Samenvatting met uitgebreide uitwerking van de voorbereiding van het werkcollege met aantekeningen uit het werkcollege van Scheelzien bij kinderen 2 (Sk2) Casus 4 Essentiële infantiele esotropie. Orthoptie leerjaar jaar 2.
Wat is de etiologie van een essentiële infantiele esotropie?
Antwoord: * Grotendeel onbekend
* Er is onvolwassen fusie bij de geboorte. Indien er geen gelijke input is van beide ogen tijdens de kritieke periode, dan worden de binoculaire verbindingen niet goed aangelegd. Door verlies van binoculaire verbindingen ontstaat een gebrek aan dispariteitsgevoeligheid.
* Roken tijdens de zwangerschap geeft een vergroot risico.
4.
Hoe is de oogstand bij een essentiële infantiele esotropie?
Antwoord: Stabiele esotropie van meer dan 30^. De hoek voor veraf en nabij is vergelijkbaar.
5.
Wat is de relatie van amblyopie met een infantiele essentiële esotropie?
Antwoord: Diepe amblyopie is zeldzaam door een alternerende esotropie met crossed fixation. Milde tot matige amblyopie is mogelijk indien er fixatievoorkeur ontstaat.
6.
Wat is de prognose van het binoculair enkelzien bij een essentiële infantiele esotropie?
Antwoord: Er is een slechte prognose voor het ontwikkelen van BEZ. Bij chirurgie voor de leeftijd van 2 jaar is het mogelijk op ontwikkeling van enige mate van BEZ.
7.
Wat is latent (manifest) nystamgus?
Antwoord: * Bij latente nystagmus is er geen nystagmus aanwezig met beide ogen open. Indien één oog wordt afgedekt, dan is er een nystagmus te zien.
* Bij manifest latente nystagmus is er een nystagmus aanwezig met beid ogen open. Indien één oog wordt afgedekt, dan neemt de intensiteit van de nystagmus toe.
8.
Wat verwacht je te zien met de OKN bij een essentiële infantiele esotropie?
Antwoord: Bij vertoning van verticale strepen:
* Van temporaal naar nasaal: een normaal response.
* Van nasaal naar temporaal: geen reactie of zwakke onregelmatige oogbewegingen.
9.
Hoe verwacht je een torticollis bij een infantiele essentiële esotropie? En waarvoor?
Antwoord: * Ter compensatie van nystagmus: hoofddraai naar het fixerende oog.
* Ter compensatie abductie beperking: hoofddraai naar het fixerende oog.
* In aanwezigheid van DVD: hoofdkanteling naar het fixerende oog.
10.
Welke factoren hebben invloed op het besluit voor een operatie bij een essentiële infantiele esotropie?
Antwoord: * De patiënts leeftijd bij presentatie aan de oogarts.
* Betrouwbaarheid van de diagnose en bevindingen.
* Potentieel voor binoculair enkelzien.
* Anatomische factoren.
* Stabiliteit van onderliggende medische of neurologische condities en het risico op anesthesie.
* Wensen van de ouders.
Voorbeeld van de inhoud
Inhoud
WC1 Hoofdcasus CBL - essentiële infantiel esotropie & (M)LN..............................................................1
WC2 infantiele esotropie met DVD en (M)LN: Wat is de amblyopiebehandeling?...............................16
WC3 – Compliance...............................................................................................................................30
WC4 - DD infantiele esotropie en NVI en secundaire esotropie...........................................................38
WC5 - Accommodatieve esotropie versus nystagmus blokkeringssyndroom.......................................47
WC6 - Infantiele exotropie met asymm DVD + DHD dd early onset exo of secundaire exo of interm
exo........................................................................................................................................................53
WC7 – Infantiele exotropie dd early onset exo of secundaire exo of interm exo.................................62
Casus oefentoets: Vormen exotropie...................................................................................................73
HC1 - Hersenschade en strabismus bij prematuur geboren kinderen..................................................75
WC1 Hoofdcasus CBL - essentiële infantiel
esotropie & (M)LN
Finn is 9 maanden oud en de ouders zien sinds 4e maand flink
scheelzien van vooral zijn linkeroog. Finn maakt goed oogcontact.
De ouders hebben niet idee dat het kind slecht ziet.
1. Bestudeer in Ansons en Davis (2014) hoofdstuk 14 tot flow 14.1
a. Wanneer we spreken over infantiel scheelzien, vóór welke leeftijd moet het
scheelzien dan zijn ontstaan?
- De term infantiele strabismus wordt gebruikt om aanhoudende manifeste deviaties
van de visuele assen de beschrijven. Het ontstaat binnen de eerste 6 maanden na de
geboorte.
b. Hoe wordt de infantiele esotropie ingedeeld?
- Infantiele esotropie is de meest voorkomende vorm van infantiel scheelzien en het
kan voorkomen in verschillende vormen
o Essentiële infantiele esotropie
o Accommodatieve esotropie
o Nystagmus blockage syndroom
o Zesde zenuwverlamming
o Secundaire esotropie
,
,2. Eén van de vormen van infantiele esotropie is de essentiële infantiele esotropie. Bekijk
onderstaand filmpje “Essential Infantile Esotropia Chracteristics” tot 14:32. Kijk daarna verder
van 17:06 tot 20:50. Coals de titel al aangeeft, is deze video in het Engels. De video is
gemaakt door Dr. Connie Koklanis, orthoptist en docent bij de Australië orthoptie-opleiding.
Tijdens SK2 zul je meer video's van Dr. Connie Koklanis bekijken en luisteren.
https://www.youtube.com/watch?v=ts0pNxX4ots
Beschrijf nu aan de hand van de kenmerken essentiële infantiele esotropie in Ansons
en Davis (2014) Hfdst 14 en het filmpje de volgende kenmerken van een essentiële
infantiele esotropie:
a. de etiologie (hoe ontstaat het?)
- De etiologie van een infantiele esotropie is grotendeels onbekend, maar het is
waarschijnlijk multifactorieel
o Recente studies bij apen, die met een prismabril werden grootgebracht, tonen
aan dat deze decorrelatie van input voldoende is om esotropie te
veroorzaken, indien toegepast in de kritieke periode.
o Fusie is onvolwassen bij de geboorte en vereist een vergelijkbare input van
elk oog tijdens de kritieke periode om de binoculaire verbindingen in de
gestreepte cortex te laten rijpen. Dit leidt tot verlies van binoculaire
verbindingen in de oculaire dominantiekolommen en dus tot een gebrek aan
dispariteitsgevoeligheid.
o Retinale aanwijzingen zijn de belangrijkste invloed op oculaire uitlijning en de
introductie van deze aanwijzingen vermindert de prevalentie van verkeerde
uitlijning. Er was ook een grotere neiging tot verkeerde uitlijning wanneer een
doelwit van dichtbij naar ver wordt bewogen in plaats van naar het onderwerp
toe.
o Roken tijdens de zwangerschap
b. Oogstand (mate en soort esotropie)
- Een stabiele esotropie die in de meeste gevallen groter is dan 30 prismadioptrie
o In sommige gevallen is de hoek instabiel en treedt er een geleidelijke toename
in grootte op.
- De grootte van de afwijking in essentiële infantiele esotropie is typisch vergelijkbaar
voor dichtbij en veraf
- De patiënt is meestal emmetroop en convexe lenzen hebben weinig of geen effect op
de afwijking
c. De leeftijd van ontstaan
- Het ontstaat voor het leeftijd van 6 maanden, gewoonlijk rond de 3-4 maanden
d. De relatie met amblyopie
- De esotropie is gewoonlijk alternerend en hoewel er gewoonlijk een fixatievoorkeur is,
is diepe amblyopie zeldzaam. Milde tot matige amblyopie is vrij gewoon.
- Amblyopie komt postoperatief vaker voor, omdat patiënten vaak een fixatievoorkeur
ontwikkelen die niet peroperatief aanwezig was
e. De fixatie en abductie (motiliteitsafwijkingen)
- Abductie is vaak normaal
- Gekruiste fixatie, hoewel in de meeste gevallen aanwezig, sluit de ontwikkeling van
amblyopie niet noodzakelijk uit.
o Wanneer de visus gelijk is, vindt afwisseling van fixatie plaats op de middellijn
met elk oog (alternerende fixatie).
Ze gebruiken het andere oog om naar opzij te kijken
, Bij abductie beperking OD OS wordt gebruikt om naar rechts
te kijken
o Als er amblyopie is, zal het oog met een beter zicht het doel voorbij de
middellijn volgen tot in het gebied van abductie voordat fixatie wordt
opgenomen door het amblyope oog.
- Gekruiste fixatie wordt meestal geassocieerd met bilaterale beperkte abductie
o Het kan ook zijn dat het lijkt dat er een abductie beperking. Als het langer
bestaand is, kan het zijn dat de lateralis in contractuur is, waardoor het oog
niet naar buiten gaat.
Dan zijn er oefeningen nodig: alternerend afplakken als er geen
redenen zijn om niet te occluderen (bijvoorbeeld amblyopie)
f. Het ontwikkelen binoculair enkelzien
- Er is een slechte prognose voor het verkrijgen van binoculair enkelzien, maar
abnormale of verminderde binoculaire functies kunnen wel verkregen worden
g. De refractie afwijking
- Er is geen significante refractie afwijking aanwezig
- Milde tot matige hypermetropie komen vaak voor, maar gewoonlijk minder dan
S+3,00.
- Hypermetropie vertoont niet de snelle afname die wordt gezien bij normale
zuigelingen in de eerste negen maanden, de hypermetropie kan zelfs toenemen.
- Er is een geleidelijke myopic shift bij het oudere kind evenredig met de myopic shift
bij kinderen zonder scheelzien
h. De latente en manifest latente nystagmus
- Essentiele infantiele esotropie wordt vaak gezien met latente manifeste latente
nystagmus
- Deze schijnbaar tegenstrijdige term werd geïntroduceerd door Dell'Osso et al. om
een type nystagmus bij kinderen te beschrijven waarbij de intensiteit toenam
wanneer een of ander oog werd bedekt en afnam wanneer beide ogen open
waren, maar manifest bleef.
- Bij echte latente nystagmus is er geen nystagmus wanneer beide ogen open zijn.
- Anders zijn de kenmerken van manifeste latente nystagmus en latente nystagmus
hetzelfde en daarom zal de term latente manifeste latente nystagmus worden
gebruikt.
- Er kan in dit stadium ook een roterende component zijn, waardoor onderscheid van
aangeboren nystagmus moeilijk is.
- Latente nystagmus manifesteert zich vaak bij latere versies.
- Nystagmus is het gevolg van een ritmische verandering tussen de langzame
fixatiedrift op het nasale netvlies en het snelle herstel naar foveale fixatie.
- Recente studies bij makaken apen hebben aangetoond dat hoe langer de esotropie
duurt, hoe groter de omvang van de latente nystagmus
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper viewmaster. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.