Samenvatting Praktische economie 2e fase vwo 4/5/6 module 2 - Vraag en aanbod. In deze overzichtelijke samenvatting worden alle hoofdstukken en paragrafen duidelijk beschreven. Met deze samenvatting is een voldoende halen een eitje!
Praktische Economie
Module 2 - Vraag en aanbod
_________________________________________________________________________
Hoofdstuk 1 - De vraag naar producten
§1.1 De individuele vraag
Consumenten die producten vragen, bedenken telkens hoeveel ze van iets willen
kopen nadat ze weten hoe duur het is. Zo onstaat de individuele vraag: het aantal
eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een bepaalde prijs. Hoe lager
de prijs, hoe hoger de vraag. Uit de individuele vraag volgt de individuele
betalingsbereidheid: de maximale prijs die een consument wil betalen voor één
product bij een gegeven aantal. Wanneer de betalingsbereidheid groter is dan de
vastgestelde prijs, onstaat er consumentensurplus.
Er zijn twee vormen van vraag. Als eerste de discrete vraag. Hierbij zijn de
gevraagde aantallen telkens gehele getallen. Bij een continue vraag mogen de
gevraagde aantallen alle reële getallen zijn. Wanneer we kijken naar de individuele
vraaglijn, zien we de continue vraag.
De individuele vraag wordt door vijf factoren beïnvloed:
1. De individuele voorkeuren. Iemand met een voorkeur voor een bepaald
product, is bereid om er meer voor te betalen dan iemand zonder die
voorkeur.
2. Het beschikbare budget. De individuele vraag neemt meestal toe als het
budget groter is.
3. De aanwezigheid van substitueerbare producten. Voor een behoefte zijn vaak
meerdere middelen beschikbaar. Consumenten hebben een lagere
betalingsbereidheid voor producten waarvoor substitueerbare producten
bestaan.
4. Het bestaan van complementaire producten. Sommige producten voorzien
alleen in een behoefte in combinatie met een ander product. Als een van deze
producten al in bezit is, stijgt de betalingsbereidheid voor het andere product.
5. Exogene factoren. Exogene factoren zijn omstandigheden waar een
consument geen invloed op heeft. Is het mooi weer, dan zal de vraag naar
ijsjes hoger zijn.
§1.2 De collectieve vraag
De collectieve vraag is de optelsom van alle individuele vragen. Hetzelfde geldt voor
de collectieve vraaglijn, dit is een optelsom van alle individuele vraaglijnen. De
collectieve vraag daalt tevens wanneer de prijs omhoog gaat en wordt door dezelfde
factoren beïnvloed als de individuele vraag. De collectieve vraaglijn heet ook wel de
prijs-afzetlijn. Een product dat door een groep consumenten wordt afgenomen,
bezorgt de hele groep een bepaald welbevinden. De maatstaf hiervoor is het
collectieve consumentensurplus: de optelsom van het individuele
, consumentensurplus van alle individuen in de groep die het product koopt. Hoe lager
de prijs, hoe groter het collectieve consumentensurplus.
§1.3 Prijselasticiteit
De prijselasticiteit geeft aan hoeveel procent de gevraagde hoeveelheid verandert
als gevolg van een prijsverandering. In formulevorm:
𝑝𝑟𝑜𝑐𝑒𝑛𝑡𝑢𝑒𝑙𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑔𝑒𝑣𝑟𝑎𝑎𝑔𝑑𝑒 ℎ𝑜𝑒𝑣𝑒𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑
𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 = 𝑝𝑟𝑜𝑐𝑒𝑛𝑡𝑢𝑒𝑙𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠
. De prijselasticiteit is een
verhoudingsgetal en dus geen percentage. Wanneer de prijselasticiteit lager dan -1
is, is de vraag elastisch. Wanneer de prijs stijgt, daalt de vraag relatief meer en zal
de omzet dalen. Als de prijs daalt, stijgt de vraag relatief meer en zal de omzet
toenemen. Een prijselasticiteit tussen de 0 en -1 in leidt tot een inelastische vraag.
Als de prijs stijgt, daalt de vraag nauwelijks en stijgt de omzet. Daalt de prijs? Dan
stijgt de vraag nauwelijks en zal de omzet gaan dalen.
§1.4 Inkomenselasticiteit
In welke mate de gevraagde hoeveelheid reageert op een inkomensverandering
wordt gemeten met de inkomenselasticiteit. Deze is als volgt te berekenen:
𝑝𝑟𝑜𝑐𝑒𝑛𝑡𝑢𝑒𝑙𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑔𝑒𝑣𝑟𝑎𝑎𝑔𝑑𝑒 ℎ𝑜𝑒𝑣𝑒𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑
𝐼𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛𝑠𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 = 𝑝𝑟𝑜𝑐𝑒𝑛𝑡𝑢𝑒𝑙𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛
. De
inkomenselasticiteit kan positief en negatief zijn. Bij een inkomenselasticiteit van
tussen de 0 en 1 heb je te maken met noodzakelijke goederen. Energie en voeding
zijn voorbeelden hiervan. Is de inkomenselasticiteit groter dan 1, dan hebben we te
maken met luxe goederen. Denk hierbij aan dure auto's en vakantiewoningen. Bij
een negatieve inkomenselasticiteit gaat het om inferieure goederen. Dit zijn over het
algemeen goedkope producten van een lage kwaliteit, naarmate iemand meer
verdiend zal hiervan minder gekocht worden. Het verband van het inkomen en de
vraag bij deze drie verschillende soorten goederen kunnen in een grafiek
weergegeven worden met een Engelkromme. Bij inferieuere goederen daalt de
vraag naarmate het inkomen stijgt, bij de noodzakelijke en luxe goederen stijgt de
vraag dan juist.
Hoofdstuk 2 - Het aanbod van producten
§2.1 Productie
Productiefactoren worden ingezet om een product of dienst voort te brengen. Er zijn
vier productiefactoren:
1. Arbeid = het menselijk handelen tijdens de productie.
2. Kennis = omvat alle kunde en vaardigheden die in het productieproces
worden gebruikt.
3. Kapitaal = er zijn twee soorten kapitaal. Fysiek kapitaal, denk hierbij aan
grondstoffen of een fabriekshal. Daarnaast is er financieel kapitaal. Dit is het
geld dat nodig is om te kunnen produceren.
4. Locatie = waar de productie plaatsvindt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper TaraAileen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.