MANAGEMENT ACCOUNTING
Lectures;
HOORCOLLEGE 1
Leerdoelen bekijken, de licht groene worden niet behandeld, maar moet je wel weten, donker groen
wordt wel behandeld.
Het management van een bedrijf maken grote beslissing, dit kan gaan over bijvoorbeeld het openen
van nieuwe fabrieken. Deze beslissingen maken kunnen grote invloed hebben op prestaties en de
aandelenkoers van een bedrijf.
Management accounting omvat het verzamelen van informatie voor besluitvormings-, plannings- en
controledoeleinden. Hiernaast doen ze ook nog andere dingen;
- Kosten toewijzen aan kosten van verkochte goederen (COGS) en voorraden voor interne en
externe rapportagedoeleinden (focus van de cursus)
- Verschaffen van relevante informatie om besluitvormingsproces te ondersteunen (een korte
inleiding in deze cursus)
- Informatie verstrekken voor planning, controle, prestatiemeting en continue verbetering (dit
wordt niet behandeld in deze cursus)
Hoe bepaal je de kostprijs van een product als je zelf de producten maakt, als je ze al af aankoopt van
een leverancier is de bepaling van de kostprijs van de goederen makkelijker te bepalen. Het kan zijn
dat er in het productieproces onafgewerkte goederen zitten. De vraag is dan wat de waarde van de
voorraad is.
Productiebedrijven hebben geen voorraad gereed product, zij leveren diensten aan. zij kunnen wel
onderhandenwerk hebben, een work in progress (WIP). Grondstoffen, arbeid en fabricagekosten zijn
onderdeel van de WIP.
De kosten in productiebedrijven wordt er gestart met de voorraad grondstoffen, hieraan worden
conversiekosten toegevoegd om materialen om te zetten in producten. Dan ontstaat er een voorraad
goederen in bewerking. Als deze goederen afgewerkt zijn, zijn ze voorraad gereed product, zij zijn dan
activa op de balans. als ze verkocht worden en uit de onderneming zijn wordt er kostprijs verkopen
geboekt op de winst en verliesrekening.
De waarde van de voorraad op de balans bestaat uit, de eindvoorraad op de voorraadrekening
grondstoffen, de eindvoorraad op de voorraadrekening work in progress en de eindvoorraad op de
voorraadrekening gereed product.
De WIP te waarderen in een bedrijf is lastig. Accon is een accountingbedrijf, de WIP hierbij zou
kunnen bestaan uit de uren die al gemaakt zijn, maar nog niet betaald. Het is lastig om hier een goede
waarde uit te krijgen, omdat het niet gaat om een fysiek product en het waarderen van een dienst dat in
de toekomst betaald wordt is lastig. Accon heeft meer onderhanden werk op de balans gezet, waardoor
het eigen vermogen hoger werd.
Kostenobject of een kostendrager is elke activiteit waarvoor de kosten afzonderlijk worden gemeten
(bijv. product, fabriek, dienst, afdeling).
Conversiekosten zijn de som van de directe arbeidskosten en de indirecte fabricagekosten
Indirecte kosten kunnen niet specifiek en uitsluitend worden geïdentificeerd met een bepaald
kostenobject.
Productkosten kunnen op de balans worden geactiveerd, periodekosten niet
, Productkosten worden herleid of toegewezen aan producten, periodekosten worden direct als
kosten geboekt
Dit is in het geval als de standaard elektrische auto’s de kostendragers zijn;
Directe kosten Indirecte kosten
Productiekosten Accupakket en elektromotor, Opslagkosten van materialen,
staal, arbeidskosten van verzekering van
productiepersoneel productiefaciliteit, fabriekshuur
Periodekosten Levering aan klanten R&D-kosten
Dit is het geval als de productiefaciliteit de kostendrager is;
Directe kosten Indirecte kosten
Productiekosten Accupakket en elektromotor, Opslagkosten van materialen
staal, arbeidskosten van
productiepersoneel,
fabriekshuur, verzekering van
productiefaciliteit
Periodekosten Levering aan klanten, R&D-
kosten
Conversie kosten = directe arbeidskosten (arbeidskosten van het productie personeel) + indirecte
fabricage kosten (opslag kosten van materialen, fabriekshuur en fabrieksverzekering).
Periodekosten = niet-fabricagekosten (in dit bovenstaande geval; de levering aan klanten en R&D-
kosten.
Variabele kosten; kosten die recht evenredig variëren met de activiteit. Variabele
Vaste kosten; kosten die constant blijven
Semi-variabele kosten;
,HOORCOLLEGE 2
Directe kosten kunnen specifiek en exclusief worden geïdentificeerd met een bepaalde kostendrager.
Bij indirecte kosten (overheadkosten) is dit niet zo, deze kosten kunnen namelijk gemaakt worden
voor meer dan 1 kostendrager. Hierbij zie je dat directe kosten gelijk naar het kostenobject gaan, bij
indirecte kosten zit hier nog een kostentoerekening tussen.
De tracering van directe kosten is erg makkelijk, deze directe kosten zijn namelijk direct te herleiden
naar de kostendragers. Dit kan gedaan worden met een formulier materiaalaanvraag of een
tijdstaat/orderkaart.
De kostentracering houdt in dat kosten indentificeert en toegewezen worden aan een specifiek
activiteit, product of dienst in een bedrijf. Om de kosten te traceren kunnen de bedrijven inzichten
krijgen in de oorsprong van hun uitgave. Je verwijst hierbij een kosten toe aan een kostenobject.
De kostenallocatie heeft betrekking op de toewijzing van indirecte kosten aan een kostendrager. Alle
kosten van een product worden getraceerd en bijgehouden wat de originele kostprijs van het product
was. Dit is essentieel, omdat vanuit de kostprijs ook de verkoopprijs wordt opgesteld etc.
De directe kosten zijn dus makkelijk te herleiden en toe te wijzen aan kostendragers. Maar met
indirecte fabricagekosten is dit bijvoorbeeld al lastiger, deze kosten moeten aan kostendragers
toegerekend worden met behulp van een overheadtarief (overhead rate). De kostentoerekening of
kostenallocatie is het proces van het toerekenen van kosten aan een kosten object. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van een surrogaat (vervangend object) in plaats van een directe maatstaf. De
surrogaten staan bekent als de allocatiebasis of toewijzingsbasis.
indirecte fabricagekosten( jaar)
=overheadtarief
jaarlijkse activiteit ∈allocatiebasis
Als de kosten nauwkeurig toegerekend worden moet de allocatiebasis een bepaalde factor voor de
kosten zijn, dit is de oorzaak-en-gevolg kostenrekening. Als de allocatiebasis geen bepalende factor
voor de kosten is wordt dit een willekeurige toerekening genoemd. Als er gebruik wordt gemaakt van
een willekeurige toerekening resulteert dat ook in een onnauwkeurige kostentoerekening).
De oorzaak-en-gevolg-kostenallocatie heeft dus meestal de voorkeur, omdat dit resulteert in
nauwkeurigere kostenprijzen, hierdoor kan de verkoopprijs weer meer nauwkeurig vastgesteld worden
en dus een verbeterende besluitvorming.
Een onderneming kan ervoor kiezen om een algemeen overheadtarief uit te rekenen (blanket of plant-
wide). Dit is een tarief die geld voor alle producten. Je hebt dus 1 tarief en die alle productieoverhead
aan de producten toewijst.
Een onderneming kan er ook voor kiezen om specifieke overheadtarieven te maken, dit zijn
overheadtarieven per adeling. Hierbij wordt voor iedere afdeling in het bedrijf een overheadtarief
berekent. Hierbij kunnen de machine uren als allocatiebasis dienen voor de fabricagekosten in de
snijafdeling, maar de arbeidsuren als allocatiebasis in de lamineerafdeling.
VOORBEELD; als de fabricagekosten op de snijafdeling 160 euro zijn en op de lamineerafdeling 120
euro. De machine uren in de snijafdeling bedragen 8 uur en in de lamineerafdeling 10. Dan ziet de
berekening voor het overheadtarief er als volgt uit;
Snijafdeling; = 20 euro per machine uur
Lamineerafdeling; = 12 euro per arbeidsuur
Een overheadtarief berekenen op basis van werkelijke gegeven wordt vaak niet gedaan, dit is omdat de
indirecte fabricage kosten en de allocatiebasis alleen werkelijke gegevens zijn van het einde van een
periode bijvoorbeeld. Hiernaast kan de productie activiteit ook veranderen per maand, hierdoor wordt
, er gebruik gemaakt van een gebudgetteerd overheadtarief. Dit wordt gebaseerd op de jaarlijkse
gebudgetteerde cijfers.
gebudgetteerde jaarlijkse indirecte fabricagekosten
=gebudgetteerd overheadtarief
gebudgetteerde jaarlijkse activiteit ∈allocatiebasis
Er kan ook sprake zijn van een onder- of overdekking van de indirecte fabricagekosten. Dit is zo
omdat de gebudgetteerde jaarlijkse overheadkosten of productieniveaus niet precies hetzelfde zijn als
de werkelijke kosten. Dit komt omdat er met gemiddelde wordt gewerkt en het hierdoor kan
verschillen per periode.
De boekhoudingregels zeggen dat voor de onder- en overdekkende indirecte fabricagekosten moeten
worden behandeld als periodekosten. Deze onder- of overdekkende kosten worde niet toegerekend aan
kostendragers, maar opgenomen in de winst en verliesrekening. De ondergedekte indirecte
fabricagekosten zijn kosten en de overgedekte indirecte fabricagekosten is een verlaging van de
kosten.