Samenvatting Mens en Gezondheid
Thema: Gezondheid
De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van de
dimensies van Blaxter.
In het onderzoek van Blaxter konden verschillende opvattingen van gezondheid
worden geïdentificeerd:
Gezond als niet ziek; Geen symptomen, geen bezoek aan artsen, daarom
ben ik gezond.
Gezondheid als bezit; Uit een sterke familie komen, snel herstellen na
operaties.
Gezondheid als gedrag; “Zij zijn gezond omdat ze goed voor zichzelf zorgen,
sporten enz.” (Meestal van toepassing op anderen.)
Gezondheid als lichamelijke fitheid en vitaliteit; Vooral genoemd door jonge
respondenten. Daarnaast is het mannelijk gezondheidsbegrip vaker
gekoppeld aan ‘zich fit voelen’ en dat van vrouwen aan ‘zich energiek voelen’.
Vrouwen zien gezondheid ook meer in sociaal perspectief, in de vorm van
levendig zijn en goede relaties met anderen hebben.
Gezondheid als psychosociaal welzijn; Gezondheid in mentaal opzicht. Zich
mentaal in harmonie voelen, zich trots voelen of van het gezelschap van
anderen genieten.
Gezondheid als functie; Het vermogen om taken te verrichten, om te doen wat
je wilt, wanneer je dat wilt, zonder belemmeringen van een slechte
gezondheid of lichamelijke beperkingen.
Definitie van gezondheid van de Wereldgezondheidsorganisatie
Zij definiëren gezondheid als een “toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
sociaal welzijn en niet alleen als de afwezigheid van ziekte of invaliditeit.” Volgens
deze definitie hebben mensen recht op een algeheel gevoel van welzijn, waarbij een
persoon volledig functioneren.
In Nederland werkt men sinds 2014 met het Nationaal Programma Preventie. Dit
heeft als doel de beperking van de groei van het aantal mensen met een chronische
ziekte. Het programma moet ook ene bijdrage leveren aan het verkleinen van de
grote gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden.
Sommige hebben twijfels bij de vraag of het gebruik van de term ‘compleet’ in relatie
tot lichamelijk welzijn door de Wereldgezondheidsorganisatie niet onrealistisch is,
gezien de veranderende leeftijd van de populatie en de prevalentie van chronische
aandoeningen. Duidelijk is dat de doelstelling en beleidsdocumenten een relatie
veronderstellen tussen gedrag, leefwijze en gezondheid. Waar minder rekening mee
wordt gehouden, zijn de sociaaleconomische en culturele invloeden op gezondheid
en ziekte en op beslissingen over de gezondheid.
1
,De student kan een definitie van gezondheid geven aan de hand van het model
van Huber.
Gezondheid is niet de afwezigheid van ziekte, maar het vermogen van mensen om
met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en zo
veel mogelijk eigen regie te voeren. Voor het meten van gezondheid onderscheidt
Huber lichaamsfuncties, mentale functies, beleving, spiritueel, existentiële dimensie,
kwaliteit van het leven, sociaal-maatschappelijke participatie en dagelijks
functioneren. Huber wijst erop dat door haar definitie een andere werkwijze kan
ontstaan in de gezondheidszorg. De zes dimensies van Huber zijn dus:
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden
3. Zingeving
4. Kwaliteit van leven
5. Meedoen
6. Dagelijks functioneren
De student kan de verschillende factoren van het bio psychosociale model
ontdekken in een casus.
Bio psychosociaal ziektemodel
Dit model neemt in de beoordeling van de gezondheid nadrukkelijk de subjectiviteit
of beleving mee. Sociale en culturele factoren bepalen mede of iemand ziek te
noemen is of zich ziek voelt. Het wijst het biomedisch model niet af, maar verrijkt het
met de interactie tussen biologische processen en psychologische en sociale
invloeden. Dit model wordt bijvoorbeeld gebruikt door fysiotherapeuten. Dit model is
dus het standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie van lichamelijke,
sociale, culturele en psychosociale factoren kunnen worden verklaard.
De student kan aangeven wat het onderscheid is tussen het biomedische en
bio psychosociale model.
Biomedisch ziektemodel
In dit model wordt gezondheid gedefinieerd als afwezigheid van ziekte. Dit model
wordt ook het diagnose-receptmodel genoemd. Volgens dit model heeft een ziekte
een oorzaak die via medische interventie kan worden genezen. Het wegnemen van
de oorzaak van de ziekte zal leiden tot het verdwijnen van de symptomen en dus
herstel van de gezondheid. De aanname is dat de symptomen het gevolg zijn van
een ziekte die zijn oorsprong buiten het lichaam heeft of via inwendige
veranderingen. Dit model wordt reductionistisch genoemd, het reduceert de geest,
het lichaam en het menselijk gedrag tot lichaamscellen of tot neurale of biomedische
activiteit, en verklaart problemen ook alleen op dit niveau. Het negeert dat
verschillende mensen op verschillende wijzen kunnen reageren op dezelfde ziekte.
Bio psychosociaal ziektemodel
Dit model neemt in de beoordeling van de gezondheid nadrukkelijk de subjectiviteit
of beleving mee. Sociale en culturele factoren bepalen mede of iemand ziek te
noemen is of zich ziek voelt. Het wijst het biomedisch model niet af, maar verrijkt het
met de interactie tussen biologische processen en psychologische en sociale
invloeden. Dit model wordt bijvoorbeeld gebruikt door fysiotherapeuten. Dit model is
2
,dus het standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie van lichamelijke,
sociale, culturele en psychosociale factoren kunnen worden verklaard.
De student kan aangeven wat gedragsmatige pathogenen en immunogenen
zijn.
Pathogeen
Een gedrag wat schadelijk is voor je gezondheid. Bijvoorbeeld roken of alcohol
drinken. Ziektemakers.
Immunogeen
Is iets wat juist goed is voor je gezondheid, de gezondheid bevorderd. Bijvoorbeeld
gezonde voeding, voldoende ontspanning, genoeg bewegen ect.
Gezondheidsbevorderaars.
3
, Thema: Gezondheidsvaardigheden
De student kan informatieve, interactieve en kritische
gezondheidsvaardigheden ontdekken in een casus.
Gezondheidsvaardigheden
Gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden van mensen om informatie over
gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen
van gezondheid gerelateerde beslissingen. Mensen die in het dagelijks leven minder
gezondheidsvaardig zijn hebben moeite met:
Medicijnen op de juiste manier innemen.
De weg vinden in het ziekenhuis.
Zoeken op het internet (digitale vaardigheden)
(Uitnodigings) brieven en mails begrijpen.
Folders, websites, formulieren, bijsluiters begrijpen.
Gesprekken met zorgverleners voeren.
Uitleg en adviezen begrijpen en in praktijk brengen.
Informatieve gezondheidsvaardigheden
Verwijst naar de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen die individuen in
staat stellen effectief te functioneren in de gezondheidszorg. Activiteiten die een
verband hebben met dit niveau van gezondheidsvaardigheden omvatten vaak de
communicatie van gezondheidsinformatie om de kennis van een patiënt te
verbeteren, zoals folders, websites en andere sociale media.
Interactieve gezondheidsvaardigheden
Het vermogen om informatie te verkrijgen en deze toe te passen in de eigen situatie.
Dat vraagt digitale vaardigheden, begrijpend lezen, vragen (durven) stellen aan een
zorgverlener, sociale steun mobiliseren bij vrienden en familie.
Kritische gezondheidsvaardigheden
Het juist interpreteren van gezondheidsinformatie, vooruitdenken over
langetermijngevolgen van gezondheid gerelateerd gedrag, prioriteiten stellen, samen
beslissingen nemen met je zorgverlener.
De student kan aangeven wat therapietrouw, concordantie en compliantie is.
Therapietrouw
Alle handelingen vanaf het verkrijgen van een recept, het afhalen van de
geneesmiddelen tot aan het innemen ervan op de juiste wijze. Therapietrouw omvat
ook alle zelfstandig uitgevoerde therapeutische gedragingen zoals
revalidatieoefeningen in overeenstemming met medische adviezen. De definitie van
het WHO over therapietrouw is “de mate waarin het gedrag van de patiënt
overeenstemt met de afgesproken aanbeveling van een zorgverlener.”
Concordantie
Onder concordantie wordt verstaan een gezamenlijk bereikte overeenkomst tussen
arts en patiënt omtrent de juiste behandeling, nadat de volledig is geïnformeerd
omtrent de voor- en nadelen van de specifieke behandeling.
4