SAMENVATTING
Ontwikkelingspsychologie
Levensfasen – H1 t/m H8
(4de druk, 2019), auteur: Maryke Tieleman
Ontwikkelingsgerontologie – H1 t/m H4 + H6 en H7
(2de druk, 2017), auteurs: Jan Willem de Graaf en Maryke Tieleman
Vak: ontwikkelingspsychologie (hogeschool Saxion)
,H1 De prenatale periode
1.1 De lichamelijke ontwikkeling
- Ontogenese: ontwikkeling van het specifieke individu (interactie moeder met de omgeving)
- Fylogenese: ontwikkeling van de soort (erfelijkheid)
Prenatale ontwikkeling van de mens hangt af van 3 factoren:
- Groei: toename van cellen, lengte en gewicht. Mate van groei is sterk erfelijk bepaald,
factoren uit de omgeving hebben beperkte invloed op het groeiproces
- Rijping: het in staat zijn nieuwe functies te vervullen. Wordt nauwelijks beïnvloed door de
omgeving maar door erfelijke factoren, het is een fysiologisch proces
- Leren: door contact met omgeving en context ‘rijker’ worden
Zygote: bevruchte eicel. Deelt zich tot een morule, waaruit de placenta, navelstreng en vliezen
ontstaan
Het eerste trimester (embryonale fase):
- Germinale fase (eerste 2 weken): zygote deelt zich, innesteling vindt plaats (eicel zet zich vast
in baarmoederslijmvlies, slijmprop ontstaat in baarmoedermond)
- Daarna periode van 6 tot 10 weken: ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel (CZS), ogen,
hart, oren, tanden, het gehemelte en de externe genitaliën
3e week: embryo (ontwikkeling in 3 lagen: ectoderm, endoderm, mesoderm), begin
ontwikkeling hersenen
12e week: foetus, alle organen zijn gevormd
Het tweede trimester (3e tot 7e maand):
- Huidcellen maken huidsmeer (bescherming)
- Foetus begint met bewegingen te maken (buigen, strekken, kruipbewegingen, handen
sluiten), goed te onderscheiden rond 21 ste week
- Reflexen ontwikkelen
- Na 5de maand alle hersencellen aangemaakt, bewegingen nemen wat af
Het derde trimester (7e tot 9e maand):
- Snelle gewichtstoename/groei
- Kan moeilijker bewegen en neemt vaste positie aan, meestal hoofd naar beneden
(voorbereiding op bevalling)
- Foetus kan externe prikkels onderscheiden (bv. muziek, licht/donker en smaken)
1.2 Ontwikkeling van reflexen
Reflexen: onbewuste en automatische fysiologische reacties op prikkels en veranderingen in de
omgeving. Komen voort uit een natuurlijk instinct om te overleven, wanneer bepaalde reflexen niet
verdwijnen kan dit duiden op hersenbeschadiging
Kenmerken reflexen:
, - Het zijn onwillekeurige bewegingen. Naast het kloppen van het hart zijn het de eerste
bewegingen die een mens maakt
- Ze geven informatie over het wel dan niet goed functioneren van het centrale zenuwstelsel.
Vandaar het controleren vlak na de geboorte
- Reflexen worden bestuurd door de hersenstam, het deel van de hersenen dat zich vroeg in
de evolutie heeft ontwikkeld. Een aantal reflexen verdwijnen later weer
8 reflexen van de ongeboren mens:
Reflex Beschrijving Ontstaat Verdwijnt
Uterine withdrawel Terugtrekken lichaam bij prikkelen 5e tot 7e week 32ste week voor
reflex tenen geboorte
Mororeflex Bij schrik openen van de vingers en 9e tot 12e week 2e tot 4e maand
armen en spreiden van de benen, voor geboorte na geboorte
mond opent of sluit, baby begint te
huilen
Babinskyreflex Bij naar achteren strijken van een Na de geboorte Tussen 1ste en 2e
voorwerp over de voetzool richt de jaar
grote teen zich op en spreiden de
andere tenen zich
Palmar/grijpreflex Vingers sluiten zich na lichte aanraking 11e week voor 2e tot 9e maand
palm van de hand geboorte na geboorte
Asymmetrische Als het hoofd een kant op buigt 18e week voor 3e tot 9e maand
tonische nekreflex strekken het been en arm aan geboorte na geboorte
dezelfde kant van het hoofd
Spinal galant reflex Bij stimulatie van de buik of rug buigt 20ste week voor 3e tot 9e maand
het ruggenmergkanaal zich 45 graden geboorte na geboorte
de gestimuleerde kant op. Nodig om
door het geboortekanaal te komen
Rootingreflex en Bij lichte aanraking wang of mondrand 24ste tot 28ste 3e tot 4e maand
suckingreflex draait hoofd naar de kant van de week voor na geboorte
(zuigreflex) stimulus en gaat de mond open als geboorte
anticipatie op het zuigen
Tonisch labyrinthine Bij bewegen hoofd voor- en Rondom bevalling 3e tot 4e maand
reflex forewards achterwaarts buigt het hoofd tot na geboorte
onder het niveau van de ruggengraat
1.3 Visies op het prenatale bewustzijn (westers)
- Leertheoretische/behavioristische visie: mens is na geboorte een onbeschreven blad en
wordt bepaald door leerervaringen
- Biologische visie: interne of erfelijke factoren bepalen de mens
- Omgevingspsychologische visie: mens wordt bepaald door de wisselwerking tussen sociale
en ruimtelijke omgeving
- Cognitieve visie: infoverwerking en zelfsturing is bepalend
- Psychoanalytische visie: biologische aanleg en opvoedingservaringen in 1 ste jaar belangrijk
- Humanistische visie: individuele belevingen, ruimte voor zelfontplooiing en eigen
verantwoordelijkheid zijn bepalend
- Bio-ecologische visie: als een kind meer in aanraking komt met externe invloeden geeft het
zelfbewuste vorm aan de ontwikkeling
, 1.4 Omgeving van het embryo en de foetus
- Placenta filtert veel schadelijke stoffen uit het bloed, maar niet alles
Teratogenen: externe middelen die schadelijk zijn voor de prenatale ontwikkeling, kunnen leiden tot
vertraagde groei-, gedrags- en functiestoornissen
- Alcohol- en/of drugsgebruik
Foetaal alcohol syndroom (FAS): veel last van ziektes en cognitieve achterstand
Roken: lager geboortegewicht, minder alert reageren na geboorte en foetus kan
stoppen met ademhalen door zuurstofgebrek (kan leiden tot wiegendood)
Drugs: meestal wordt heroïne en methadon doorgegeven, baby wordt geboren met
onthoudingsverschijnselen
Alcohol: ogen staan wijd uit elkaar, geestelijke groeiachterstand en te kleine
hersenen of microcefalie
- Medicijnen gebruik
Softenonkinderen: door stof thalidomide, zorgde voor misvormingen in groei
ledematen
Diethylstilbestrol: kinderen minder snel zwanger, verhoogde kans op miskraam en
baarmoederhalskanker
- Ondervoeding
Kan leiden tot neurologische afwijkingen, hoge bloeddruk, schizofrenie en
depressies
- Ongelukken
Kan leiden tot vroeggeboorte of beschadiging foetus
- Infecties
Kan leiden tot afwijkingen in de geboorte
Syfilis besmetting: geestelijke achterstand, blind- en doofheid
- Zware stress
Verhoging adrenalineproductie in bloed moeder
Baby’s bewegen meer in hun slaap en perioden van diepe slaap zij korter
- Leeftijd aanstaande moeder/vader
Beste om kinderen te krijgen tussen 20 en 35 jaar
Moeder jonger dan 17: grote kans op vroeggeboortes en een doodgeboren kind
Oudere moeder: grote kans op vroeggeboorte, psychische problemen en syndroom
van down
Oudere vader: grote kans op schizofrenie, manische depressiviteit en autisme
spectrum stoornis
- Te kleine placenta
Verminderde toevoer zuurstof en voedingsstoffen wat de ontwikkeling van de foetus
nadelig beïnvloed
- Psychische ziekten
Kan erfelijk overgedragen worden door moeder of vader
- Chemicaliën en stralingsgevaar