacht (vroeger
was de gehuwde vrouw niet handelingsbekwaam) of de geestelijke
toestand
1
,Samenvatting intern recht academiejaar 20/21
• Rechtsobjecten = dit zijn zaken waarop rechtssubjecten rechten kunnen laten
gelden, het heeft noch rechten noch verplichtingen
→ dieren zijn volgens deze tweezijdige theorie objecten, maar in het NBW
goederenrecht worden dieren gezien als een aparte categorie naast mensen
en goederen om de kritiek van mensen tegen te gaan (art. 3.39 NBW : Dieren
hebben een gevoelsvermogen en hebben biologische noden.De bepalingen
met betrekking tot lichamelijke voorwerpen zijn op dieren van toepassing, met
inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter bescherming
van dieren en van de openbare orde)
• Feiten
o Gewone feiten = niet van belang voor het recht
o Rechtsfeiten = hebben juridische gevolgen en hebben dus wel belang
voor het recht
▪ Gewone rechtsfeiten = de rechtsgevolgen zijn niet gewild
▪ Rechtshandelingen = de handelingen van een rechtssubject
waaraan rechtsgevolgen gekoppeld worden en die gewild zijn
DE RECHTSBEKWAAMHEID
= genotsbekwaamheid wordt bepaald door de staat van de persoon = het geheel
van hoedanigheden die de juridische toestand van een persoon in de maatschappij
bepalen, opgenomen in art. 10 en 11. Gw.
Bij de Romeinen was er een driedelige staat waartoe men kon behoren (onderscheid
naargelang de staat)
1. Vrijheid = status libertatis → vrije tegenover slaaf
2. Burgerschap = status civitatis → Romein tegenover vreemdeling
3. Plaats in de familie = status familiae → personen niet onder de macht van het
familiehoofd (pater familias) tegenover de personen wel onder de macht van
een pater familias
=> de rechtsbekwame Romeinen waren de vrije Romeinen die niet onder het gezag
stonden van de pater familias
=> niet iedereen was vrij en gelijk wat zal evolueren in het verschil tussen onvrijen en
geprivilegieerden
Vanaf de Franse Revolutie gaat men ervan uit dat iedereen vrij en gelijk geboren
wordt en wordt dit ook zo in België ingevoerd wat voorheen niet het geval was
=> alle mensen hebben dezelfde staat en zijn dus allen gelijkelijk rechtsbekwaam
2
,Samenvatting intern recht academiejaar 20/21
Vrijheid, slavernij en horigheid
De slavernij bij de Romeinen
Juridische betekenis = slaven hebben enkel verplichtingen en geen rechten , ze
worden beschouwd als rechtsobject (dingen) → rechtssubjecten kunnen hun recht op
slaven uitoefenen en deze hebben enkel maar verplichtingen ten opzichte van hun
eigenaar (rechtssubject)
⇒ deze betekenis dekt niet volledig de lading en is niet geheel correct
• Door de opkomst van beschermende maatregelen die pas later werden
ingevoerd (1ste eeuw v.Chr.)
o De eigenaar/ meester mag de slaaf niet vermoorden
o De eigenaar/ meester kan zijn slaaf niet aan dierengevechten laten
deelnemen
o De eigenaar/ meester mag een slavin en haar kind niet uit elkaar halen
• Het ontstaan van het peculium = een slaaf kon niet deelnemen aan de
economische wereld, dit heeft men opgelost door de slaven een peculium te
schenken ⇒ dit was een deel van het vermogen van de meester dat werd
doorgegeven aan de slaaf zodat die kan meedelen aan het economische
leven (hij kon dan contracten sluiten a.d.h.v. het peculium)
• Vrijlating = een object kan geen subject worden normalerwijze, maar een slaaf
kan dit wel door de vrijlating gegeven door de eigenaar en zo wordt deze slaaf
gepromoveerd tot mens maar toch had deze nog andere verplichtingen dan
de vrijgeborene
Er is echter een groot verschil tussen het juridische en het sociale ⇒ slaaf kon wel een
groot maatschappelijk aanzien hebben , slaafheer → hadden soms meer te zeggen
dan de gewone burger
De horigheid van de Middeleeuwen
Verschil is zeer belangrijk!
• Vrij persoon heeft alle rechten
• Halfvrij persoon behoort tot de tussencategorie en beschikken maar over
bepaalde rechten
• Slaven hebben geen rechten
→ het statuut van de slaven verbetert maar vrijen dienen afhankelijk te worden van
een machtige (het statuut van sommige vrijen verslechterde omdat ze nu beschouwd
werden als halfvrijen)
=> slavernij verdwijnt maar er wordt een nieuwe groep gecreëerd, nl. de halfvrijen of
horigen, een persoon met rechten maar met minder rechten dan een persoon die
volledig vrij is
3
, Samenvatting intern recht academiejaar 20/21
De beperkingen op de vrijheid
• De formariage = taks om te kunnen huwen met een vrouw buiten de
heerlijkheid
• De chevage = kopcijns, belasting die jaarlijks betaald dient te worden door de
halfvrije
• De mortemain = taks bij het overlijden van de horige om de nalatenschap in
handen te kunnen hebben, de roerende goederen gaan naar de heer en later
werd dit dat de heer recht had op het beste goed (beste katteel)
→ statuut werd doorgegeven door de echtgenote (moeder) = indien een vrije man
huwt met een onvrije vrouw, dan worden de kinderen ook onvrij omdat men altijd
weet wie de moeder is en niet wie de vader is
12de eeuw = verdwijning van de onvrijheid vooral in de welvarende gebieden en
steden (graafschap Vlaanderen met uitzondering van het Land van Aalst waar men
onvrij bleef tot de Franse Revolutie)
→ indien mensen wegvluchten dan had de heer maar 1 jaar vervolgingsrecht
Onvrijheid betekent daarom nog niet een lage sociale status (vb.: ministeriales, de
dienstmannen, die voor de heer belangrijke functies vervullen en deze werden vaak
gekroond tot ridder of tot de adel)
Onvrijheid vandaag
= slavernij is verboden door internationale verdragen maar toch bestaat dit nog
steeds
Vb.: mensenhandel voor prostitutie, uitbuiting van illegalen, kinderarbeid,
mishandeling
Vreemdelingen en inboorlingen
Bij de Romeinen
Romeinen vs. peregrini (vreemdelingen)
• Ius civile geldt voor de echte Romeinen
• Voor de vreemdelingen of de niet-Romeinen geldt hun eigen recht
=> personaliteitsbeginsel
• Ius gentium geldt tussen Romeinen en vreemdelingen of tussen vreemdelingen
onderling
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lexspecialis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,38. Je zit daarna nergens aan vast.