Deeltoets 1
Rechtsbronnen
Wet
(Gezaghebbend overheidsbesluit waarin iets wordt verboden, geboden of vastgesteld)
Jurisprudentie (Gezaghebbende rechtelijke uitspraken)
Gewoonte (Gebruikelijke handelingen die in betrokken kring worden geaccepteerd)
Verdragen (Internationale overeenkomt tussen twee of meer staten)
Bovenstaande rechtsbronnen zijn objectief recht (geheel van maatschappelijk geldende rechten en
plichten)
Inleiding recht 1
Wet in formele zin: een wet die gemaakt is door de regering en door de state generaal.
Wat in materiële zin: is opgesteld door een daartoe bevoegd orgaan en die bind meerdere burgers
(algemeen verbind)
Alleen een wet in formele zin? Een wet die gemaakt is voor de koninklijke burgers.
Provinciale veronderning is alleen een wet in materiele zin
Rangorde
1. Grondwet
2. Wet in formele zin
3. Amvb (algemene maatregel van bestuur)
4. Ministriek regeling
5. Provinciale regeling
6. Gemeente
,(dit rijtje moet je uit je hoofd leren voor het tentamen)
Een tegenstrijdige regeling in dezelfde wet? Dan gaat de nieuwste regeling voor de oudste regeling
Organisatie, gewone rechterlijke macht
Hoge raad 1 (je gaat naar in cassatie ) hier wordt alleen maar gekeken of het recht goed is toegepast,
hij gaat niet de hele zaak opnieuw doen. De uitspraak heet een arrest.
Gerechtshof 4 (je gaat in hoger beroep, dit word tweede instantie genoemd). De uitspraak heet een
arrest.
Arrondissementsrechtbank 11 (je gaat in beroep) de uitspraak heet een vonnis
Alle rechten bij elkaar noemen we het objectieve recht.
Rechtssubjecten:
Natuurlijke personen rechtspersonen
Inleiding recht objectieve recht (1)
Onderscheidingen 2
Privaatrecht Publiekrecht
Regels regels
Met betrekking tot de relatie van rechtssubjecten
Onderling op voet van gelijkheid
Als de overheid iets dat wij ook allemaal kunnen doen is het privaatrecht
Als de overheid iets doet dat alleen de gemeente kan doen dan is het publieksrecht
De overheid geeft een vergunning af voor het vergunnen van een festival: publiekrecht
Onderscheid materieel recht en formeel recht
Materieel recht: regels waarin rechten en plichten zijn vastgesteld (wat is mijn recht?)
Formeel recht: regels over de wijze waarop materieel recht kan worden afgedwongen (hoe krijg ik
mijn recht?)
, Onderscheid dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht: regels waarvan rechtssubjecten niet mogen afwijken. Afwijking is nietig
Aanvullend recht: regels die pas van toepassing zijn wanneer rechtssubjecten niets zelf hebben
geregeld
Semidwingend recht: wet laat beperkte afwijking toe, mits dit maar schriftelijk gebeurt. Een
voorbeeld is je opzegtermijn.
Onderscheidingen objectieve recht
Nationaal recht: regels die slechts voor 1 staat gelden
Internationaal recht: regels die voor meerdere staten gelden
Inleiding recht 3
Rechtsfeit = een feit met rechtsgevolg
Voorbeelden Bloot rechtsfeit: , er zitten allemaal gevolgen aan vast en je hebt er niks voor hoeven te
doen
- Geboren worden
- 18 woorden
- Dood gaan
Rechtshandeling: je hebt gewild
Verklaringen van wil (voorbeelden):
- Een aanbod doen
- Een aanbod aanvaarden
- Een overeenkomst opzeggen
Meerzijdige rechtshandeling: meer personen hebben het gewild
Voorbeeld: een overeenkomst sluiten
Rechtsbronnen
Wet
(Gezaghebbend overheidsbesluit waarin iets wordt verboden, geboden of vastgesteld)
Jurisprudentie (Gezaghebbende rechtelijke uitspraken)
Gewoonte (Gebruikelijke handelingen die in betrokken kring worden geaccepteerd)
Verdragen (Internationale overeenkomt tussen twee of meer staten)
Bovenstaande rechtsbronnen zijn objectief recht (geheel van maatschappelijk geldende rechten en
plichten)
Inleiding recht 1
Wet in formele zin: een wet die gemaakt is door de regering en door de state generaal.
Wat in materiële zin: is opgesteld door een daartoe bevoegd orgaan en die bind meerdere burgers
(algemeen verbind)
Alleen een wet in formele zin? Een wet die gemaakt is voor de koninklijke burgers.
Provinciale veronderning is alleen een wet in materiele zin
Rangorde
1. Grondwet
2. Wet in formele zin
3. Amvb (algemene maatregel van bestuur)
4. Ministriek regeling
5. Provinciale regeling
6. Gemeente
,(dit rijtje moet je uit je hoofd leren voor het tentamen)
Een tegenstrijdige regeling in dezelfde wet? Dan gaat de nieuwste regeling voor de oudste regeling
Organisatie, gewone rechterlijke macht
Hoge raad 1 (je gaat naar in cassatie ) hier wordt alleen maar gekeken of het recht goed is toegepast,
hij gaat niet de hele zaak opnieuw doen. De uitspraak heet een arrest.
Gerechtshof 4 (je gaat in hoger beroep, dit word tweede instantie genoemd). De uitspraak heet een
arrest.
Arrondissementsrechtbank 11 (je gaat in beroep) de uitspraak heet een vonnis
Alle rechten bij elkaar noemen we het objectieve recht.
Rechtssubjecten:
Natuurlijke personen rechtspersonen
Inleiding recht objectieve recht (1)
Onderscheidingen 2
Privaatrecht Publiekrecht
Regels regels
Met betrekking tot de relatie van rechtssubjecten
Onderling op voet van gelijkheid
Als de overheid iets dat wij ook allemaal kunnen doen is het privaatrecht
Als de overheid iets doet dat alleen de gemeente kan doen dan is het publieksrecht
De overheid geeft een vergunning af voor het vergunnen van een festival: publiekrecht
Onderscheid materieel recht en formeel recht
Materieel recht: regels waarin rechten en plichten zijn vastgesteld (wat is mijn recht?)
Formeel recht: regels over de wijze waarop materieel recht kan worden afgedwongen (hoe krijg ik
mijn recht?)
, Onderscheid dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht: regels waarvan rechtssubjecten niet mogen afwijken. Afwijking is nietig
Aanvullend recht: regels die pas van toepassing zijn wanneer rechtssubjecten niets zelf hebben
geregeld
Semidwingend recht: wet laat beperkte afwijking toe, mits dit maar schriftelijk gebeurt. Een
voorbeeld is je opzegtermijn.
Onderscheidingen objectieve recht
Nationaal recht: regels die slechts voor 1 staat gelden
Internationaal recht: regels die voor meerdere staten gelden
Inleiding recht 3
Rechtsfeit = een feit met rechtsgevolg
Voorbeelden Bloot rechtsfeit: , er zitten allemaal gevolgen aan vast en je hebt er niks voor hoeven te
doen
- Geboren worden
- 18 woorden
- Dood gaan
Rechtshandeling: je hebt gewild
Verklaringen van wil (voorbeelden):
- Een aanbod doen
- Een aanbod aanvaarden
- Een overeenkomst opzeggen
Meerzijdige rechtshandeling: meer personen hebben het gewild
Voorbeeld: een overeenkomst sluiten