H7 - muziek en telecommunicatie
De frequentie van een geluidsbron is het aantal trillingen per seconde.
Een klankkast versterkt het geluid doordat de lucht gaat meetrillen. → resonantie
Een oscillogram laat de beweging van de trilling zien → u,t-diagram
In een oscillogram kun je de geluidssterkte en de periode aflezen.
Een trilling is een periodieke beweging om een evenwichtsstand.
Een harmonische trilling is een trilling met slechts één frequentie, het oscillogram is een
sinusvorm.
De frequentie f (in Hz) en de trillingstijd T (in s) zijn elkaars omgekeerde.
1
→f=
T
Bij een massa-veersysteem is de veerkracht Fv (in N) evenredig met uitwijking u (in m)
→ Fv = C·u
Bij een massa-veersysteem hangt de trillingstijd T (in s) af van de massa m (in kg) van het
voorwerp en de veerconstante C (in N/m)
→ T = 2π·√ ❑
De uitwijking bij een harmonische trilling is een sinusfunctie in de tijd
t
→ u = A· sin(2π· )
T
De fase φ is het aantal trillingen dat verlopen is sinds t = 0, dit is het tijdstip waarop het
trillende voorwerp door de evenwichtsstand ging in de positieve richting.
De gereduceerde fase φred is het aantal trillingen dat verlopen is sinds de laatste passage van
het trillende voorwerp door de evenwichtsstand in de positieve richting.
Bij twee trillingen met gelijke trillingstijd is er sprake van een faseverschil. Het is het verschil
in de gereduceerde fase Δφred. Al Δφred = 0, dan zijn de trillingen in fase, als Δφred = ½ dan
zijn de trillingen in tegenfase.
Δt
→ Δφ = = f࠰ Δt
T
Bij een geluidsgolf wordt de trilling doorgegeven doordat de deeltjes in de lucht tegen elkaar
aanduwen.
→ de snelheid waarmee de trilling wordt doorgegeven is de golfsnelheid v.
De golflengte λ is de afstand tussen twee opeenvolgende identieke punten in de golf, bijv
twee verlichtingen.
De frequentie van een geluidsbron is het aantal trillingen per seconde.
Een klankkast versterkt het geluid doordat de lucht gaat meetrillen. → resonantie
Een oscillogram laat de beweging van de trilling zien → u,t-diagram
In een oscillogram kun je de geluidssterkte en de periode aflezen.
Een trilling is een periodieke beweging om een evenwichtsstand.
Een harmonische trilling is een trilling met slechts één frequentie, het oscillogram is een
sinusvorm.
De frequentie f (in Hz) en de trillingstijd T (in s) zijn elkaars omgekeerde.
1
→f=
T
Bij een massa-veersysteem is de veerkracht Fv (in N) evenredig met uitwijking u (in m)
→ Fv = C·u
Bij een massa-veersysteem hangt de trillingstijd T (in s) af van de massa m (in kg) van het
voorwerp en de veerconstante C (in N/m)
→ T = 2π·√ ❑
De uitwijking bij een harmonische trilling is een sinusfunctie in de tijd
t
→ u = A· sin(2π· )
T
De fase φ is het aantal trillingen dat verlopen is sinds t = 0, dit is het tijdstip waarop het
trillende voorwerp door de evenwichtsstand ging in de positieve richting.
De gereduceerde fase φred is het aantal trillingen dat verlopen is sinds de laatste passage van
het trillende voorwerp door de evenwichtsstand in de positieve richting.
Bij twee trillingen met gelijke trillingstijd is er sprake van een faseverschil. Het is het verschil
in de gereduceerde fase Δφred. Al Δφred = 0, dan zijn de trillingen in fase, als Δφred = ½ dan
zijn de trillingen in tegenfase.
Δt
→ Δφ = = f࠰ Δt
T
Bij een geluidsgolf wordt de trilling doorgegeven doordat de deeltjes in de lucht tegen elkaar
aanduwen.
→ de snelheid waarmee de trilling wordt doorgegeven is de golfsnelheid v.
De golflengte λ is de afstand tussen twee opeenvolgende identieke punten in de golf, bijv
twee verlichtingen.