Management , organisatie en besluitvorming
Wat is management?
3 betekenissen:
- Groep functionarissen in de organisatie: topmanagement, middenmanagement, uitvoerend of
eerstelijnsmanagement: leidinggevenden
- Activiteiten van managers: de resultaten van de activiteiten.
- Vakgebied: kennis en kunde van management.
Rollen van managers: Onderscheidt volgens Fayol in 5 functies:
Plannen, organiseren, instrueren, coördineren, controleren.
Constituerende taken: plannen en organiseren. (manager hoog in de organisatie)
Dirigerende taken: geven van opdrachten en controle op uitvoering (manager op lager niveau in organisatie).
In de praktijk zal het vaak een mix zijn.
3 groepen van managers volgens Mintzberg:
Interpersoonlijke rollen: boegbeeld, leider die motiveert en aanstuurt.
Informationele rollen: manager die overziet, verspreidt informatie intern en extern.
Besluitvormende rollen: ondernemer, lost problemen op, wijst toe en onderhandelt intern en extern.
Bezetting manager volgens Kotter:
- Agenda setting; het vaststellen van problemen die om een oplossing vragen.
- Netwerk; groep mensen dat behulpzaam kan zijn om de organisatie succesvol te maken.
- Uitvoering; vastgestelde problemen worden uitgevoerd door netwerk.
Betekenis organisatie:
Is een samenwerkingsverband met kennis, kracht en vaardigheden.
- Eenheid: waarin mensen, middelen en methoden zijn samengebracht om doelen te bereiken.
- De wijze waarop de organisatie is ingericht.
- De activiteit organiseren.
Organisatie als een systeem:
- Organisaties bereiken resultaten met producten of diensten (output).
- Daarvoor is menskracht, grondstoffen nodig (input).
- Menskracht of grondstoffen worden omgevormd naar een product of dienst (throughput).
,Organisaties die een dienst of product leveren
Input uit externe omgeving -> throughput, omzetten naar output -> output naar externe omgeving.
Op procesniveau
Input uit de vorige schakel -> Throughput Ondersteunend/Logistiek -> output naar externe omgeving
Het primaire proces:
De primaire bedrijfsproces vormen het bestaansrecht van een organisatie.
Het omvat alle activiteiten die benodigd zijn om de organisatie en de processen te kunnen besturen met als doel een
product of dienst voort te brengen.
Kenmerken van theorie over management en organisatie
Beschrijvende theorie (descriptief): Beschrijft de werkelijkheid volgens de ontdekker. (Mintzberg)
Voorschrijvende theorie (prescriptief of normatief): Geeft aan hoe de werkelijkheid te verbeteren is. (Kotter)
Universele theorie: geeft aan hoe werkelijkheid er altijd uitziet.
Situatieafhankelijke theorie: Benadering per situatie afhankelijk, succes hangt af van de aard van de situatie.
Wat is besluitvorming?
Probleemstelling -> oplossingsrichtingen -> kiezen
Fasen in besluitvorming:
Fase 1: uitwerken probleemstelling:
Met duidelijke normen in de organisatie is een probleem duidelijker te zien.
Oorzaak probleem achterhalen dmv krachtenveldanalyse (Porter)
- Deze helpt bij het inzichtelijk maken van de krachten die het resultaat beïnvloeden.
- En helpt bij het bepalen hoe die krachten zijn in te zetten om het aantal fouten met 50% te verminderen.
Fase 2: opstellen en uitwerken van oplossingsrichtingen
Oplossingsstrategieën ontwikkelen.
- Brainstorming; ontwikkelen van zo veel mogelijk ideeën, zonder kritiek, ideeën combineren en verbeteren,
stimuleren van naar voren brengen van wilde ideeën. (A.F. Osborn). Aan het begin veel vragen stellen om
het probleem duidelijk omschreven te krijgen (Gregersen).
- Lateraal denken; omgekeerd denken, informeer bij experts op andere vakgebieden, analogieën, willekeurige
woordensimulatie (kies een woord en welke gedachten komen hierbij) (De Bono)
Fase 3: kiezen uit oplossingsrichtingen
- Beslissingsmatrix; de verschillende te verwachten uitkomsten van de oplossingsrichtingen worden
weergegeven. Kan met tekst of met cijfers ingevuld worden, en er kan ook aangegeven worden hoe zwaar
het meeweegt.
- Beslissingsboom; geeft de oplossingsrichtingen grafisch weer met de externe omstandigheden die van
invloed zijn op de uitkomst.
, Strategisch management: van omgeving naar strategie
Vijfkrachtenmodel van Porter
Meso omgeving, sector waarin het bedrijf zit. Strategisch marketing model, waarmee je kijkt of de markt nog wel
aantrekkelijk is om te blijven of te betreden. De kansen of/en bedreiging. Tot op zeker hoogte heb je invloed op
deze markt. Inzicht in de meso-omgeving van een organisatie is van belang om effectief gebruik te maken van de
kansen en bedreigingen die zich kunnen voordoen in de bedrijfstak waarin een organisatie zich bevindt of wil gaan
toetreden
Rivaliteit: bij grote concurrentie is er een
machtsstrijd. Factoren: meer aanbod dan vraag,
prijsconcurrentie, zijn de marktverhoudingen
gezond? Zijn er dominante marktpartijen die op de
markt kunnen sturen?
Kopers, afnemers onderhandelingsmacht: veel keuze
bij andere dierenartsenpraktijken
Onderhandelingsmacht van toeleveranciers:
toeleveranciers met een sterk merk, hebben zelf een
groot klantenbestand, kunnen het veroorloven en
klant te verliezen.
Dreiging van substituten: een product wordt
vervangen door een ander product (post door mail),
of product of dienst komt te vervallen; er worden
geen nieuwe dieren aangeschaft.
Dreiging van nieuwe toetreders: groot startkapitaal
nodig, wet- en regelgeving, omschakelkosten van afnemers.
Altijd bij vermelden of het weinig of veel kracht heeft.
DESTEP analyse of rubricering
Demografisch, economisch, sociaal/cultureel, technologische, ecologische en politiek/juridische factoren.
Door deze externe factoren te analyseren krijg je een beeld van de mogelijke kansen en bedreigingen waarmee een
onderneming rekening kan of moet houden. Na deze analyse ontstaan er kansen en/of bedreigingen. Het is een
macro omgeving analyse.
Macro: externe omgeving, alles waar het bedrijf geen invloed op heeft.
Demografisch: omvang en samenstelling van bevolking
(leeftijdsopbouw en etnische samenstelling)
Economisch: omvang en groei van nationaal inkomen, rentestanden
en valutakoersen, economisch evenwicht.
Sociaal-maatschappelijk: social media, het nieuwe werken, MVO
Technologisch: IT ontwikkelingen, biotechnologie, nanotechnologie,
additive manufacturing (3d printen)
Ecologisch: strengere regelgeving (co2 uitstoot, milieu, recycling)
Politiek-juridisch: wet- en regelgeving
- Waar staan we nu, en wat zijn de uitgangspunten voor de toekomst.
- Hoe kan het bedrijf effectief inspelen op de omgeving.
- Alleen kans of bedreiging , neutraal hoe je niet op te nemen.