100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide samenvatting Bestuurs- en Strafrecht €6,89
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting Bestuurs- en Strafrecht

7 beoordelingen
 164 keer bekeken  30 keer verkocht

In deze samenvatting vind je alle benodigde kennis voor de module Bestuurs- en Strafrecht. Er is gebruik gemaakt van de boeken 'Praktisch Bestuursrecht' en 'Praktisch Straf(proces)recht', en van de behandelde lesstof, sheets en kennisclips op Blackboard

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 7, en 8 van praktisch bestuursrecht, hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 12
  • 26 januari 2021
  • 34
  • 2019/2020
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)

7  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: djanawiertz • 6 maanden geleden

alles stond volledig en duidelijk in het document, heb het vak in 1 keer (eindelijk) ruim gehaald:)

review-writer-avatar

Door: bolksaniek • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mathijsjoling32 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: nickbraamhaar3 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: bryanvidal • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: ehendriksen1 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: stephanvanderweerd • 3 jaar geleden

avatar-seller
469739
Samenvatting Bestuurs -en Strafrecht kwartiel 3
Bestuursrecht

Hoofdstuk 1: Kennismaking met het bestuursrecht

Publiekrecht: rechtsgebied waar de relatie tussen openbaar bestuur en burger centraal staat

Het recht biedt rechtsbescherming  een soort waarborg dat de overheid haar instrumenten
zorgvuldig gebruikt

Openbaar bestuur = organen van de overheid
-> Het openbaar bestuur treedt in verschillende hoedanigheden en op verschillende manieren op en
behartigd daarbij het algemeen belang (openbaar bestuur dient samenleving te sturen zodat burgers
en organisaties fatsoenlijk naast elkaar kunnen leven)

Bestuursrecht heeft betrekking op het juridisch functioneren van het openbaar bestuur en zijn relatie
tot de burger

 bestuursorganen treden bij het uitvoeren van taken op als openbaar bestuur en behartigen
daarbij het algemeen belang




Legaliteitsbeginsel: wetmatigheid van bestuur  het openbaar bestuur mag alleen optreden als
openbaar bestuur (/inbreuk maken op de rechten en vrijheden van de burger) als dit is vastgelegd in
de wet.  er moet een wettelijke grondslag zijn

Wet in formele zin = vastgesteld door de formele wetgever (Staten-Generaal en regering samen) (in
de titel staat altijd het woord ‘wet’)

Wet in materiële zin = elke wet die algemeen verbindende voorschriften bevat waaraan iedereen
voor wie die wet is bedoeld gebonden is

Wet -en regelgeving = het totaal van alle soorten wetten

Specialiteitsbeginsel: het openbaar bestuur mag bij het nemen van een besluit alleen die belangen
behartigen waarop de betrokken wet of regeling zich richt (afweging van belangen beperkt zich tot
belangen waarvoor de speciale wet is bedoeld)

, voor het optreden van het openbaar bestuur is een grondslag in de wet nodig (legaliteitsbeginsel)
en bij het afwegen van belangen moet het openbaar bestuur binnen het kader blijven van de
toepasselijke wet (specialiteitsbeginsel)

Bronnen van bestuursrecht:
 Wet -en regelgeving en verdragen
 Jurisprudentie
 Ongeschreven recht (met name enkele algemene beginselen van behoorlijk bestuur)

Het is onmogelijk voor de formele wetgever, om alle ingewikkelde processen in de samenleving tot in
detail te reguleren, daarom is het openbaar bestuur verdeeld in verschillende lagen, die elk regels
kunnen vaststellen




 verdragen, beleidsregels en vergunningsvoorschriften zijn geen wet -en regelgeving

Verdragen: afspraken tussen staten (EVRM, EU-verdrag, EU-werkings-verdrag  rechtstreekse
werking, burgers kunnen zich erop beroepen)

Europese richtlijn: gericht tot lidstaten, in principe geen rechtstreekse werking

AMvB: van lagere orde van formele wet, vastgesteld door de regering. Bevatten hoofdzakelijk
algemeen verbindende voorschriften voor burgers en overheden, en kennen bevoegdheden toe aan
organen van het openbaar bestuur

Ministeriële regeling: van lagere orde dan AMvB, door minister vastgesteld. Ook algemeen
verbindende voorschriften en bevoegdheden voor bestuursorganen

Algemene plaatselijke verordening (APV): gemeentelijke verordening met normen die voor iedereen
in de gemeente gelden

Beleidsregels: eigen richtlijnen voor het openbaar bestuur, gelden alleen voor het orgaan van het
openbaar bestuur dat ze heeft vastgesteld of waarvoor ze zijn bedoeld

Vergunningvoorschriften: gelden voor het individuele geval, waaraan de vergunning is verleend
(bestaan uit rechtsnormen afkomstig van wetten en lagere regelingen en regels die het
bestuursorgaan die de vergunning verleent, voorschrijft)

,Gelede normstelling = normen voor een bepaald geval worden (mede) bepaald door normen in
verschillende regelingen die in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan (doordat diverse
organen van het openbaar bestuur elk op hun eigen niveau normen kunnen/moeten stellen)




Algemeen bestuursrecht: bevat regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van
toepassing zijn (regels voor toekenning bestuursbevoegdheden, handhaving rechtsnormen en
besluiten, regels voor zorgvuldige voorbereiding van besluiten)

Bijzonder bestuursrecht: bevat regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden
waarop het openbaar bestuur actief is
(ordenende overheidstaken: politie, defensie, waterstaat, milieubeheer, ruimtelijke ordening,
economische ordening
Verzorgende overheidstaken: onderwijs, cultuur, wetenschap, sociale zorg, gezondheidszorg)

Coördinatiewetgeving: alle terreinen van het bijzonder bestuursrecht bevatten talrijke regelingen die
de inhoud van rechten, plichten en bevoegdheden bepalen. Coördinatiewetgeving brengt eenheid en
samenhang in deze bestuursrechtelijke verscheidenheid (op gebied van sociale zekerheid,
belastingen, omgevingsvergunning, fysieke leefomgeving)

Awb: bevat algemene regels die van toepassing zijn op het hele bestuursrecht en elke bestuurstaak
 boek 4, 7 en 8 bevatten bijzondere bepalingen  algemene en bijzondere bepalingen moeten in
samenhang gelezen en toegepast worden  regel in bijzondere wet gaat voor algemene wet

Awb is een aanbouwwet, die in 4 tranches (fases) tot stand is gebracht

 Awb bevat 3 bijlagen:
 Bijlage 1: rechtstreeks beroep bij bestuursrechter
 Bijlage 2: regels die aangeven welke bestuursrechter bevoegd is
 Bijlage 3: regels over verlaagd griffierecht

Opdracht wetgever om een wet te maken met algemene regels voor bestuursrecht met als doel:
 Het bevorderen van eenheid binnen bestuursrechtelijke wetgeving
 De vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving
 Het opnemen in de wet van ontwikkelingen in de bestuursrechtelijke rechtspraak
 Het treffen van algemene voorzieningen voor onderwerpen die zich niet lenen voor regeling
in een bijzondere wet


Hoofdstuk 2: Spelers in het veld van het bestuursrecht

Openbaar bestuur: overheidsorganisaties & privaatrechtelijke andere organisaties/personen met
overheidstaken vormen samen het openbaar bestuur  ze voeren met elkaar overheidstaken uit

, Overheidsorganisaties: 2 soorten: openbare lichamen & andere rechtspersonen die krachtens
publiekrecht zijn ingesteld
 openbare lichamen: Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat: centrale overheid voert
deel van haar taken zelf (centraal) uit, en draagt een ander deel over aan lagere overheden
(decentraal) die deze taken met eigen bevoegdheden en op eigen gezag uitvoeren. Deze
overheidsorganisaties heten openbare lichamen

Rechtspersonen volgens de grondwet:
 De staat (organen: regering, ministerraad, ministers, staatssecretarissen)
 Provincie (organen: Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, Commissaris van de Koning)
 Gemeente (organen: gemeenteraad, College van B&W, burgemeester)
 Waterschap: (organen: algemeen bestuur, dagelijks bestuur, voorzitter)

Ze vormen het openbaar bestuur voor het grondgebied (territorium) of taakgebied (functie)
waarvoor ze zijn ingesteld  territoriale of functionele openbare lichamen.

Volgens bijzondere wet:
 Openbare lichamen voor beroep (Nederlandse orde van advocaten)
 Openbare lichamen voor bedrijf (SER)
 Andere openbare lichamen

Openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid  rechtspersonen die ‘krachtens publiekrecht’
zijn ingesteld (door wet of lagere regeling). Hierdoor kunnen ze zowel feitelijke handelingen als
rechtshandelingen verrichten. Rechtshandelingen zijn gericht op een rechtsgevolg waardoor er
rechten of plichten ontstaan of worden gewijzigd (sluiten van overeenkomst, oprichting van stichting,
verlenen van vergunning). Deze worden gedaan door middel van de organen van de rechtspersoon.
Een feitelijke handeling is niet gericht op rechtsgevolg (bijv. aanbrengen van straatverlichting)

 andere rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld: omdat de hoeveelheid
overheidstaken zo groot is, worden op centraal niveau nieuwe overheidsorganisaties opgericht. Zij
vallen officieel onder een minister of staatssecretaris maar zijn daaraan niet ondergeschikt. (CBR)

Privaatrechtelijke andere organisaties/personen met overheidstaken: deze groep behoort niet tot de
overheid maar kunnen wel zelfstandig bestuurstaken uitvoeren. Deze privaatrechtelijke organisaties
worden aangewezen door de regering (AMvB) of door een minister (in een regeling) en voeren alleen
deze aangewezen bestuurstaak uit

Bestuursorgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (altijd
wettelijke basis nodig) of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed
Geen bestuursorganen: formele wetgever, Staten-Generaal, rechters, Raad van State en Nationale
Ombudsman

Bestuursbevoegdheid (besturen, regelgeving en andere handelingen) moeten volgens het
legaliteitsbeginsel voortkomen uit een wettelijke basis. Daarom wordt bestuursbevoegdheid
toegekend, overgedragen of opgedragen  attributie, (sub)delegatie en (onder)mandaat.

Attributie: wanneer een wet of lagere regeling een publiekrechtelijke bevoegdheid rechtstreeks
toekent aan een bestuursorgaan  oorspronkelijke wijze van nieuwe bevoegdheidsverkrijging
De geattribueerde oefent de bevoegdheid zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid uit

Bij deconcentratie is het lagere (ondergeschikte) bestuursorgaan, dat de geattribueerde
bevoegdheid uitoefent, verplicht adviezen van het bestuursorgaan onder wiens verantwoordelijkheid

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper 469739. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53920 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,89  30x  verkocht
  • (7)
In winkelwagen
Toegevoegd