Futur proche - Samenvattingen en Aantekeningen

Franse werkwoorden op -er in de volgende tijden: L’indicatif présent (.), L’indicatif futur proche (f.p.) L’indicatif imparfait (i.i.), L’indicatif passé récent (p.r.) L’indicatif futur simple (f.s.), L’impératif (imp.) L’indicatif passé composé (p.c.), Le conditionnel présent (.).

Een samenvatting van de Franse werkwoorden die eindigen op -ir in de volgende tijden: L’indicatif présent (.), L’indicatif futur proche (f.p.) L’indicatif imparfait (i.i.), L’indicatif passé récent (p.r.) L’indicatif futur simple (f.s.), L’impératif (imp.), L’indicatif passé composé (p.c.), Le conditionnel présent (.)

In deze samenvatting vind je hoe je de 9 tijden in het frans moet vervoegen. Alles wordt in het Nederlands uitgelegd.

Dit is een samenvatting van alle tijden van de werkwoorden voor Frans. Dit kan teruggevonden worden in het boek Grammaire Trajet. Deze samenvatting bevat alle tijden en uitzonderingen.

Frans futur proche

Samenvatting van alles wat je moet kennen (grammaire) voor het examen! (verbes de mouvement en passé récent - futur proche ontbreken)

Franse werkwoorden inoefenen in verschillende tijden namzlijk: indicatief présent, impératief, passé composé, futur simple, futur proche en de passé recent. Bij het werkwoord staat ook de. Vertaling in het nederlands

Dit is een samenvatting van Frans 1 uit de lerarenopleiding aan de Karel de Grote Hogeschool (). De samenvatting bevat alles van wat we tijdens de les hebben gezien + extra aanvullingen uit grammaire de base, met verwijzingen naar de pagina's. De samenvatting is grotendeels Frans, maar er zijn veel vertalingen te vinden. De samenvatting bevat: 1. l’article 2. les prépositions 3. le substantif 4. l’adjectif 5. les nombres 6. les verbes: indicatif présent - impératif - passé co...

alle werkwoord tijden uit het vak français des affaires (frans), richting event- en projectmanagement, arteveldehogeschool

Aantekeningen voor Frans uit de eerste klas vwo over het lidwoord, regelmatige werkwoorden op -er, de klok, de ontkenning, het werkwoord 'avoir', de cijfers, het bezittelijk voornaamwoord, het bijvoeglijk naamwoord, het werkwoord 'aller', de futur proche, het werkwoord 'faire' en de passé composé.