VOLLEDIGE samenvatting (chapter 1 t/m 13) van 'introduction to sociology' van Frank Tubergen + kennisclips, voorbeelden, theoretische begrippenlijst
Summary - Introduction to Sociology
Inleiding sociologie Hst 1-12
All for this textbook (18)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Sociologie
Inleiding Sociologie (200300007)
All documents for this subject (30)
Seller
Follow
Elinevandammie
Content preview
Inleiding Sociologie
Als John obsitas heft, maar Kaito niet. Kan je je afvragen hoe dat komt. Is john minder sportief? Zit
het in zijn genetica? Heeft hij een negatief zelfbeeld? Dat zijn allemaal individuele perspectieven.
Individual perspective: Type of explanation of human behavior which focuses on individual casues.
Sociologen, nemen een ander perspectief aan. Ze ontkennen niet dat er indivudele redenen zijn van
John zijn obesitas en ze zijn ervan bewust dat er voordelen zijn aan individuele behandeling. Maar ze
komen ook met verschillende verklaringen en oplossingen. De unieke benadering van sociologen is
om te begrijpen van gedrag door hun sociale context te overwegen.
Social context: Social environment in which people are embedded. (land van afkomst, maar ook
veranderingen in een land. Families en scholen, geboren in dezelfde wijk) Daarom moet er ook
gekeken worden naar het effect van die veranderingen. Bijvoorbeeld in China is overgewicht met
30% gestegen.)
C.W.Mills famously coined the term: Sociological imagination/ Sociological perspective: To signal
that the task for sociologist is to identify social causes of human behavior. The sociological
perspective seeks to explain human behavior by the social contexts individuals share. In short, it
identifies social causes as opposed to individual causes.
Wat sociologen eigenlijk bestuderen is niet waarom john obseitas heeft en Kaito niet, ze focussen
zich niet op het begrijpen van het individuele perspectief. Het sociologische perspectief onderzoekt
het sociale fenomeen. John komt uit de US and daar komt obesitas vaak voor. Kaito komt uit Japan
waar dit niet gewoonlijk is. Hun gedrag is passend bij hun omgeving.
Social Phenomena: Collectief menselijk gedrag
Wat sociologen willen begrijpen, is hoe, ten eerste, menselijk gedrag typisch voortkomt uit gedeelde
contextuele omstandigheden en hoe dit vervolgens leidt tot collectieve resultaten.
Sociology is the scientific study of social phenomena. This means that, if you want to give a
sociological explanation of human behavior, you need to consider the influence of social contexts
and study the resulting collective human behavior.
Discussie of het sociologische perspectief aanvullend is op het individuele perspectief. Deze zijn niet
in conflict, maar zorgen voor een veelomvattende uitleg van het menselijke gedrag.
Sommige claimen dat sociale contexten niet uitmaken voor het begrijpen van menselijk gedrag en
dat alleen individuele perspectieven uitmaken. Sommigen alleen dat Sociale context uitmaakt. Bijv
,dat alleen biologische redenen voor obesitas zorgen. Maar door snellere verandering kan dat
biologische gezien niet.
Individueel en sociologische worden door elkaar gezien als alternatieven.
Proximate and Ultimate causes
Proximate causes: Zijn factoren die dichtbij het fenomeen dat de onderzoekers wil uitleggen, terwijl
ultimate causes factoren zijn die dieper/verborgen/verder zijn op de achtergrond.
Bijvoorbeeld: Iemand legt uit dat individuele verschillen in obesitas verschilt in negatieve
zelfbeelden. De individuen wie een meer negatief zelfbeeld hebben zijn meer geneigd om dik te
worden.
Je kan je dan afvragen; waarom ontwikkeld iemand een negatief zelfbeeld?
Socioloog: Sociale contexten hebben invloed op de ontwikkeling van negatieve zelfbeelden en dat
dit negatieve zelfbeeld vervolgens resulteert in verwrongen eetpatronen. (Problematische situaties
in het gezin, gepest op school)
Het school context en het pesten neemt plek in zijn omgeving, is the ultimate cause: Sociale
omgeving heeft affect op individuele aanleg en deze aanleg vormt zich in obesitas.
Ultimate cause: Pesten op school -> Proximate cause: negatief zelfbeeld -> consequentie: Obesitas
Om de verschillen aan te wijzen in een sociologen, sociologen gebruiken micro, meso en macro
niveau.
Micro: Het laagste niveau, namelijk individuen van hun gedrag, houdingen enz.
Meso: Sociale context: Duidt sociale condities aan die individuen delen in hun directe omgeving. Vb:
Families, wijken, school, organisaties, religeuze gemeenschappen, politieke organisaties en sociale
netwerken.
Macro: Sociale context: Het hoogste niveau die individuen delen. Landen of continenten.
Voorbeeld Durkheim study: suicide (1897)
Individuele perspectieven werden bekeken, maar Durkheim geeft aan dat het niet kan dat er verschil
is per land voor suïcide aantallen. Hij benoemt invloed familie, religie en andere sociale contexten.
Hij benoemt aan het eind ook dat individuele karakteristieken zoals depressie en alcoholisme
effecten hebben op suïcide, maar hij beargumenteerd dat deze proximate causes zijn uit te leggen in
sociale structurele (ultimate causes) condities.
2
,Waarom zijn sociale problemen en sociale fenomenen verschillend? Sociale problemen hebben een
normatieve dimensie: gewenste doelen of waarden worden bedreigd, mensen willen het probleem
oplossen en politici, beleidmakers en organisaties bieden verschillende maatregelen en interventies
om dat te doen. In sociologie, sociale problemen worden bestudeerd als sociale fenomenen, wat
betekent dat deze niet worden bestudeerd als normatieve problemen maar als wetenschappelijk
fenomenen van belang. Sociale fenomen begrijpen, draagt bij aan het begrijpen en het oplossen van
een sociaal probleem.
Social problem/public issue:
- Gaat verder dan het individueel (het heeft effect op meerdere mensen)
- Is een probleem waar meer mensen bezorgd om zijn. (Het is in conflict met bepaalde
waarden)
Veel mensen hebben obesitas en het staat haaks op de waarde: gezond zijn
Personal trouble: Probleem gerelateerd aan persoonlijke leven van een individu. John die
ontevreden is over zijn obesitas.
Sociale problemen zijn vaak waarin iedereen het een probleem vindt zoals ondergewicht in afrika.
Maar je hebt ook lokale sociale problemen. Voorbeelden van sociale problemen:
- Corruptie in organisaties
- Criminaliteit en onveiligheid in wijken
- Pesten op school
- Geweld in gezinnen
- Inkomensverschillen
- Inter-ethnic spanningen
- Oorlog en collectief geweld
- Discriminatie
- Mentale gezondheid problemen
1. Describe: Opkomen met accurate beschrijven van sociale fenomenen. Dit is een belangrijke
bijdragen voor het begrijpen van sociale problemen omdat mensen foutieve overtuigingen
erover aanhouden.
2. Explain: Sociologen moeten met wetenschappelijke uitleg komen voor sociale fenomenen.
Sociologen komen met uitleg en vervolgens gebruiken ze empirische data om te
onderzoeken of de uitleggen waar zijn.
3. Apply: Gaat weer terug naar het normatieve domein, de zorgen van de mensen over de
sociale problemen.
a. Predicitons: Wat is likely to happen? Sociologisch onderzoek kan voorspellen of
bijvoorbeeld criminaliteit toeneemt of afneemt. Of dat de age-crime curve
plaatsvindt en er meer criminaliteit plaatsvindt tussen 15-25 jaar en dat dit komt
door maatschappelijke veranderingen. Als vruchtbaarheid bijvoorbeeld afneemt en
er minder mensen worden geboren, zal criminaliteit ook afnemen.
b. Social interventions: Sociaal beleid meting. Ontwikkelen en evalueren van sociale
interventies.
3
, Bijvoorbeeld: vrouwen verdien minder dan mannen. Dit is een maatschappelijk
probleem, veel mensen vinden dit niet acceptabel. Sociologen kunnen dan theorieën
testen of zelf ontwikkelen.
Q = question
Q(d) = Descriptive question
Q (t) = Theoretical question
Q (a) = Application question
Societal relevance: When sociological work is carried out in view of current social problems that
exist in society.
Societal relevance, therefore, does not imply that sociologists should pursue normative statements
or engage in social activism (weber,1919). Sociologie is wetenschap, niet een politieke ideologie.
Marx had bijvoorbeeld een morele-politieke agenda (de ideologie van het communisme).
Wetenschappelijke vragen moeten worden gedifferentieerd van normatieve vragen.
Normative questions: Vragen dat waardeoordelen bevatten
- Should we reduce income inquality?
- Should we do more to combat the rise in crime?
- Should we adopt positive-discrimination policies to boost the career of women?
1. Scientific questions: Vragen die geen waardeoordelen bevatten.
1. Descriptive questions: Observeren en Beschrijven van sociale fenomenen. How much,
many? What is happening? How high is the crime rate in Brazil?
2. Theoretical questions: Explanatory questions, ‘waarom vragen’. Why is the crime rate
higher in Brazil than in Canada? Why is there an increase in divorce?
3. Apllication questions: Omtrent toepassen wetenschappelijke kennis. Gericht op
voorspellingen in de samenlevingen of sociale interventies. Wat gebeurd er in de
toekomst? Wat zijn de consequenties van bepaalde sociale interventies? How will the
crime rate develop in Brazil in de coming five years? Whick interventions reduce crime?
Twee elementen: precisie en relevantie.
Precisie:
Ill-defined question: Vraag die vaag en dubbelzinnig is
Precise question: Vraag die duidelijk te interpreteren is
4 ingrediënten voor het formuleren van een vraag:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Elinevandammie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £6.32. You're not tied to anything after your purchase.