Inhoudsopgave
Overzicht regelgeving .............................................................................................................................. 4
EU Verordening ....................................................................................................................................... 5
Richtlijn (EU) betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde
jaarrekeningen ........................................................................................................................................ 7
Wet op het Accountantsberoep (WaB) ................................................................................................... 7
Wet tuchtrechtspraak accountants (WTRA) ........................................................................................... 8
NBA‐handreiking 1124 (WWFT) .............................................................................................................. 8
Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA) ....................................................................................... 10
Besluit toezicht accountantsorganisaties (BTA) .................................................................................... 13
Verordening gedrags‐ en beroepsregels accountants (VGBA) .............................................................. 14
Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance‐opdrachten (ViO) .............. 18
Verordening accountantsorganisaties (VAO) ........................................................................................ 22
Nadere voorschriften kwaliteitssystemen (NVKS) ................................................................................ 23
NV NOCLAR............................................................................................................................................ 25
Standaard 200: Algehele doelstellingen van de onafhankelijke accountant, alsmede het uitvoeren van
een controle overeenkomstig de Standaarden ..................................................................................... 28
Standaard 210: Overeenkomsten van de voorwaarden van controleopdrachten ............................... 29
Standaard 220: Kwaliteitsbeheersing voor een controle van financiële overzichten ........................... 30
Standaard 230: Controledocumentatie ................................................................................................. 31
Standaard 240: De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot fraude in het kader
van een controle van financiële overzichten ........................................................................................ 32
Standaard 250: Het in aanmerking nemen van wet‐ en regelgeving bij een controle van financiële
overzichten ............................................................................................................................................ 38
Standaard 260: Communicatie met de met governance belaste personen ......................................... 41
Standaard 265: Meedelen van tekortkomingen in de interne beheersing aan de met governance
belaste personen en het management ................................................................................................. 42
Standaard 300: Planning van een controle van financiële overzichten ................................................ 43
Standaard 315: Risico’s op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten door inzicht
te verwerven in de entiteit en haar omgeving ...................................................................................... 44
Standaard 320: Materialiteit bij de planning en uitvoering van een controle ...................................... 49
Standaard 330: Inspelen door de accountant op ingeschatte risico’s .................................................. 51
Handreiking 1148 – Soft controls .......................................................................................................... 54
Standaard 402: Overwegingen met betrekking tot controles van entiteiten die gebruik maken van
een serviceorganisatie........................................................................................................................... 56
Standaard 450: Evaluatie van tijdens de controle geïdentificeerde afwijkingen .................................. 57
1
,Standaard 500: Controle‐informatie ..................................................................................................... 58
Standaard 501: Controle‐informatie – Specifieke overwegingen voor geselecteerde elementen....... 59
Standaard 505: Externe bevestigingen ................................................................................................. 60
Standaard 510: Initiële controleopdrachten – Beginsaldi ..................................................................... 61
Standaard 520: Cijferanalyses ............................................................................................................... 62
Standaard 530: Het gebruiken van steekproeven bij een controle ...................................................... 63
Standaard 540: De controle van schattingen en toelichtingen daarop ................................................ 64
Standaard 550: Verbonden partijen ...................................................................................................... 68
Standaard 560: Gebeurtenissen na balansdatum ................................................................................. 70
Standaard 570: Continuïteit .................................................................................................................. 72
Standaard 580: Schriftelijke bevestigingen ........................................................................................... 76
NBA‐handreiking 1141: Data‐analyse bij de controle: uitdagingen en vooral kansen.......................... 78
Standaard 600: Bijzondere overwegingen – controles van financiële overzichten van een groep
(inclusief de werkzaamheden van de accountants van groepsonderdelen) ......................................... 80
Standaard 610: Gebruikmaken van de werkzaamheden van interne auditors .................................... 84
Standaard 620: Gebruikmaken van de werkzaamheden van een door de accountant ingeschakelde
deskundige ............................................................................................................................................ 86
Standaard 700: Het vormen van een oordeel en het rapporteren over financiële overzichten .......... 88
Standaard 701: Het communiceren van kernpunten van de controle in de controleverklaring van de
onafhankelijke accountant .................................................................................................................... 93
Standaard 705: Aanpassingen van het oordeel in de controleverklaring van de onafhankelijke
accountant............................................................................................................................................. 95
Standaard 706: Paragrafen ter benadrukking van bepaalde aangelegenheden en paragrafen over
overige aangelegenheden in de controleverklaring van de onafhankelijke accountant ...................... 98
Standaard 710: Ter vergelijking opgenomen informatie – vergelijkende cijfers en vergelijkende
financiële overzichten ......................................................................................................................... 100
Standaard 720: De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot andere informatie
............................................................................................................................................................. 101
Handreiking 1118 – de accountant in de algemene vergadering van aandeelhouders...................... 104
Overzicht bijzondere opdrachten ........................................................................................................ 106
Stramien Assurance opdrachten ......................................................................................................... 108
Standaard 800: Bijzondere overwegingen – controles van financiële overzichten die zijn opgesteld in
overeenstemming met stelsels voor bijzondere doeleinden .............................................................. 110
Standaard 805: Bijzondere overwegingen – controles van enkel financieel overzicht en controles van
specifieke elementen, rekeningen of posten van een financieel overzicht ........................................ 111
Standaard 810: Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten 112
Standaard 2400: Opdrachten tot het beoordelen van financiële overzichten ................................... 113
2
,Standaard 2410: Het beoordelen van tussentijdse financiële informatie door de accountant van de
entiteit ................................................................................................................................................. 114
Standaard 3000A/D: Assurance‐opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van
historische financiële informatie (attest‐opdrachten en directe opdrachten) ................................... 115
Standaard 3400: Onderzoek van toekomstgerichte financiële informatie ......................................... 118
Standaard 3402: Assurance‐rapporten betreffende interne beheersingsmaatregelen bij een
serviceorganisatie................................................................................................................................ 120
Standaard 3410: Assurance‐opdrachten betreffende emissieverslagen ............................................ 122
Standaard 3420: Assuranceopdrachten om te rapporteren over het opstellen van pro forma
financiële informatie die in een prospectus is opgenomen ................................................................ 123
Standaard 3810N: Assuranceopdrachten inzake maatschappelijke verslagen................................... 124
Standaard 3850N: Assurance‐ en overige opdrachten met betrekking tot prospectussen ................ 127
Standaard 3900N: Accountantsopdracht bij de NOW‐regeling – Assurance ...................................... 129
Standaard 4400N: Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden
............................................................................................................................................................. 130
Standaard 4410: Samenstellingsopdrachten ...................................................................................... 132
Standaard 4415N: Accountantsopdracht bij de NOW‐regeling – Aan assurance verwant ................. 133
Standaard 4416N: Aan assurance verwante opdracht bij een Covid‐19 gerelateerde subsidieregeling
............................................................................................................................................................. 134
Standaard 5500N: Transactiegerelateerde adviesdiensten ................................................................ 136
3
,Overzicht regelgeving
De wetgeving kent een hiërarchie die gehanteerd is in de HRA. Bij tegenstrijdigheden geldt de wet met
de hoogste hiërarchie.
4
,Wetgeving
EU Verordening
De EU‐verordening is van toepassing op wettelijke auditors en auditkantoren die wettelijke controles
op organisaties van openbaar belang uitvoeren en is daarnaast van toepassing op OOB’s zelf. Deze
verordening bestaat uit drie onderdelen:
Voorwaardes voor het uitvoeren van wettelijke controles van OOB’s.
De benoeming van wettelijke auditors of auditkantoren door OOB’s.
Toezicht op de activiteiten van wettelijke auditors en auditkantoren die wettelijke
controles op OOB’s uitvoeren.
Voorwaarden voor het uitvoeren van wettelijke controles van OOB’s
Er bestaat een aantal voorwaarden voor het uitvoeren van wettelijke controles van OOB’s, waaronder
op de volgende gebieden:
Honoraria voor wettelijke controles: mag niet voorwaardelijk zijn, mag voor andere niet‐
controlediensten niet meer dan 70% zijn van het gemiddelde van de laatste drie jaar, en
kunnen een bedreiging vormen wanneer ze meer dan 15% van de totale omzet omvatten.
Verbod op het Leveren van niet‐controlediensten: De wettelijke auditor en ieder lid van
het netwerk waartoe de wettelijke auditor of het auditkantoor behoort, mag direct noch
indirect verboden niet‐controlediensten verstrekken aan de gecontroleerde entiteit, haar
moederonderneming en de ondernemingen waarover zijn de controle heeft. Verboden
diensten zijn onder andere belastingdiensten, boekhoudkundige diensten,
loonadministratie, waarderingsdiensten, juridische diensten en het ontwikkelen of
uitvoeren van procedures met betrekking tot de interne controle en risicobeheer.
Voorbereidingen van de wettelijke controle en beoordeling van bedreigingen voor
onafhankelijkheid: onafhankelijkheid moet beoordeeld worden en schriftelijk bevestigd
worden aan het auditcomité.
Onregelmatigheden: bij het ontdekken van onregelmatigheden (zoals fraude) of bij
mogelijkheden hiervan, wordt de gecontroleerde entiteit in kennis gesteld en wanneer
deze geen maatregelen treft, wordt een melding gemaakt bij de autoriteiten;
Opdrachtgericht kwaliteitsbeoordeling: er wordt een OKB uitgevoerd door een wettelijke
auditor die niet betrokken is bij de uitvoering van de opdracht. Deze beoordeelt ten
minste:
o De onafhankelijkheid van de wettelijke auditor of het auditkantoor.
o De relevante significante risico’s.
o De redenering met betrekking tot de materialiteit en de significante risico’s.
o Elke verzoek om advies aan externe deskundigen.
o De aard en het bereik van de gecorrigeerde en niet‐gecorrigeerde afwijkingen.
o De onderwerpen die zijn besproken met bevoegde autoriteiten en andere derde
partijen.
Controleverklaring: resultaten worden gepresenteerd in een controleverklaring conform
de richtlijnen.
Aanvullende verklaring auditcomité: er wordt voor indiening van de controleverklaring een
aanvullende verklaring bij het auditcomité ingediend, voldoend aan de genoemde eisen.
Indien de entiteit geen auditcomité heeft wordt deze verklaring ingediend bij het orgaan
dat een soortgelijke functie uitvoert.
Verslag aan toezichthouders van de OOB: De wettelijke accountant dient aan de bevoegde
entiteit die toezicht houdt op de OOB, onmiddellijk alle informatie te melden die
betrekking heeft op die OOB die een van de volgende zaken als gevolg kan hebben:
o Een materiële bedreiging voor of twijfel over de continue werking van de OOB.
5
, o Een weigering om een auditoordeel uit te brengen over de financiële overzichten
of het afgeven van een afkeurende verklaring of een verklaring met voorbehoudt.
Transparantieverslag; De wettelijke auditor of het auditkantoor maakt uiterlijk vier
maanden na afloop van elk boekjaar een jaarlijks transparantieverslag openbaar.
Informatieverstrekking aan bevoegde autoriteiten: Wettelijke auditors en auditkantoren
verstrekken hun bevoegde autoriteit jaarlijks een lijst van de gecontroleerde organisatie
van openbaar belang gesplitst in inkomsten uit wettelijke controles en inkomsten uit
andere niet‐controlediensten.
Bewaarplicht: Er geldt een bewaarplicht van ten minste vijf jaar, vanaf de datum waarop
de documenten of informatie zijn geproduceerd.
De benoeming van wettelijke auditors of auditkantoren door OOB’s
Met betrekking tot dit hoofdstuk is een aantal zaken geformuleerd met betrekking tot benoeming van
wettelijke auditors of auditkantoren, de duur van de controleopdracht, het controledossier en ontslag
& ontslagneming van de wettelijke auditors of auditkantoren.
Een OOB benoemt een auditkantoor voor ten minste een jaar, maar niet meer dan tien jaar. Na afloop
van de 10 jaar geldt een afkoelingstermijn van vier jaar.
De voornaamst vennoot/vennoten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering staken hun deelname
aan de wettelijke controle uiterlijk zeven jaar na de datum van hun benoeming.
Toezicht op de activiteiten van wettelijke auditors en auditkantoren die wettelijke controles van OOB’s
uitvoeren
Dit onderdeel bestaat uit drie verschillende hoofdstukken:
Bevoegde autoriteiten: waarin onder andere aanwijzing, voorwaarden van
onafhankelijkheid, beroepsgeheim, bevoegdheden, delegatie aan andere autoriteiten en
samenwerken met andere entiteiten worden genoemd.
Kwaliteitsborging, monitoren van de markt en transparantie van bevoegdheden van
autoriteiten.
Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en relaties met Europese toezichthoudende
autoriteiten.
6
,Richtlijn (EU) betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en
geconsolideerde jaarrekeningen
Deze richtlijn stelt regels vast voor de wettelijke controle van jaarrekeningen en geconsolideerde
jaarrekeningen. Een wettelijke controle is daarbij: ‘een controle van een jaarrekening of een
geconsolideerde jaarrekening voor zover deze:
Door het recht van de Unie wordt voorgeschreven;
Door nationaal recht wordt voorgeschreven met betrekking tot kleine ondernemingen;
In deze richtlijn staan daarbij richtlijnen omtrent:
Toelating, permanente educatie en wederzijdse erkenning;
Registratie (in het register);
Beroepsethiek, onafhankelijkheid, objectiviteit, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim
Controlestandaarden en controleverklaringen;
Kwaliteitsborging;
Onderzoeken en sancties;
Benoeming en ontslag;
Het auditcomité; en
Regelingen tussen lidstaten en internationale aspecten
Groottecriteria bepaling wettelijke controleplichtig:
Middelgroot Groot
Omzet >15.000.000 >50.000.000
Activa >7.500.000 >25.000.000
Werknemers >50 >250
Conform de wet dient de accountant in het kader van de controle te onderzoeken of:
De jaarrekening het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht geeft (zodanig dat een
verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat).
De jaarrekening voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften.
Het bestuursverslag is opgesteld overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW en verenigbaar is met de
jaarrekening.
Het bestuursverslag in het licht van de tijdens het onderzoek van de jaarrekening verkregen
kennis en begrip omtrent de rechtspersoon en zijn omgeving, materiële onjuistheden bevat.
De vereiste overige gegevens zijn toegevoegd.
Wet op het Accountantsberoep (WaB)
In de WaB staan regelgevingen en besluiten omtrent de beroepsorganisatie van accountants en de
ledengroep. Met betrekking tot dit is onder andere vormgegeven wat de taken zijn van de
beroepsorganisatie en de ledenvergadering en het bestuur en de voorzitter.
De beroepsorganisatie heeft de volgende taken:
Bevorderingen van een goede beroepsuitoefening door accountants, onder meer door het
vaststellen van beroepsreglementering;
Behartigen van de gemeenschappelijke belangen van accountants;
Zorg dragen voor de eer van de stand van de accountants; en
Zorg dragen voor de praktijkopleiding.
Daarbij wordt genoemd dat de ledenvergadering verordeningen kan vaststellen, hoe er toezicht wordt
gehouden op de beroepsorganisatie, hoe het register wordt bijgehouden en zaken met betrekking tot
de opleiding.
7
,Wet tuchtrechtspraak accountants (WTRA)
In de WTRA is geregeld hoe tuchtrechtelijke maatregelen worden vormgegeven en in welke vorm deze
voor kunnen komen (waarschuwing, berisping, geldboete of tijdelijke doorhaling van de inschrijving
van de accountant in de registers voor ten hoogste drie jaren).
Indien je een melding wilt maken dien je het volgende mee te delen bij de accountantskamer:
Naam + adres van de klager;
De feiten die leiden tot de klacht;
Datum van de constatering;
Datum van het foutief handelen.
Een constatering mag maximaal 10 jaar geleden zijn gebeurt.
NBA‐handreiking 1124 (WWFT)
Doelstelling van de WWFT is witwassen en financieren van terrorisme voorkomen en bestrijden om de
integriteit van de financiële markten te waarborgen. Onder andere de accountant functioneert hierbij
als poortwachter van het financiële verkeer.
De belangrijkste verplichtingen volgens de WWFT zijn:
Een instelling doet cliëntonderzoek.
Een instelling heeft een meldplicht van ongebruikelijke transacties.
Een instelling neemt maatregelen die gericht zijn op risicomanagement.
Een instelling heeft een opleidingsverplichting.
Clientonderzoek
Het cliëntonderzoek is principle based, wat wil zeggen dat de WWFT alleen bepaalt wat het resultaat
van het onderzoek moet zijn. Daarnaast is deze risico gebaseerd, de diepgang van het onderzoek wordt
dus afgestemd op het risico van de klant (laag, middel of hoog). Er zijn daarbij drie soorten onderzoek:
vereenvoudigd, normaal en verscherpt, waarbij bij een politiek prominent persoon (PEP) altijd een
verscherpt onderzoek nodig is.
In de volgende gevallen is een cliëntonderzoek verplicht:
Als er vanuit Nederland een zakelijk relatie wordt aangegaan.
Als er vanuit Nederland een incidentele transactie wordt verricht ten behoeve van de cliënt
van ten minste €15.000 (kan ook via gecombineerde transacties zijn).
Als er indicaties van betrokkenheid bij witwassen of financieren van terrorisme zijn.
Als er getwijfeld wordt aan de juistheid of volledigheid van eerder verkregen gegevens.
Als het risico van een klant voor betrokkenheid tot witwassen of financiering terrorisme
hiertoe aanleiding geeft.
Als er sprake is van een zetel in een gebied met een hoger risico.
8
,De hoofdregel is dat het cliëntonderzoek afgerond moet zijn voordat de zakelijk relatie is aangegaan
en de dienstverlening start.
Het cliëntonderzoek bestaat uit:
De cliënt identificeren en de identiteit verifiëren (KvK‐uittreksel/ notariële akte).
De UBO’s (ultimate beneficial owner) verifiëren inclusief identiteit (er kan ook sprake zijn van
een pseudo‐UBO bij bijvoorbeeld een STAK of kerkgenootschappen).
Het doel en de aard van de zakelijke relatie vaststellen.
De natuurlijke persoon die de cliënt vertegenwoordigd verifiëren (paspoort).
Meldplicht
Instellingen hebben een meldplicht, individuele accountants die binnen een instelling werken hebben
dat niet. Een instelling moet daarbij het volgende melden:
Verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties van of ten behoeve van haar cliënt.
Wanneer het cliëntonderzoek niet tot het gewenste resultaat leidt.
Wanneer een zakelijke relatie wordt beëindigd.
De volgende indicatoren bestaan er voor een ongebruikelijke transactie:
Objectieve indicator: een transactie voor een bedrag van €10.000 of meer in contanten of
cheques betaald aan de instelling (het accountantskantoor, kan ook via‐via). Meldplicht geldt
ook voor smurfen (meerdere kleine contante transacties die samen die €10.000
overschrijden).
Subjectieve indicator: een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft te veronderstellen
dat deze verband kan houden met witwassen of financieren terrorisme.
Een of meerdere bedragen die net onder de objectieve indicator liggen, kunnen een subjectieve
indicator zijn.
Een instelling moet een ongebruikelijke transactie zo snel mogelijk melden. Dus ook wanneer deze niet
verdacht is, de FIU bepaalt namelijk vervolgens dit laatste. Een WWFT‐melding is dus veel
laagdrempelig dan een fraudemelding, omdat je daar wel een vermoede hebt van fraude.
Wanneer een WWFT‐melding is gedaan, meldt je dat niet aan je cliënt. Je meldt ook niet dat je mogelijk
een WWFT‐melding moet doen.
Bij contante transacties, agenten in het buitenland en gelden via tussenpersonen dien je altijd alert te
zijn met betrekking tot de WWFT. Dit geldt ook wanneer er losgeld wordt betaald aan bijvoorbeeld
hackers.
9
, Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA)
De WTA bestaat uit de volgende hoofdstukken:
Toegang tot de markt;
De accountantsorganisatie en de externe accountant;
Rekening en verantwoording van de Autoriteit Financiële Markten;
Toezicht en handhaving;
Geheimhoudingsplicht;
Samenwerking nationaal;
Samenwerking Internationaal;
Openbare waarschuwing en publicatie van handhavingsmaatregelen;
Toegang tot de markt
Het is verboden een wettelijke controle te verrichten zonder een vergunning van de AFM (met
uitzondering voor gemeenten, provincies en het rijk). De vergunning kan door de AFM beperkt of
ingetrokken worden in verschillende situaties. De vergunning is verbonden aan de
accountantsorganisatie en vervalt wanneer deze ophoudt te bestaan. Hij is niet overdraagbaar.
De AFM houdt daarbij een openbaar register bij waarin vergunninghouders staan. De AFM regelt ook
zaken met betrekking tot dit register en derde landen.
De accountantsorganisatie en de externe accountant
De accountantsorganisatie draagt er zorg voor dat de externe accountants voldoen aan de nader
uitgewerkte regelgeving in de WTA, daarnaast draagt de accountantsorganisatie zorg voor herstel van
tekortkomingen met betrekking tot wettelijke controles.
De accountantsorganisatie beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing. Deze is zodanig ingericht
dat de werkzaamheden met betrekking tot de wettelijke controle plaatsvinden onder
verantwoordelijkheid van een externe accountant. Een accountantsorganisatie legt daarnaast
procedures vast om te waarborgen dat de belangrijkste controletaken niet op zodanige wijze worden
uitbesteed dat aan de kwaliteit afbreuk wordt gedaan.
Het dagelijkse beleid wordt in meerderheid bepaald door accountants (i.v.m. Private Equity).
De accountantsorganisatie heeft een passend beloningsbeleid, ook ten aanzien van winstedeling, dat
voldoende prestatieprikkels bevat om de kwaliteit van wettelijke controles te verzekeren.
Een accountantsorganisatie is onafhankelijk van de controlecliënt waarbij zij een wettelijke controle
verricht. Daarbij neemt deze maatregelen om te waarborgen dat de onafhankelijkheid niet wordt
beïnvloed door een potentieel belangenconflict en neemt geen opdrachten aan waar dit speelt.
Een accountantsorganisatie die bij een wettelijke controle de beschikking krijgt over gegevens waarvan
met een vertrouwelijk karakter is verplicht tot geheimhouding, voor zover bij of krachtens wettelijk
voorschrift of bij de EU‐verordening tot mededeling is verplicht. In sommige situaties is deze
uitzondering van toepassing (AFM‐controles, overdracht naar andere accountantsorganisatie, fraude
van materieel belang, groepscontroles).
10