Hoorcollege 5A – buitengerechtelijke incassozaken
Incassozaken
Is er nog steeds geen behoefte aan nationale betalingsbevelprocedure (zoals bijv. in
Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland)? We kennen deze procedure namelijk niet in
Nederland.
Idealiter zou zo’n nationale procedure er als volgt uit zien:
o Er is een niet betwiste vordering ter betaling van een geldsom
o Een dagvaarding wordt ingediend waarin de grondslag van de vordering wordt
beschreven, waarin wordt gesteld dat de vordering niet betwist wordt (met
bewijs) en waarin je vraagt aan de rechter om een betalingsbevel te geven.
o Deze titel wordt dan ex parte gegeven. Met deze titel kun je de schuldenaar
aanspreken, en als deze als nog niet betaald, kun je de titel tenuitvoerleggen
De winst die je hier boekt is vanwege het ex parte vonnis. De procedure is
daarmee compacter dan een reguliere procedure = efficiënter.
Bij de invoering van KEI is wel gevraagd of er in Nederland behoefte is aan een dergelijke
incassoprocedure is. Blijkens het WODC rapport is dat niet zo, omdat de huidige procedure
voldoet:
- Je kunt snel een executoriale titel krijgen
- Er zijn voldoende waarborgen voor de schuldenaar (i.e. ambtshalve toetsing
onredelijke bedingen, zelfde op punt van rente)
Het zou kunnen dat onder de Experimentenwet rechtspleging alsnog een nationale
incassoprocedure wordt gemaakt.
Incassozaken nationaal
Geen bijzondere procedure zoals het Europees Betalingsbevel. De huidige nationale
procedure voldoet, zoals hierboven genoemd.
Vaak begin je een kort geding. Dit komt door de aard van de procedure (geldvordering):
- Eis van spoedeisendheid
- In de regel: snelle beslissing (inhoudelijke toets, voorlopig oordeel)
Maar, de incasso kort geding is op zijn retour. Dit komt omdat niet altijd wordt voldaan aan
de eis van spoedeisendheid. Hier worden de kort geding rechter wat terughoudender in.
Gewone procedure:
- Vaak kantonzaken (vordering t/m 25.000)
- Heel vaak: verstekverlening, gevolg door verstekvonnis (500.000 zaken per jaar).
Vaak wordt tegelijk met de verstekverlening (het niet verschijnen van de verweerder) een
verstekvonnis verleend. Dit versnelt een zaak enorm.
Als de verweerder zich namelijk wel stelt, heeft hij daarna nog 4 weken voor de conclusie van antwoord, kan er
nog een mondelinge behandeling worden gelast, en dient er daarna nog worden gewacht op vonnis.
Volgens het nieuwe reglement moet wél onderscheid gemaakt worden tussen de
verstekverlening en het verstekvonnis. Hier moet namelijk 4 weken tussen zitten. In deze
periode kan het verstek ‘gezuiverd’ worden doordat je alsnog verschijnt (op de datum dat de
1
, zaak ter vonnis staat) en op dat moment krijg je als verweerder nog eens 4 weken voor het
verweer.
- Soms: vonnis op tegenspraak.
Zijn het advocaatzaken dan zijn de termijnen 6 weken.
Zijn het kantonzaken dan zijn de termijnen 4 weken.
Je ziet al dat de procedure hier veel langer zal duren.
Aantasting van vonnissen, hoger beroep
(Dit is een hoofdstuk apart). Er zijn twee mogelijkheden om een uitspraak aan te tasten,
afhankelijk of het een vonnis is op tegenspraak of een verstekvonnis. Bij deze laatste moet
het systeem van verzet worden gevolgd. Bij de eerste moet het systeem van het hoger
beroep, voor zover het vonnis vatbaar is voor hoger beroep.
Artikel 111 Rv: Naast de gegevens bedoeld in artikel 45, tweede lid, vermeldt het exploot van
dagvaarding, sub i): de in artikel 139 genoemde rechtsgevolgen die intreden indien de
gedaagde niet op de voorgeschreven wijze in het geding verschijnt;
Artikel 139 Rv: indien de gedaagde is opgeroepen (formaliteiten in acht genomen) en de
gedaagde verschijnt niet, dan kan verstek tegen hem worden verleend.
Artikel 111 Rv sub j) indien er meer gedaagden zijn, het in artikel 140, tweede lid, genoemde
rechtsgevolg dat intreedt indien niet alle gedaagden op de voorgeschreven wijze in het
geding verschijnen.
Artikel 140 Rv: Zijn er meer gedaagden en is ten minste een van hen in het geding
verschenen, dan wordt, indien ten aanzien van de overige gedaagden de voorgeschreven
formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen, tegen dezen verstek verleend en tussen de
eiser en de verschenen gedaagden voortgeprocedeerd.
= bij meerdere gedaagde, die niet verschijnen, dan wordt tegen de niet-verschenen
gedaagde verstek geleend, maar dit is geen verstekvonnis maar een vonnis op tegenspraak!
Hier zie je dus heel duidelijk het onderscheid tussen verstekverlening en een verstekvonnis.
Artikel 120 Rv: Al hetgeen in deze afdeling is voorgeschreven, wordt op straffe van nietigheid
in acht genomen
In deze titel staat artikel 111. Voldoe je dus niet aan de formaliteiten, dan doe je dit op straffe
van nietigheid.
Dit heeft tot een bijzondere zaak geleid, waar de aanzegging er tegen één van de gedaagde
niet was. Wat moest de mede gedaagde doen? Moest hij verzet aantekenen (omdat tegen
hem verstek was verleend) of in hoger beroep (omdat een dergelijke verstekverlening leidt
tot een vonnis op tegenspraak)?
Hoger beroep
Rechtsvordering: Titel 7, Boek 1. Hierin zie je een onderscheid tussen hoger beroep
dagvaardingszaken en hoger beroep verzoekschriftprocedures:
Hoger beroep dagvaardingzaken – hoger beroep verzoekschriftprocedures (vanaf 358 Rv).
Daarnaast heb je ook onderscheid tussen typen uitspraken:
2