Samenvatting sportwereld
Verschillende definities sport en bewegen
Sport: Vaardigheidsspel gericht op bereiken van een bepaald doel, waarbij fysieke kwaliteiten van
mensen worden getest in wedstrijdvorm, gespeeld wordt volgens regels, binnen institutionele
kaders. Sportfamilie:
1. Physical games (fysieke spelvormen met wedstrijdkarakter. Voetbal, Tennis)
2. Non-physical games (spelvorm met kenmerk vaardigheid, doel, competitie, regels, niet
verplaatsend bewegen (schaken, dammen)
3. Physical activities (bewegingsactiviteiten zonder competitie-element (fitness)
Belang van definiëren van sport
Extrinsieke motieven
Het motief waarom mensen sporten
- Individueel (schoonheid, gezondheid, welzijn, sociale contacten, status, geld)
- Sociaal (gezondheid, pedagogisch, integratie, politiek, economisch) overheidsredenen
Intrinsieke motieven
- Houd verband met sport zelf (genieten van tennissen)
Dubbelkarakter van de sport: (het wezen en het gebruik er van)
Essentialistische benadering
Er wordt gezocht naar het wezen (de essentie) van sport. Sport wordt gezien als eigen wereld, met
eigen kenmerken, die onafhankelijk functioneren van de sociale en culturele verbanden waarin sport
zich beweegt.
- Het wezen van sport. Wat sport zelf precies betekend
- Vaardigheid, doel, fysiek, testen in wedstrijdvorm, regels, institutionalisering
Instrumentele benadering
Sport als middel gebruiken om een bepaald doel te realiseren.
- Sport inzetten om geld te verdienen.
- Jongeren opvoeden.
- Immigranten integreren.
- Nederland internationaal op de kaart zetten.
Sport is verbonden met allerlei sectoren in de samenleving: welzijnswerk, bedrijfsleven, politiek,
media en onderwijs.
,Categorisering van de sport
Resultaatgeoriënteerde sport = gaat om het resultaat (voetbal)
Vorm georiënteerde sport = de manier waarop (kunstschaatsen)
Refereed sports = uitslag wordt gemaakt door scheidsrechter (darten, tafeltennis)
Judged sports = de beweging wordt bepaald door de jury (dressuur, turnen)
Hybride sports = beide elementen worden beoordeeld (schansspringen)
Actieve sportbeoefening = als je zelf een sport doet
Passieve sportbeoefening = als je naar een sport kijkt
Topsport = op hoog niveau
Breedtesport = laag niveau (jijzelf)
6 kenmerken van de sport
1. Sport is een vaardigheidsspel
2. Sporter wil een doel bereiken (intrinsiek en extrinsiek)
3. Sport heeft een fysiek karakter (gericht op het bewegen zelf)
4. Is sprake van testen in wedstrijdvorm
Game = intrinsiek doel (winnen van de wedstrijd, doelpunt maken) extrinsiek doel (geld
verdienen, status krijgen)
Play = je speelse houding, het spelen is het doel en niet het winnen. Ook geen regels
5. Sport heeft regels
6. Institutionalisering
Geschiedenis Oude Olympische Spelen
15.000 jaar voor Christus zijn tekeningen in grotten gemaakt in Lascaux in Frankrijk.
776 voor Christus: eerste oude Olympische spelen in Olympia in Griekenland, daarna om de 4 jaar
- Religieuze oorsprong: opgedragen aan Zeus (oppergod)
- Deelname alleen voor zonen van rijke Griekse ouders
- Vrouwen en slaven werden uitgesloten.
- Wagenrennen, paardenrace, vijfkamp, hardlopen, boksen, worstelen en pankration.
- Winnaars: olijftakkrans en palmtak
394 na Christus
Laatste klassieke Olympische spelen. Romeinse rijk had het verboden omdat het niet Christelijk
genoeg was. Het lichaam stond centraal tijdens de OS en volgens het Christelijk geloof was de geest
het belangrijkste.
, Moderne Olympische spelen in de 19de eeuw
Fransman Pierre de Coubertin nam aan het einde van de 19de eeuw (1862 tot 1937) het initiatief voor
de herinvoering van de Olympische spelen.
- 1896: eerste moderne Olympische spelen in Athene
- 1894: Pierre de Coubertin richtte het Internationaal Olympisch Comité op. (IOC)
- Hij zei: meedoen is belangrijker dan winnen.
- Ethische principes: fairplay en waardigheid van de mens
Invloeden van Duitsland, Engeland en Frankrijk op de Nederlandse sport.
Engeland en Duitsland waren de bodemmat van de moderne sport.
Engeland
- Bedacht sporten (voor de elite) zoals: cricket, golf, voetbal, tennis, atletiek en polo.
- Ze richtte verenigingen op. En er werd gesport op kostscholen en kazernes
- Sporten zoals rugby werd beoefend om jongens discipline te leren
- Hogere sociale klasse vooral moderne sport en olympische spelen: tijd en geld hiervoor
- Britse rijk veel economische en politieke macht & veel koloniën > verspreiden sport + invloed
- Pim Mulier: Aandeel in de introductie van atletiek, rugby, tennis, cricket in Nederland.
Duitsland
- Staat bekend als bakermat voor turnen/gymnastiek
- Friedrich Ludwig Jahn (turnbeweging). Turnen niet als doel maar als middel, door het
weerbaar maken van jongeren (sterke soldaten).
- 1963: Invoering van het vak LO in het onderwijs op verschillende scholen in landen.
- 1830: eerste Nederlandse gymnastiekorganisatie
Frankrijk
- Meer lichamelijke opvoeding op Franse scholen. Gezond lichaam is een gezonde geest.
- Verzorgde veel sport op scholen en in het onderwijs. Vanuit Frankrijk is dit overgewaaid naar
Nederland.
- 1924: eerste Olympische Winterspelen
De ontwikkeling van de sport in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er was veel invloed van
Duitsland tijdens de 2de wereldoorlog. Veel sporten werden door de nazi’s overgebracht naar
Nederland. Ook werden er groepen uitgesloten die niet meer mee mochten doen zoals de joden.
Ook was er een opleving voor de sport. Mensen zochten afleiding en ontspanning tijdens de 2 de
wereldoorlog en sporten hielp daarbij.