100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgewerkte examenvragen Histologie GIE £5.56   Add to cart

Exam (elaborations)

Uitgewerkte examenvragen Histologie GIE

 28 views  0 purchase
  • Module
  • Institution
  • Book

Dit document bevat uitgebreide antwoorden op de lijst met examenvragen van professor Bogers. Zijn examen bestaat uit 4 open vragen van deze lijst (2 histologie, 2 pathologie) en 10 MCQ. Dit document bevat een overzicht per hoofdstuk van de vragen met gestructureerde antwoorden. kort en bondig beant...

[Show more]

Preview 4 out of 61  pages

  • March 5, 2021
  • 61
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Deel Pathologie
Vraag 1) Bespreek inflammatoir darmlijden
• Inleiding:
 Het is een chronische aandoening door een onbedoelde mucosale activering van het
immuunsysteem. Het is het gevolg van een combinatie van dwalende gastheer interacties
met intestinale microbiotica, intestinale epitheliale disfunctie en een afwijkende mucosale
immuunrespons. Er zijn 2 belangrijke ziekte, de ziekte van crohn en colitis ulcerosa. Het
onderscheid tussen deze 2 is te zien aan het veerdeelstation, schade en morfologische
expressie van de ziekte.
• Ziekte van crohn:
 Het is een regionale entreritis door de frequente ileale betrokkenheid en kan elk gebied van
het maagdarmkanaal aantasten. Er zijn meerdere, afzonderlijke, scherpomlijnde gebieden en
dit leidt tot skip letsels tussen gewoon weefsel. Er zijn transmurale ontstekingen en fistels,
fissura vorming.
• Colitis ulcerosa:
Hier is het beperkt tot het colon en het rectum en enkel in de mucosa en de submucosa. Is zeer
uitgesproken waardoor de gehele mucosa eraan kan gaan. Zorgt voor het verdwijnen van de crypten
en ontstaan van pseudopoliepen. Ontwikkelen van een carcinoom is zeker mogelijk.
• Symptomen:
 Kunnen variëren afhankelijk van de plaats. Men heeft vaak diarree, buikpijn, post rectale
bloedingen en slijm en gewichtsverlies. Er kan een tekort zijn aan ijzer en vitamine B12…
• Epidemiologie:
 Beide ziektes komen vaker voor bij vrouwen en zijn frequent aanwezig tijdens de
adolescentie of jong volwassenheid. In westerse geindustrialiseerde landen komt het, het
meest voor bij blanken. In de USA komt het 3 op 5 keer meer voor bij joden.
 Het komt het meest voor in Noord-Amerika, Noord-Europa en Australië.
• Genetisch:
 Het risico op de ziekte wordt verhoogd met 15-20% wanneer er een aangetast familielid is.
De genetische invloed is lager bij colitis ulcerosa dan bij de ziekte van crohn.
 Aangetasten families hebben een gemodifeceerd gen op chromosoom 16, NOD2 voor de
ziekte van crohn. NOD2 codeert voor een eiwit dat bindt aan intracellulaire bacteriële
peptidoglycans en vervolgens activeert het NF-KB. Men verondersteld dat ziekte-
geassocieerde NOD2 varianten minder effectief zijn in het herkennen en bestrijden van
luminale microben, deze kunnen de lamina propria binnendringen en zo de immuunreacties
triggeren. De ziekte ontwikkeld zich in minder dan 10% van de personen die de NOD2
mutaties hebben.
 Genen van belang voor de ziekte van crohn, komen niet voor bij colitis ulcerosa.

• Mucosale immuunreacties:
 Th17 T-cellen dragen bij aan de pathogenese en samen met de polymorfisme van de IL-23
receptor biedt het bescherming tegen de ziekte van crohn en colitis ulcerosa. Bij colitis
ulcerosa wordt door de TH2 component de mucosale IL-13 productie verhoogd en minder bij
de ziekte van crohn. Polymorfisme van het IL-10- gen, IL-10R en IL 10 receptor gen zijn
gekoppeld aan UC.
 Algemeen zal de combinatie van stoornissen die de mucosale immuniteit activeren en de
immuumregulatie onderdrukken bijdragen aan de ontwikkeling van de 2 ziektes.
• Epitheliale defecten:
 Vb.: defecten in de tight junctions barrière van darmepitheelcellen bij patiënten met crohn.
Het gaat gepaard met enkele ziekte-geassocieerde NOD2 polymorfisme. De barrière
disfunctie kan de mucosale immuniteit activeren, initiëren en aanpassen.

,  Paneth cel granula, die antimicrobiële peptide bevatten, kunnen de inhoud van de luminale
microbiotica beïnvloeden. Dit is abnormaal en komt voor bij crohn patiënten, die een
ATG16L1 mutatie dragen.
• Microbiotica:
 De hoeveelheid micro-organismen in het gastro-
intestinaal lumen is enorm. De samenstelling van de
populatie verschilt per persoon en wordt beïnvloed door
ziekte en dieet. Antibiotica zoals metronidazol kan helpen
bij het verminderen van de ziekte van crohn.
 Een enkele episode van appendicitis reduceert het
risico op colitis ulcerosa en het gebruik van tabak
verhoogt het risico op crohn maar verlaagt het op colitis
ulcerosa.
- Hieronder een pathologisch preparaat van chronische
UC. De bovenste pijl geeft een duidelijke chronische
ontsteking weer. De middelste pijl geeft de vervormde
crypten weer door atrofie ( geen voeding) van het
klierweefsel. De onderste pijl laat de vergroting van cellen
van de muscularis mucosae zien.



Vraag 2) Bespreek Barrett metaplasie

- Barrett-slokdarm is een gevolg van langdurige gastro-oesophageale reflux (refluxlijden), i.e.
terugstromen van de maaginhoud in de slokdarm. Hierbij wordt de slokdarm blootgesteld aan zuur
en gal, waardoor het slijmvlies beschadigd raakt en begint te ontsteken
(slokdarmontsteking/oesophagitis). Bij ca. 11% van de patiënten met ernsig refluxlijden ontstaat
door de jarenlange irritatie en beschadiging van de slokdarm een verandering van het
slokdarmslijmvlies
- Definitie: vervanging van de distale plaveisel epitheel bekleding(meerlagig plaveiselepitheel) door
metaplastisch intestinaal epitheel(hoog cilindrisch epitheel met SB-cellen).
- Alleen een abnormaal cilinderepitheel van de slokdarm (intestinale metaplasie) wordt beschouwd
als de voorloper van het adenocarcinoom en niet het normale cilinderepitheel van de maag dat zich
soms ook in de slokdarm bevindt. Aangezien deze vormen van cilinderepitheel er bij gastroscopie
hetzelfde uitzien, zijn de endoscopische gegevens over de origine van het biopt (klein stukje weefsel
uit de slokdarm) van groot belang. De aanwezigheid van slokdarmklieren wijst immers op
slokdarmorigine
- Bij het vaststellen van een Barrett-slokdarm wordt er tevens gezocht naar tekenen van dysplasie
(onrustige cellen). Hierbij is er sprake van atypische veranderingen in de celkernen, het cytoplasma of
in het groeipatroon van de cellen. Deze dysplastische veranderingen worden beschouwd als
premaligne veranderingen, d.w.z. dat dysplasie een verhoogde kans geeft op het ontwikkelen van
kanker:
1) Laaggradige dysplasie:
 Basale schikking van de kernen(worden groter)
 Cryptarchitectuur is bewaard
 Mitosefiguren in bovenste deel van de crypte
 Afwijkingen tot aan het mucosale oppervlak
 Cilindrisch epitheel
 Moeilijk te diagnosticeren
2) Hooggradige dysplasie:

,  Pseudostratificatie van kernen die het luminale oppervlak bereiken
 Kernen nog groter
 Distortie van cryptarchitectuur: vertakking, villiforme configuratie, cribriform (“rug aan rug”).

Kan worden tegengegaan door zuurblokkers.
Bij dysplasieacute behandeling= mucosa eruit halen.


Vraag 3) Bespreek cirrhose van de lever
- Oorzaken van cirrose:
- chronische virale infectie( vb chronische hepatitis)
- alcoholische of non-alcoholische steatose
- auto-immuunziekten
- ijzerstapeling
- cirrose: diffuus proces waarbij normaal leverweefsel omgezet wordt in bindweefsel (fibrose) en
waarbij er nodules ontstaan van het leverparencym:
1. bindweefselsepta:
- vorming van bindweefselstrengen
- rond de lobuli
- irreversibel
- reversibel indien de onderliggende oorzaak weg is
2. parenchym nodules
- micronodules, macronodules
- omringd door fibreuze strengen
- nieuw gevormde hepatocyten en lang-levende, persistente hepatocyten
- Levercirrose wordt gekenmerkt door:
1. afsterven van de hepatocyten:
- verlies van microvilli op het oppervlak
- transportmechanisme daalt
- normale cellen worden vervangen door noduli van lang-levende hepatocyten en
nieuwe hepatocyten, afkomstig van stamcellen
- noduli omgeven door bindweefselsepta
2. veranderingen in het bindweefsel en in de extracellulaire matrix (ECM):
- depositie (neerslaan) ECM
- Collageen I en II en andere componenten van de ECM zijn neergeslagen in de ruimte
van Disse
- Ito-cellen: bevinden zich in de ruimte van disse en zorgen normaal voor de opslag
van vit. A, bij cirrose zullen deze cellen geactiveerd worden en transformeren in
myofibroblasten

1) vasculaire reorganisatie
- inflammatie/trombose van de venen/arteriën
- eerst hypotrofie van de parenchymcellen en door compensatiemechanisme later hypertrofie
- vasculaire shunts ontstaan
- leversinusoiden: niet meer gefenestreerd: hogere druk

- complicaties:
- portale hypertensie
- verhoogd risico op de ontwikkeling van een hepatocellulair carcinoma
- symptomen:
- meestal silenteus
- anorexia

, - zwakte
- gewichtsverlies
- leverfalen

Vraag 4) Bespreek focale nodulaire hyperplasie
- Focale nodulaire hyperplasie is een goedaardige levertumor en wordt gevonden in gezonde levers.
Komt vrij vaak voor.
- Het onstaat in levercellen en cellen van galwegen door een abnormale toevoer van zuurstof die de
proliferatie van hepatocyten stimuleert. Het voorkomen van deze tumor is gerelateerd met de actie
van oestrogenen en androgenen (testosteron).
- De prevalentie is 0,01%. Het komt dus bij niet zoveel mensen voor.
- Deze aandoening komt meer voor mij vrouwen ten gevolge van orale anticonceptie.
- Het is een tumor met een omvang die meestal kleiner is dan 5 cm.
- Hyperplastische poliferatie van levercellen (hepatocyten) ten gevolge van een abnormaal bloedvat.
- Focale nodulaire hyperplasie wordt vaak toevallig ontdekt bij het nemen van een MRI, aangezien de
persoon in kwestie er weinig klachten van ondervindt.
- Vaak een centraal litteken dat omgeven wordt door hyperplastische hepatocyten.

Vraag 5) Bespreek chronische virale hepatitis.
- VERSIE 2:
Net als bij acute hepatitis heeft men hier ook een actief infiltraat dat wel langer blijft bestaan. Ook
hier kunnen hepatocyten worden vernietigd. Deze cellen worden samen met lymfoïde aggregaten
necrotisch en zullen na enige tijd worden vervangen door BW. Men verkrijgt dus fibrose. Door dat
proces zal er een grote verbinding gemaakt worden tussen de portaevelden en de centrale vene (=
Bridging necrose). Wanneer in dat BW, bloedvaten worden gevormd, zal het bloed direct
doorstromen van de V. portae naar de V. centralis. De filterfunctie van de lever gaat verloren. 
later cirrose

Dat kan een groot probleem zijn voor het metabolisme van verschillende nutriënten.
• Eiwitten  afgebroken tot AZ  ammoniak komt vrij  wordt omgezet in de lever. Als dit
niet gebeurt komt ammoniak in de hersenen  encephalopathy  coma
• Vodka  alcohol  gedetoxifieerd in de lever. Als dit niet gebeurt komt alcohol in de
hersenen  super zat. Sommige mensen omzeilen de levercirculatie bewust door alcohol via
de hemorroïdale plexus op te nemen (via het rectum)  teveel = coma

Natuurlijk is het belangrijk een juiste diagnose te stellen. De eerste vragen die worden gesteld:
- Graad van activiteit: is er veel ontstekingsinfiltraat?
- Is er fibrose/ is er necrose?
- Al belangrijke beschadiging?
- Binnen of buiten de portaevelden?

- VERSIE 2:
Hepatitis is een pathologie van de lever, meer bepaald ontsteking van de lever. Een tabel om het
verschil tussen chronische en acute hepatitis te verduidelijken:
Acuut Chronisch
• Zwelling en apoptose • Activiteit
Er wordt hydropische degeneratie In tegenstelling tot acute hepatitis,
vastgesteld. Dit is een vorm van waarbij de cellen beginnen
degeneratie, die gekenmerkt wordt degenereren, zal bij chronische
door een hoog watergehalte in de hepatitis nog steeds activiteit worden
cellen. Verder ziet men councilman vastgesteld bij de levercellen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lemmeslodders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for £5.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling
£5.56
  • (0)
  Add to cart