Bijzondere Overeenkomsten begrepen – Hoofdstuk 1
Een bijzondere overeenkomst (of benoemde overeenkomst) kent een bijzondere regeling in
de wet, die aanvullend is op de algemene regels van het overeenkomstenrecht. Bijzondere regels
gaan voor algemene regels (Lex specialis derogat lex generali). Als een bijzondere
overeenkomst niet in de wet is opgenomen, gelden de algemene regels. Bijv.
geheimhoudingsovereenkomst, franchise (voeren handelsnaam), stage, vrijwilligerswerk.
Het BW heeft een gelaagde structuur: hoe verder hoe meer gedetailleerd de regels worden.
Boek 1 en 2 geven regels over natuurlijke- en rechtspersonen. Dit zijn rechtssubjecten van het
privaatrecht: dragers van rechten en plichten. Een andere reden voor opname in de wet is dat de
zwakkere partij beschermd moet worden tegen de sterkte partij (bijv. werkgever-werknemer).
Code Civil: het Franse BW (Napoleon), dat invloed heeft gehad op Europese wetgeving.
Intellectuele eigendomsrechten: voortbrengselen van de menselijke geest (BW 9, nog niet
ingevoerd). Zoals auteurs, gecomponeerde muziek, componisten.
Europese wetgeving: tussen Europese lidstaten geen handelsbelemmeringen, interne markt.
Er zijn wel Europese richtlijnen, wat wil zeggen dat lidstaten hun nationale wetgeving binnen
een bepaalde termijn moeten aanpassen aan EU wetgeving. Daarnaast zijn er nog Europese
verordeningen, deze gelden rechtstreeks in de lidstaten.
Geoblocking-verordening: het blokkeren van toegang tot apps/websites, zodat er geen
verschillende behandeling is (bijv. bij aanbieden producten). Autoriteit Consument en Markt houdt
toezicht.
Weens Koopverdrag: geeft regels voor het sluiten van grensoverschrijdende overeenkomsten.
Het is niet verplicht, kan van- of buiten toepassing worden verklaard op een overeenkomst.
Er zijn 3 ‘juridische families’:
- Landen met een napoleontisch systeem. Invloed van de Code Civil. Frankrijk, België, Spanje.
- Landen met een Romaans-Germaans systeem. Weinig invloed Code Civil. Duitsland.
- Common law-systemen. Vanuit rechtspraak opgebouwd, gewoonterecht. Er is minder
aanvullend recht, letterlijke tekst van het contract is belangrijk. Engeland.
Overeenkomsten in Boek 7 en 7A
Bruikleen: een overeenkomst waarbij je goederen ‘gratis’ mag lenen(teruggeven)art. 7A:1777Bw
Titel 1 Koop: art. 7:1 BW. Een zaak (of vermogensrecht bijv aandeel) leveren tegen een prijs in
geld. Voor consumentenkoop gelden speciale regels (kopen van een professionele verkoper).
Een ruilovereenkomst is gelijkgesteld met koop, I.p.v. geld wordt er met een zaak betaald.
Titel 2 Financiële zekerheidsovereenkomsten: art. 7:51 BW. Consumentenkrediet, geldlening.
Een lening is vaak voor een bepaald doel (auto), met krediet kan je tot een bedrag rood staan.
Titel 3 Schenking: art. 7:175 BW. Eenzijdige overeenkomst. Een schenking is om niet.
,Titel 4 Huur: art. 7:201 BW. Een zaak verstrekken in ruil voor een prestatie (geld). Zowel
roerende zaken (auto) als onroerende zaken (huis).
Titel 5 Pacht: art. 7:311 BW. Huur van landbouwgronden.
Titel 7 Opdracht: art. 7:400 BW. Werkzaamheden verrichten zonder arbeidsovereenkomst.
Titel 7A Reisovereenkomst: art. 7:500 BW. Overeenkomst tussen reiziger en professionele
reisorganisatie voor langer dan 24 uur als reisorganisatie min. 2 diensten aanbiedt. Alleen
vervoer (bijv. bus- of vliegreis) is dus geen reisovereenkomst.
Titel 7B Betalingstransactie: art. 7:514 BW. bijv. opdracht geld overmaken, fraude.
Titel 9 Bewaarneming: art. 7:600 BW. Een zaak bewaren voor de andere partij (teruggeven).
Titel 10 Arbeidsovereenkomst: art. 7:610 BW. Ontslag, transitievergoeding.
Titel 12 Aanneming van werk: art. 7:750 BW. Werk van stoffelijke aard maken, tegen geld.
Titel 14 Borgtocht: art. 7:850 BW. Persoon stelt zich borg voor nakoming ovk door een ander.
Titel 16 Vaststellingsovereenkomst: art. 7:900 BW. Bijv. ovk die geldt in geval van geschil.
Titel 17 Verzekeringsovereenkomst: art. 7:925 BW,van maatschappelijk en economisch belang
Titel 18 Lijfrente: art. 7:990 BW. Periodieke uitkering in geld afhankelijk van leven persoon.
Aspecten van de wettelijke regelingen van bijzondere overeenkomsten
Precontractuele verbintenissen: een verbintenis die tussen partijen ontstaat vóórdat een
overeenkomst tot stand is gekomen. De verbintenis vloeit voort uit de wet (niet uit de
overeenkomst), art. 6:1 BW. Een aannemer is verplicht om, voordat van een overeenkomst
sprake is, de klant de waarschuwen bij een onverstandige ingreep, art. 7:754 BW.
Totstandkoming overeenkomst: dit is vormvrij (tenzij de wet anders bepaald). Onroerende zaken
moeten bijv. wel schriftelijk (bij een consument), art. 7:2 BW.
Inhoud van de overeenkomst: boek 7 geeft verduidelijkende regels, dwingend of aanvullend.
Einde: van een ovk, bijv. art. 7:763 (aanneming werk), wegens arbeidsongeschikt of overlijden.
Speciale regels rond nakoming, schadevergoeding, ontbinding: bijv. art.7:22 BW (consument).
Postcontractuele verbintenissen: een verbintenis die na het tenietgaan van de overeenkomst
ontstaat., bijv. after sales service.
Gemengde overeenkomsten: een overeenkomst die verschillende verbintenissen omvat, die
niet goed los van elkaar kunnen worden gezien en die voldoet aan de omschrijving van
verschillende bijzondere overeenkomsten. De regels zijn gezamenlijk van toepassing (bijv. koop
en aanneming van werk). Dwingend gaat voor aanvullend recht (als 2 bepalingen in strijd zijn).
Art. 6:215 BW. Bij consumentenkoop, gaan die regels voor art. 7:5 lid 4 BW (aanneming werk).
Als partijen meerdere afspraken maken die goed van elkaar te scheiden zijn, hoeft er geen
gemengde overeenkomst te worden aangenomen. Er kan dan sprake zijn van een
samengestelde overeenkomst: een overeenkomst die in meerdere, afzonderlijke bijzondere
overeenkomsten uiteenvalt. (bijv. perceel 1 kopen, op perceel 2 bouwen voor koper). Er is pas
sprake van vermenging als de hoofdverplichtingen uit de overeenkomst niet los van elkaar
kunnen worden gezien (bijv. machine kopen en gedeeltelijk zelf samenstellen).
De feitelijke situatie en inhoud is bepalend, niet de naam van de ovk (voor verbondenheid
regels). Geschillen over bijzondere overeenkomsten kunnen aan de gewone civiele rechter
worden voorgelegd. Sector kanton is bevoegd (tot €25.000), huur, arbeid, consumentenkoop.
Een advocaat is niet verplicht. Boven de €25.000 sector civiel. Consumenten
geschillencomissie.
Bijzondere Overeenkomsten begrepen – Hoofdstuk 2
Aanvullend recht (of: regelend recht) zijn regels die slechts van toepassing zijn als partijen zelf
niets over het onderwerp hebben afgesproken. Partijen zijn vrij om af te wijken van hetgeen de
wetgever in de aanvullende regel heeft bepaald. Aanvullend=hoofdregel, dwingend=uitzondering.
, Dwingend recht: wettelijke bepalingen waarvan, op straffe van nietigheid, niet mag worden
afgeweken (wel ten voordele). Of het dwingend recht is, wordt soms in de wet aangegeven, zie
art. 7:6 BW. Niet duidelijk is rechter of het dwingend is of niet (wetsgeschiedenis).
Semidwingend recht: je mag afwijken bij schriftelijke overeenkomst.
Driekwartdwingend recht: je mag bij cao afwijken, bijv. Art. 7:652 lid 7 BW.
De uitleg van overeenkomsten. art. 6:248 BW. Een overeenkomst heeft niet alleen rechts-
gevolgen die partijen zijn overeengekomen, maar ook die uit aard van de overeenkomst, wet,
gewoonte of eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien. Op grond van Pacta sunt servanda
is de overeenkomst tussen partijen de belangrijkste bron van rechtsgevolgen. Voor aanvullende
werking van de aard van de overeenkomst, wet, gewoonte of redelijkheid en billijkheid is geen
ruimte als de afspraken tussen partijen duidelijk zijn die niet in strijd komen met dwingende regels
Bij de uitleg van termen in een contract wordt onderscheid gemaakt tussen objectief en subjectief
Objectieve uitleg is de uitleg van een (contracts-)bepaling waarbij de letterlijk taalkundige
betekenis centraal staat. Bij een subjectieve uitleg staat de bedoeling van partijen centraal. De
Nederlandse leer is gemengd objectief-subjectief (voor beide aspecten aandacht).
Haviltex-criterium: er moet niet alleen worden gekeken naar de letterlijke taalkundige betekenis
van de bepaling in het contract, maar ook naar de bedoeling van partijen. Punten zoals
maatschappelijk positie en het wel of niet hebben van juridische kennis tellen ook mee.
Overige uitlegregels
- geen innerlijke tegenstrijdigheid: een contract moet altijd in zijn geheel beschouwd worden en
niet innerlijk tegenstrijdig zijn. Als er tegenstrijdige bepalingen in staan, moet het zo worden
uitgelegd dat er geen tegenstrijdigheid is (vb. blz. 49 boek).
- eerdere contracten kunnen van belang zijn bij de uitleg van onduidelijke bepalingen.
- positie van partijen. Er mag worden gekeken naar de maatschappelijke positie en de juridische
kennis van partijen. De zwakste partij krijgt de meest gunstige uitleg.
- onderscheid resultaats-of inspanningsverbintenis. Dit is geen wettelijk onderscheid. Bij een
inspanningsverbintenis staat de inspanning die de schuldenaar moet leveren voorop, het
resultaat wordt niet gegarandeerd (docent lesgeven, arts operatie). Bij een resultaatsverbintenis
staat het resultaat voorop (taart bakken, loodgieter).
Algemene voorwaarden: voorwaarden die zijn opgesteld om in meerdere overeenkomsten te
worden opgenomen en die niet de kern van de te verrichten prestatie aangeven (art. 6:231 BW).
Dit laatste is een kernbeding. Verschil tussen kernbeding en essentialia. Kernbeding = kern van
de overeenkomst (hoeveelheid, kwaliteit). Essentialia = essentiële elementen (anders geen ovk).
De prijs bij een koopovereenkomst is geen essentialia, art. 7:4 BW.
Algemene voorwaarden maken deel uit van de overeenkomst, als er in het aanbod duidelijk naar
verwezen is en dit is aanvaard. Bij professionele partijen komt het wel eens voor dat de
aanvaardende partij en een aanvaarding weer verwijst naar de eigen algemene voorwaarden.
Art. 6:225 lid 3 BW geeft hiervoor de regel: aan de 2e verwijzing komt geen werking toe.
Voor algemene voorwaarden geldt een beschermend wettelijk systeem (BW 6, titel 5, afd. 3). Dit
geldt niet voor grote bedrijven/organisaties (jaaromzet +€12miljoen/50+werknemers) art. 6:235
BW. Het geldt wel voor consumenten en voor bedrijven en organisaties die niet aan de
voorwaarden van lid 1 voldoen, o.a. eenmanszaken, kleine vereniging/stichting.
De 1e beschermende bepaling is dat de bepalingen helder en duidelijk geformuleerd dienen te
zijn. Als dat niet zo is, gaat de voor de consument gunstigste uitleg voor, art. 6:238 lid 2 BW.
Hoofdregel is dat algemene voorwaarden vernietigbaar zijn wanneer zij niet voor of bij het
afsluiten van de overeenkomst ter hand zijn gesteld of wanneer zij onredelijk bezwaren zijn (art.
6:233 BW). Bij digitale overeenkomst mogen de algemene voorwaarden ook digitaal verstrekt
worden (art. 6:234 BW).