SAMENVATTING: DE VERMOEIDE SAMENLEVING BYUNG-CHUL HAN
1 HET NEURALE GEWELD (P9-16)
ELK TIJDPERK KENT ZIJN ZIEKTES
Elk tijdperk kent zijn eigen ziektes
Bacteriële tijdperk eindigde met uitvinding antibiotica
21ste eeuw: geen bacteriële of virale ziektes maar neurale (depressie, ADHD, borderline, burn out)
Oorzaak: overmaat aan positiviteit
IMMUNOLOGISCH AFWEERSCHEMA
De vreemde wordt op basis van zijn anders-zijn geëlimineerd, ookal is er geen gevaar
Er is een paradigmawisseling de laatste jaren
o Samenleving trekt zich niets aan van immunologisch afweerschema
o integendeel: verdwijning van het anders zijn
Anders zijn is de basis van de immunologie, elke immuunreactie richt zich tegen het vreemde
o Vandaag geldt het differente, er is gebrek aan het vreemde
o Alleen verschillen brengt geen immuunreactie op gang
o Het vreemde maakt plaats voor het exotische, waar de toerist in rondreist
o De gebruiker is geen immunologisch subject meer
Voorbeelden van afweerreacties tegen bedreigingen : strijd tegen epidemie, versteviging van bolwerken
tegen illegale immigratie, strategieën om computervirussen te verslaan
gebeurtenissen kunnen steeds afgeleid worden uit een afweerreactie tegen een bedreiging
Het immunologisch paradigma past niet meer op het proces van de globalisering
o Het vreemde dat zorgt voor een immuunreactie zou het proces van open grenzen tegenwerken
o Wereld is immunologisch georganiseerd: grenzen, muren, sluizen, grachten
DIALECTIEK
De dialectiek (= tegenstelling) van de negatie = kenmerk van immuniteit
o Het immunologisch vreemde is het negatieve dat binnendringt in het eigene en het wil ont-kennen
o Het eigene moet kunnen ontkennen of gaat ten onder aan de ontkenning door het andere
o Door de ontkenning van de ontkenning word je alleen indirect geconfronteerd met het andere
o In het ‘eigene’ worden fragmenten van het ‘andere’ geïnjecteerd om immuunreactie op te roepen,
maw jezelf een beetje pijn doen om je te beschermen tegen groter geweld
Het vreemde andere verdwijnt, dus we leven in een tijd die arm is aan negatie
o Neuroziektes komen voort uit dialectiek van het positieve (= het gelijke), hiertegen kan je het
weerstandsvermogen niet versterken
o Het zijn pathologische toestanden door een overmaat aan positiviteit
geweld van positiviteit komt voort uit overproductie, overprestatie, overcommunicatie
o Geweld komt van de kant van het gelijke
1
, De totale communicatie en hyperinformatie bedreigen elk menselijke weerstandsvermogen
o Wanneer er gelijkheid heerst, kan er enkel in de brede zin weerstandsvermogen zijn. De
immunologische reactie richt zich steeds tot het vreemde.
onderscheid tussen immunologisch en niet-immunologische afstoting
o Immunologie kan niet op tegen afstoting, uitputting en afmatting. Het immunologisch object weert
alles af en sluit buiten.
Positiviteit is niet meer viraal
o De immunologie kan er niet meer bij
o Tegenover zoveel positiviteit is er digestief-neurale afkeer
o Het geweld van hhet positieve kan zich ontplooien in een permissieve en vredige samenleving
In een positieve wereld kunnen nieuwe geweldsvormen opkomen
o Ze zitten niet meer in het vreemde maar in het systeem zelf: immanent (ingebakken in de structuur)
o Door de immanentie lokken ze geen imuunreactie uit
o Neuraal geweld, wat leidt tot psychische infarcten, is een terreur van het immanente
o Het geweld van het positieve is saturatief (ontdaan van iets uitdrukkend) en exhaustief (uitputtend)
zorgt voor ontoegankelijk voor de directe waarneming
Neurale ziektes kunnen niet beschreven worden vanuit het virale geweld
o Er wordt dan uitgegaan van het systeemvreemde
o Het neurale geweld is eerder systemisch, een immanent geweld
ADHD, depressie, burn out overmaat aan positiviteit
BS oververhitting door teveel van het gelijke
Hyperactiviteit massaal geworden positieve
2 NA DE COMMANDOSAMENLEVING (P17-21)
VAN COMMANDO NAAR PRESTATIE
Maatschappij 21ste eeuw: geen commandosamenleving maar prestatiesamenleving
o Mensen zijn geen ondergeschikten, maar prestatiesubjecten mensen zijn ondernemer van het ik
o Commandosamenleving = maatschappij van negativiteit
sleutelwoorden: verbod, niet mogen, moeten, dwang
resultaat: misdadigers en gekken
o Prestatiesamenleving = positieve karakter
sleutelwoorden: kunnen, yes we can, project, initiatief, motivatie
resultaat: depressieven en kneuzen (=iemand die niets goed kan doen)
Conclusie: verandering van samenleving heeft gezorgd voor psychische en typologische veranderingen
paradigmawisseling (van commando naar prestatie) zorgt ook voor continuïteit op 1 terrein
o in het maatschappelijk onderbewustzijn: maximaliseren van de productie
Positieve ‘kunnen’ is beter dan negatieve ‘moeten’
prestatiesubject is sneller, productiever, gedeciplineerder = efficiënt
Geen breuk tussen moeten en kunnen, maar continuïteit
2