Inhoudsopgave
Thema 2: Prenatal and motor development..........................................................................................1
2.1 Aantekeningen HC2 online...........................................................................................................1
2.2 H2: Prenatale ontwikkeling en de Newborn periode....................................................................3
2.3 H8: 208-218 – motorische ontwikkeling.......................................................................................7
Thema 3: Genes and GxE interactions....................................................................................................9
3.1 Aantekeningen: Genes and gene-environment interactions........................................................9
3.2 H3: Biology and behavior............................................................................................................11
Thema 4: The developing brain............................................................................................................16
4.1 Aantekeningen online.................................................................................................................16
Live lecture.......................................................................................................................................18
Thema 5: Cognitive development.........................................................................................................19
5.1 Aantekeningen............................................................................................................................19
5.2 H4...............................................................................................................................................19
5.3 H5: 227-234 - Cognitie................................................................................................................23
Thema 6: Learning................................................................................................................................25
6.1 Aantekeningen............................................................................................................................25
6.2 H5: 218-227 - Leren....................................................................................................................25
6.3 H9: 379-383................................................................................................................................27
,Thema 2: Prenatal and motor development
2.1 Aantekeningen HC2 online
What is development?
Specific type of change
1. Qualitative niet alleen meer, maar dingen veranderen echt.
2. Sequential het een moet voor het ander komen
3. Cumulative een ontwikkeling bouwt op een andere ontwikkeling
4. Directional gaat ergens heen, kan progressief en regressief zijn
5. Multifactorial er is niet 1 factor die de ontwikkeling bepaalt, maar meerdere
6. Individual individuele verschillen
WEIRD science Western, educated, industrialized, rich and democratic. 95 procent van de
participanten representeert 12 procent van de wereld populatie.
Why motor development?
1. Geïnteresseerd in gedrag Gedrag is beweging geeft een inkijk in de mind, in de mind
kun je niet observeren, dat kan via gedrag.
Oogbewegingen (waar is hun aandacht), Manipulatie van objecten (wat doen ze), Prestatietaken,
Gezichtsuitdrukkingen (hoe mensen zich voelen).
2. Motorisch gedrag is niet geïsoleerd, maar gerelateerd aan andere domeinen.
Wat heeft de baby nodig om de speeltjes te grijpen:
Motorisch systeem: beweging
Perceptual system: zicht
Proprioception: de informatie die je krijgt van je eigen lichaam. Verteld je in welke positie je lichaam
is.
Affordances: Kansen van de omgeving gegeven de staat van je lichaam om bepaalde dingen te doen
Motorisch gedrag is embodied: geïntegreerd systeem. De geest en lichaam zijn geïntegreerd.
Niet kruipen kan door meerdere dingen komen zoals verkeerd dieet of hyperflexibiliteit. Dus alles
heeft met elkaar te maken.
Affordances
The Gibsons waren de eerste die het over affordances hadden. Kinderen leren zich gedragen in de
omgeving afhankelijk van wat de omgeving en wat het lichaam biedt.
The affordances of the environment is what is offers the animal, what it provides or furnishes, either
for good or for ill. The verb to afford is found in the dictionary, but the noun affordances is not. I have
made it up.’ De omgeving is belangrijk in vormen wat mensen zullen doen.
During development children learn / explore what they can do given the opportunities and
constraints imposed by the environment, and by their own bodies, in a continuous action- perception
loop. Cognitive en perceptie en actie zijn samengevoegd.
0-4 maand: kunnen alleen ontdekken wat binnen bereik is, leren wel relaties van visie, geluiden en
gebeurtenissen.
5 maand: leren zitten, bereik wordt groter en kunnen objecten manipuleren. Leren over fysieke
dingen zoals textuur
9 maand: kunnen zichzelf verplaatsen > locomotion. Leren over spatial relations en hoe te navigeren.
1
, Prenatal development
Normale celdeling > mitose: deling van 1 cel naar twee cellen.
Meiose: deling van 1 cel naar twee cellen, maar elke cel bevat de helft van het genetisch materiaal.
Dit is belangrijk voor genetische variatie: genetische basis voor individuele verschillen en dit helpt bij
het begrijpen van de interactie tussen nature en nurture.
Zygote: bevruchte eicel
4 belangrijke processen:
- Mitose: gewone celdeling
- Celmigratie: cellen migreren van de locatie waar ze ontstaan zijn naar de locatie waar ze
uiteindelijk gaan functioneren.
- Celdifferentiatie:
Zygote gaat delen > klompje cellen (morula) > cel in de morula kan nog alles worden. Deel van de
placente of deel van de baby. > door celdeling komen er meer cellen, maar niet meer ruimte
waardoor er druk ontstaat. Eerste celdivision.
Blastocyst cellen: foetale deel van de placenta
Inner cell mass cells: pluripotent: kunnen niet alles meer worden, kunnen geen blastocyst cel meer
worden, maar kunnen wel elk soort weefsel in het menselijk lichaam worden, bijv. bloedsomloop,
immuunsysteem, zenuwstelsel. Als ze in hun uiteindelijk vorm zijn veranderen ze niet meer >
unipotent
- Apoptisis: geprogrammeerde celdood.
Niet stil en rustig in de baarmoeder:
Stimulation from the outside
10 w. sense of pressure (muscles, joints, skin)
13 w. beweging signaleren
20 w. licht signaleren
26 w. geluiden signaleren
26-28 w. smaak en geuren signaleren
Foetus beweging:
8-9 weken kleine bewegingen
10 weken verscheidene ledematen bewegen
10-11 weken hoofdbewegingen, ademhaling
11-12 weken gapen, zuigen, slikken amnionic fluid
14 weken bewegingen niet meer random, meeste bewegingen gericht op een bepaald object.
20 weken bewegingen alle delen van het gezicht, kunnen fronzen, etc.
25 weken open en dicht doen van de ogen
Bewegingen zijn erg belangrijk.
Slikken ontwikkeling oropharyngeal cavity: ademen en slikken afwisselen. Ontwikkeling longen en
verteringsstelsel.
Beweging belangrijk voor spieren, botten, gewrichten en huid.
Minder beweging heeft negatief effect, daarom geen alcohol drinken als je zwanger bent.
The first year of motor development
Zijn de mijlpalen echt zo? Nee: Culturele, individuele verschillen en verschillen in stimulatie door
omgeving. Je kunt eigenlijk niet zeggen dat er bepaalde mijlpalen er zijn in een bepaalde volgorde en
dat elk doorlopen moet worden. Maar je kunt het wel gebruiken als een algemene richtlijn, maar het
is dus niet absoluut.
2
