.Geschiedenis toets week, wat moet je weten?
Door: Nicole Kortstam H3B
Hoofdstuk 1: De Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog begon in 1914 en duurde tot 1918. Frankrijk en Engeland
waren in staat met behulp van Amerika de Duitsers de oorlog te laten opgeven.
De tijdlijn van de Eerste Oorlog:
-28 juni 1914: Kroonprins Frans Ferdinand en prinses Sophie worden om het leven
gebracht door Gavrilo Princip, hij was samen met vijf anderen in Servië opgeleid
door de beweging Eenheid of de Dood. De groep wilde een groot Servië, waar
Bosnië ook bij toebehoren moest. Oostenrijk kreeg steun van Duitsland, zodat zij
wraak op Servië konden nemen, doch Servië werd gesteund door Rusland, en
Rusland door Frankrijk.
-1 augustus 1914: De grote landen (o.a. Frankrijk en Duitsland) verklaren elkaar
de oorlog. De moord in Sarajevo was een startschot geweest van een oorlog
waarin miljoenen doden zouden vallen.
-4 augustus 1914: Duitsland trekt in bij België, Duitsland was in staat tot Noord-
Frankrijk te komen.
-1916: De Duitsers vallen aan bij Verdun, de slag van Verdun duurde tien
maanden en bracht 700 000 Fransen en Duitsers om het leven.
-1917: Rusland stort in aan het oostfront. Een revolutie start in Rusland. Terwijl
de VS de oorlog verklaart aan Duitsland, sluit Lenin, de nieuwe machthebber een
wapenstilstand met Duitsland (december 1917), hierdoor was Duitsland in staat
om meer troepen naar Frankrijk (het westfront) te sturen. Dit jaartal is het
keerpunt van de oorlog. Dit jaar was zowel een succes als ramp jaar voor de
Duitsers, want Duitsland won de oorlog in het oosten (Rusland stortte in), en de
VS kwamen in aanmerking met Duitsland(wat zich aansloot bij de geallieerden).
-11 november 1918: De Eerste Wereldoorlog eindigt.
De Grote Oorlog
Verschillende factoren hebben de Eerste Wereldoorlog veroorzaakt.
1.Onrust op de Balkan—Turkse Rijk (Montenegro, Servië, Albanië, Roemenië en
Bulgarije):
Onrust ontstond vooral omdat het Ottomaanse Rijk veel macht verloor
(Rusland veroverde gebieden);
In 1908 bezette Oostenrijk-Hongarije Bosnië-Herzegovina. Servië was
ongerust, omdat zij waarschijnlijk het volgende landje waren, daarom werd
er steun gezocht bij het grote Rusland;
Oostenrijk-Hongarije, Rusland, maar vooral Italië probeerden meer macht
te krijgen bij het Ottomaanse Rijk (De Balkan);
Vele volken op de Balkan wilden niet overheerst worden, terwijl Rusland en
Oostenrijk-Hongarije graag macht wilden overnemen. In 1912-1913 braken
er twee groten oorlogen uit in de Balkan, vanwege de ruzie die uit de hand
liep. Tegen 1914 was de politieke situatie erg gespannen;
Geallieerden: Frankrijk, Engeland, Rusland( steunt Servië);
Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije.
2. De Frans-Duitse oorlog (1870-1871):
, Frankrijk wilde wraak op Duitsland voor de nederlaag van 1871;
De Fransen moesten Elzas en Lotharingen afstaan aan de Duitsers;
De Duitsers houden een triomftocht in de Champs-Élysées;
De koning van Pruisen wordt gekroond tot Koning van Duitsland in het
Paleis van Versailles.
3. Kolonialisme:
Het ongelijke aandeel van Duitsland in het bezit van koloniën zorgde voor
een bedreiging naar Frankrijk en Engeland, deze landen hadden veel
overzeese koloniën. Duitsland eiste ook koloniën te mogen hebben;
Het hebben van geen koloniën vernederde de Duisters, omdat de meeste
Europese landen, vooral de grote landen, wel koloniën hadden.
4. Nationalisme(liefde voor eigen land):
In de grote Europese landen nam het nationalisme vooral toe, elk volk
vond hun eigen volk het beste, sterkste, slimste en knapste volk. De
volken waren trots dat ze deel uit maakten van het land waar ze vandaan
kwamen en begonnen meer haat te tonen naar andere volken.
5. Militairisme:
Moed, strijdlust en discipline stonden hoog in aanzien;
De grote landen hadden een wapenwedloop, grote wapen voorraden
opgebouwd en nieuwe wapens ontwikkeld;
De moord op Frans-Ferdinand was een goede reden voor Duitsland (wie
Servië steunde) om met Rusland af te rekenen;
Mensen wilden conflicten en oorlog, ze vonden het spannend en voelde
zich stoer en heldhaftig om er (vrijwillig) aan te mogen deelnemen.
Snelheid was essentieel, dat gold voor elk land, iedereen moest eerder
klaar zijn dan de ander, toen de spanningen in eind juli 1914 hoog opliepen
besloten de Duitsers snel tot mobilisatie, dat leidde tot wild enthousiasme,
het Schlieffenplan houdt rekening met een Duitse vijand in het oosten
(Rusland) en in het westen (Frankrijk) die elkaar steunen, en kon door een
snelle mobilisatie en twee fronten oorlog voorkomen (dit was niet gelukt,
Duitsland werd ook omsingeld door vijanden)
Door militarisme willen mensen dat hun land het beste leger heeft, dit kan
makkelijk leiden tot een wapenwedloop.
6. Bondgenootschappen:
Groepen landen vochten tegen elkaar;
Triple Entente(Frankrijk, Rusland (Servië) en Engeland);
Driebond(Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië).
LET OP: Italië heeft een tijd bij de Driebond gezeten, maar daarvoor had
het land een bondgenootschap met Frankrijk. (Er vond ook een verzoening
plaats in 1902 waarin Frankrijk en Italië in het geheim een verdrag hadden
getekend.) Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak liep Italië over naar de
Triple Entente, omdat Frankrijk meer ‘beloning’ bood, waaronder meer land
en koloniën.
De Eerste Wereldoorlog was:
Een loopgravenoorlog, de grote landen trokken zich terug en
verschansten zich in de loopgraven; veel man overleed in de loopgraven,
meestal lagen de vijanden elkaar vanuit hun loopgraven te beloeren. Het
was koud in de loopgraven, handen en voeten stierven af v.d. kou.
Rottende lijken in het niemandsland tussen de loopgraven veroorzaakten
een afschuwelijke stank tussen de loopgraven. De loopgraven waren vol
, luizen en ratten. En als het rustig was lag de dood altijd op de loer door
een verdwaalde kogel of granaat;
Een tweefronten oorlog, de Duitsers hadden een tweefronten oorlog
willen voorkomen, maar die kregen ze toch. In het oosten vochten ze
samen met Oostenrijk tegen Rusland. Op den duur ontstonden nog meer
fronten en raakten meer landen bij de oorlog betrokken. Turkije sloot zich
aan bij de centralen (Duitsland en Oostenrijk) en Italië vocht mee met de
geallieerden (Groot-Brittannië en Frankrijk).
Een totale oorlog, alles en iedereen werd ingezet om de oorlog te
winnen, vrouwen werkten bijvoorbeeld in de wapenindustrie bij het
thuisfront. Verder was er geen vrije economie meer, de overheid bepaalde
hoeveel er geproduceerd werd.
Een wereldoorlog, Turkije en Groot-Brittannië vochten rond de
Middellandse Zee en in het Midden Oosten, en ook in de koloniën in Afrika
en Azië en op de wereldzeeën werd er gevochten.
In 1917 wordt de tsaar afgezet en sloot de nieuwe Russische machthebber Lenin
(communistische partij) een wapenstilstand met Duitsland, hier wisten Frankrijk
en Engeland niets van. Rusland had toen der tijd een revolutie gaande in eigen
land. Nu kon Duitsland zijn troepen naar Frankrijk verplaatsen. In maart 1918
begon daar een Duits offensief, het front kwam eindelijk in beweging. Op
verschillende plaatsen rukten de Duitsers op, maar de geallieerden bleken toch
sterker. Belangrijk was dat de VS in 1917 Duitsland de oorlog hadden verklaard.
LET OP: In 1915 bracht een Duitse onderzeeër het Amerikaanse
passagiersschip Lusitania tot zinken. Dit leidde bijna tot een
oorlogsverklaring van de VS. Het besluit van de Duitse legerleiding om
de duikboten - die na dit incident nog slechts beperkt waren ingezet -
weer onbeperkt te gebruiken ging de Amerikanen te ver. Daarnaast
waren de VS woedend over het zogenaamde Zimmermann-telegram. In
dit telegram werden Mexico en Japan door Duitsland aangemoedigd om
de VS aan te vallen. Hierop verklaarden de VS de oorlog aan Duitsland.
De Amerikaanse deelname zou het keerpunt van de oorlog worden. Het
moreel van de geallieerden ging hierdoor fl ink omhoog terwijl de Duitse
soldaten steeds minder vertrouwen in een overwinning kregen. Ook
begonnen de Duitse reserves op te raken. Daarnaast begon het Duitse
thuisfront in te storten. De economische blokkade van de geallieerden
(In Rotterdam was de havens transport beperkt) veroorzaakte een groot
gebrek aan voedsel en grondstoff en. In augustus 1918 werd voor de
Duitse legerleiding duidelijk dat een overwinning niet meer haalbaar
was. Verandering tijdens de Eerste wereldoorlog, is dat Rusland de
oorlog beëindigde, een voorbeeld van continuïteit, is dat het westen
een loopgraven oorlog bleef.
Na de Eerste Wereldoorlog:
Het verdrag van Versailles werd na de oorlog gesloten. Duitsland mocht niet
meepraten over de Vrede van Versailles, omdat de Franse, Britse en Amerikaanse
premier Clemeneau, Lloyd George en de president Wilson vonden dat Duitsland
moest worden gestraft, volgens hen was Duitsland verantwoordelijk voor de
oorlog. De doelen die de geallieerden hadden met het straffen van Duitsland
waren:
1. Het verlies van grondgebied: