Basiskennis taalonderwijs samenvatting (1e druk)
Hoofdstuk 2 Taalonderwijs en taal
Belang taalonderwijs:
1. Schriftelijke taalvaardigheid leren kinderen niet spontaan.
2. Niet alle kinderen kunnen zich zelfstandig een bepaald niveau van taalvaardigheid eigen
maken.
3. Op school leer je ander soort taalgebruik dan in het dagelijks leven.
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van het taalonderwijs.
5. Als je kinderen plezier in het leven van boeken wilt bijbrengen, dan moet je daar apart
aandacht aan besteden.
Schooltaal = een wat officiëlere taal, waar de nadruk ligt op goed formuleren en verzorgd spreken.
Voorbeelden van schooltaal woorden zijn: thema, samenvatting, persoonsvorm.
Traditioneel taalonderwijs = lesgeven met behulp van een methode.
Domeinen van taalonderwijs:
Mondelinge taalvaardigheid
Het spreken en luisteren, het voeren van allerlei mondelinge gespreksvormen staan centraal.
Woordenschat
Is het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen, zegswijzen en spreekwoorden.
Beginnende geletterdheid
Wat je in de kleutergroepen doet aan de schriftelijke taalontwikkeling.
3 stadia van geletterdheid = het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken.
Ontluikende geletterdheid = voorschoolse periode (0 – 4 jaar).
Beginnende geletterdheid = ontwikkeling van geletterdheid in de groepen 1 – 3.
Gevorderde geletterdheid = de periode na groep 3.
Voortgezet technisch lezen
Het doel is om de vaardigheid van het decoderen van teksten tee vergroten.
Begrijpend lezen
Het gaat om het begrijpen van de tekst en het achterhalen van de bedoeling.
Stellen
Het (her)schrijven van teksten.
Jeugdliteratuur
Het doel is om de kinderen in aanraking te brengen met verschillende literaire genres, hun literaire
smaak te ontwikkelen en ze te laten genieten van het lezen in jeugdboeken.
Taalbeschouwing
Kinderen leren reflecteren op de taalvorm, de manier waarop iets is verwoord.
Spelling
Kinderen leren de meest voorkomende woorden correct schrijven en de belangrijkste spellingsregels
toepassen. Ook interpunctie valt hieronder.
Aanvankelijk lezen = een belangrijk onderdeel binnen beginnende geletterdheid. Dit is het leren
lezen in groep 3.
1
,Functies van taal
Communicatieve of sociale taalfunctie = we gebruiken de taal als communicatiemiddel,
interactie tussen mensen.
o Zelfhandhaving = opkomen voor wat je zelf wilt.
o Zelfsturing = met woorden handelen en aankondigen wat je plannen zijn.
o Sturing van anderen = met woorden het gedrag van anderen beïnvloeden.
o Structurering van het gesprek = taal gebruiken om het gespreksverloop te
beïnvloeden.
Conceptualiserende functie = je gebruikt taal om je gedachten te ordenen en greep te
krijgen op de werkelijkheid.
o Rapporteren = verslag doen van iets wat in de werkelijkheid is gebeurd.
o Redeneren = je bewerkt de gebeurtenis door een extra denkstap in te bouwen.
o Projecteren = je probeert je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand
anders.
Expressieve taalfunctie = de taal wordt gebruikt als expressiemiddel om te
experimenteren, gevoelens te uiten, enz.
De communicatieve competentie
Het vermogen om de communicatieve functie van taal t gebruiken, noemen we ook wel de
communicatieve competentie.
o Grammaticale competentie: alle kennis van taal en taalregels.
o Tekstuele competentie: kennis van gesproken en geschreven taal.
o Strategische competentie: schrijf-, spreek- en luisterstrategieën.
o Functionele competentie: taalgebruik aanpassen naar een specifieke situatie.
Niveaus van de taal
Fonologisch niveau = uitspraak
Morfologisch niveau = opbouw van woorden
Syntactisch niveau = volgorde van woorden
Semantisch niveau = betekenis
Pragmatisch niveau = het gebruik van de taal
Orthografisch niveau = de spelling.
2
, Hoofdstuk 3 Mondelinge taalvaardigheid
Theorieën over taalverwerving
Behaviorisme = kinderen leren taal door imitatie
Creatieve constructietheorie = kinderen imiteren de taal niet, maar beschikken over een
aangeboren taalvermogen waarmee zij op creatieve manier zinnen kunnen opbouwen.
Interactionele benadering = aangeboren taalleervermogen, maar het taalaanbod van de
omgeving en interactie is belangrijk bij het leren van de taal.
Verschillende perioden taalverwervingsproces (eerste taalverwerving)
De prelinguale periode (0 – 1 jaar)
De periode voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt. Je kunt nog niet van taal spreken,
omdat een kind nog geen systeem van symbolen en regels hanteert.
o Huilen; het is geen echte taal, maar degelijk iets van communicatie.
Na 6 weken
o Vocaliseren; kinderen beginnen zelf klanken te produceren.
Na 4 maanden o Vocaal spel; kinderen experimenteren met het voortbrengen van geluiden. In de
eerste instantie oefenen ze voor zichzelf, maar ouders spelen in op de geluiden van
een kind.
Na 7 maanden
o Brabbelen; kinderen produceren nog klankgroepen zonder betekenis.
Een kind oefent in de prelinguale periode dus met verschillende aspecten van de taal: de
articulatie, de klankstructuur van de taal, de zinsmelodie, maar ook de communicatie met
anderen.
De linguale periode (1 – 9 jaar)
Een kind gaat woorden en zinnen als communicatiemiddel gebruiken.
o De vroeglinguale periode (1 – 2,5 jaar) = brabbelen gaat over naar betekenisvol
taalgebruik.
o De differentiatiefase (2,5 – 5 jaar) = kinderen leren dat woorden van vorm kunnen
veranderen en dat die vormverandering ook iets betekent.
o De voltooiingsfase (5 – 9 jaar) = alle processen uit de vorige periode worden nu
verder opgebouwd.
Overgeneralisatie = kinderen passen taalregels onterecht toe. Voorbeeld: loopte, gevald,
meegebrengt. Dit komt vooral voor in de differentatiefase.
Tweedetaalverwerving
Simulante tweetaligheid = iemand leert twee talen min of meer gelijktijdig. Kinderen leren
voor hun derde jaar een tweede taal.
Successieve tweetaligheid = kinderen leren een tweede taal nadat ze een eerste geleerd
hebben.
Interferentiefouten = zijn fouten die voortkomen uit de verschillen tussen een eerste en een tweede
taal.
Spreekstrategieën
Oriënteren op het spreekdoel
Oriënteren op het onderwerp en het inzetten van eigen kennis
Oriënteren op het soort spreektaal
Oriënteren op het publiek of de gesprekspartners
Reflecteren op de spreektaak
Monitoren van de spreektaak
Evalueren van de spreektaak
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisa41. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.