PRAKTISCHE PSYCHOFARMACOLOGIE
H1: INLEIDENDE BEGRIPPEN
1. DE HERSENEN
- Vier belangrijke onderdelen:
Cerebrum Telencephalon of grote hersenen. De grote hersenen kunnen
onderverdeeld worden in vier grote kwabben de frontaalkwab, de
pariëtaalkwab, de temporaalkwab en de occipitaalkwab.
Diencephalon De tussenhersenen. Het ligt precies tussen het telencephalon en
het mesencephalon.
De thalamus, de hypothalamus, de hypofyse, de pijnappelklier
(epifyse) en de derde ventrikel worden tot het diencephalon
gerekend.
Hersenstam De hersenstam of de truncus cerebri verbindt de grote hersenen
en de tussenhersenen met de kleine hersenen en het ruggenmerg.
De hersenstam bestuurt belangrijke levensfuncties zoals:
temperatuur, ademen, hartritme, bloeddruk en reflexen als
hoesten en braken. Ze bestaat uit het verlengde merg, de pons en
het vierde ventrikel.
Over de hele lengte van de hersenstam bevindt zich de formatio
reticularis, een netwerk van cellen dat medeverantwoordelijk is
voor het bewustzijn. Tien van de twaalf paar hersenzenuwenvinden
hun oorsprong in de hersenstam. Zij hebben hier dan ook kernen
(nuclei).
Cerebellum De kleine hersenen. Draagt bij tot de voortdurende coördinatie
en correctie van lichaamshouding en beweging. Deze kleine
hersenen staan in contact met de grote hersenen, de hersenstam
en het ruggenmerg.
1.1. CEREBRUM
- Vier kwabben:
o Frontaalkwab
o Pariëtaalkwab
o Temporaalkwab
o Occipitaalkwab
- Mens onderscheidt zich van andere dierstoorten op
vlak van intellectuele vermogens
- → veel grotere oppervlakte van de grote
hersenen, o.a. door de sulci (instulpingen) en gyri
(windingen)
o bv. sulcus centralis & sulcus lateralis (groeve van Sylvius)
- Binnenin het cerebrum zit de witte stof = axonen / uitlopers van de
zenuwcellen
1
, - Verschillende banen van die witte stof in het cerebrum
o Associatiebanen binnen de hemisferen =
verbindingen tussen de verschillende schorsgebieden
o Tussen de hemisferen – bijvoorbeeld corpus callosum
o Tussen het cerebrum en het ruggenmerg –
bijvoorbeeld via de thalamus
o Tussen cerebrum en cerebellum
- Twee laterale ventrikels (= holtes gevuld met hersenvocht)
- Subcorticale kernen van grijze stof (e.g. basale kernen, amygdala, etc)
1.1.1. CORTEX CEREBRI (BUITENSTE LAAG VAN DE GROTE HERSENEN)
- De cortex cerebri of hersenschors bestaat uit grijze stof (opeenhoping van
cellichamen en dendrieten).
- Elk gebied heeft zowel een primair als een secundair stuk
o Primair: waar input binnenkomt
o Sensorische schors heeft context – gaat input begrijpen
§ Bvb: liedje horen: eerst ekeer hoor je input maar geen context,
vanaf de tweede/meerdere keren ga je het liedje gaan
herkennen: er is dus opnieuw input + context
- In ieder van de kwabben van de cortex liggen gebieden met
gespecialiseerde functies = functionele schorsgebieden:
o Primaire en secundaire motorische schors
o Primaire en secundaire sensorische schors
o Primaire en secundaire visuele schors
o Primaire en secundaire auditieve schors
o Prefrontale schors
v Primaire motorische cortex
- Verzorgt de willekeurige bewegingen
o → bvb: als je beslist ik ga opstaan en de les verlaten = primaire
motorische cortex is dan actief!
- Voor het uitvoeren van fijnere motoriek zijn meer zenuwcellen betrokken dan
voor het uitvoeren van grovere bewegingen
o → hoe complexer / fijner een taak wordt, hoe meer plaats er op de
cortex ingenomen wordt door dat orgaan of lichaamsdeel.
o Hoe groter het deel dat voor een bepaald lichaamsdeel instaat = hoe
beter ontwikkeld de functionering zal zijn.
§ è Size matters!
o Þ Meest gewervelde functies nemen meeste plaats in op cortex
- Bepaalde lichaamsdelen (o.a. tong, lippen, duim) nemen bijgevolg relatief
2
, grote delen in van de primaire motorische cortex van de
frontaalkwab
o Waarom kunnen wij praten? Omdat er op de
cortex een relatief groot deel instaat voor onze
tong en onze lippen (zie prent hiernaast → blauwe
deeltje)
v Secundaire motorische schors
- Ligt iets frontaler tov de primaire motorische schors
- Regelt aangeleerde motorische vaardigheden met een
repeterend karakter (o.a. typen, autorijden, veters knopen)
o → autorijden ging bij het begin nog heel moeizaam, maar eens je het
kan hoef je er niet meer echt over na te denken.
- Bij uitval in dit gebied (frontaal tov primaire motorische schors) kunnen er
nog bewegingen worden gemaakt doch de automatismen zijn verdwenen
- Gebied van Broca = motorisch spraakcentrum (taalgebruik)
v Primaire sensorische cortex
- Deze regio van de pariëtaalkwab ontvangt signalen uit de omgeving
- i.v.m. de tastzin (voelen) → signalen afkomstig van receptoren in de huid
voor warmte, koude, druk, tast en pijn = allemaal zaken die in de
pariëtaalkwab verwerkt worden.
- Deze regio is in staat de juiste locatie van de prikkel vast te stellen → als je
je vinger verbrand hebt, weet je exact waar je pijn hebt (aan je vinger dus in
dit geval)
- De gevoeligste delen van het lichaam (o.a. mond, genitaliën) nemen
representatief de grootste oppervlakte in van de primaire sensorische
cortex/schors)
v Secundaire sensorische schors
- Dorsaal van de primaire sensorische schors
- Hier wordt alle informatie die de primaire sensorische schors binnenkomt
geanalyseerd en vergeleken
o → hierdoor ontstaat er begrip van wat men voelt
o → soort van databank dat een context biedt.
- Bijvoorbeeld: iets zoeken in het donker (je hebt allemaal een rugzak mee
naar school en het ligt valt uit, je gaat voelen in je rugzak en weten: aah hier
voel ik mijn portefeuille, mijn pennenzak, mijn gsm, …)
- Gebied van Wernicke = sensorisch spraakcentrum (taalbegrip)
v Visuele cortex
- Ter hoogte van de occipitaalkwab
- De primaire visuele cortex ontvangt de impulsen van het netvlies via de
nervus opticus (hersenzenuw II)
3
, - De secundaire visuele cortex = visuele databank, laat ons begrijpen wat we
zien → alle beelden
- die we kennen worden bewaard, vergeleken en er wordt door associatie een
betekenis aan gegeven
o VB: vroeger geleerd hoe een bal eruit ziet, hoe een boom eruit ziet, …
= heel belangrijk want nu weet je dit voor de rest van je leven!
o Zaken die je geleerd hebt / kent, ga je kunnen herkennen doordat er
ook een bepaalde context is. Als er iets is dat je niet kent (bvb een
krokodil in de aula) dan weet je dat dit niet normaal is; dit past niet in
deze context!
v Auditieve cortex
- De primaire auditieve cortex bevindt zich thv de bovenste winding van de
temporaalkwab en verwerkt rechtstreeks informatie van het gehoorszintuig
- De secundaire auditieve cortex = auditieve databank → laat ons begrijpen
wat we horen door vergelijking en associatie
o zelfde principe als bij visuele cortex
o VB: liedjes van op de radio herkennen
v Gnostisch centrum
- Het gnostisch centrum bevindt zich in
overgangsgebied tussen temporaal-, pariëtaal- en
occipitaalkwad.
- Het is de plaats waar de zintuiglijke input wordt
geïntegreerd tot één beeld van de werkelijkheid
o Þ Signaal doorsturen naar hogere
schorsgebieden & nemen van gepaste
beslissingen.
v Prefrontale cortex
- → gelegen in het voorste deel van de frontaalkwab
- De prefrontaalkwab, is het deel dat meer dan alle andere delen van onze
hersenen, dat ons mens maakt!
- Betrokken bij de vorming van:
o Persoonlijkheid, volharding, concentratie, initiatief
o Logisch redeneren, intelligentie, planningsvaardigheden en
o decision making, kritisch denken,
o Sociaal gedrag, rekening houden met anderen, geweten
- Sterke connecties met het limbisch systeem (ligt dieper in de hersenen),
bijgevolg belangrijk voor:
o Emoties en stemming
o Controle van impulsen & seksueel gedrag
o Ook van belang voor integreren van reukzin
4