Samenvatting Medische En Tandheelkundige Vakkennis 1
9 views 0 purchase
Module
Medische En Tandheelkundige Vakkennis 1
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
Dit is mijn samenvatting van het vak medische en tandheelkundige vakkennis 1. Ik heb deze gemaakt aan de hand van de stof van de colleges en de socratives. Sommige plaatjes heb ik zelf gemaakt.
College 1 Algemene biochemie & eiwitten
Biologie is de leer van het leven.
Bij biochemie worden verschijnselen in levende organismen verklaard door scheikundige
processen.
Een eenheid van leven heet een organisme. Levende organisme onderscheiden zich van
levenloze dingen door een hoge mate van ordening (metabolisme).
Bij doodgaan door uithongering is er sprake van een tekort aan bouwstenen, bij doodgaan door
vergiftiging raakt het metabolisme in de war.
De kleinste eenheid van leven is een cel.
Prokaryoten hebben geen celkern en zijn de simpelste cellen. Eukaryoten hebben wel een
celkern.
Organellen zijn ruimtes in cellen die worden gescheiden door membranen.
De 4 meest voorkomende bio-elementen zijn Koolstof (C.), Stikstof (N), Waterstof (H) en
Zuurstof (O). Zuurstof komt daarvan het meest voor, daarna koolstof.
Bio-elementen die mineralen zijn: Calcium (Ca), Chloride (Cl), Kalium (K), Magnesium (Mg) en
Natrium (Na).
Bio-elementen die sporenelementen zijn: IJzer (Fe), Jodium (I), Kobalt (Co), Koper (Cu), Mangaan
(Mn) en Zink (Zn). (voorbeelden waarom ze wel heel belangrijk zijn: ijzertekort → bloedarmoede,
jodium is een onderdeel van schildklier stimulerend hormoon).
Natrium Na+, Calcium CA2+, Chloor Cl-, Kalium K+
Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren, eiwitten zijn werkpaarden en bouwstenen
Koolhydraten zijn opgebouwd uit monosachariden, koolhydraten zijn een energiebron
Lipiden zijn opgebouwd uit glycerol & vetzuren, lipiden zijn bouwstenen en reservestoffen
Nucleïnezuren zijn opgebouwd uit nucleotiden, zij slaan erfelijke informatie op.
Elke cel bevat dezelfde erfelijke info, maar maakt andere eiwitten.
Het belangrijkste bestanddeel van levende organismen is water. Het lichaam bestaat voor 75-85%
uit water. Water heeft een extreem hoog vries- en kookpunt. Water is polair. Water is betrokken
bij de temperatuurregulatie van het lichaam.
Hydrolysereactie: water wordt gebruikt. Condensatiereactie: water komt vrij. (metabolisch
water)
De verbranding van glucose is bijvoorbeeld een condensatiereactie.
Je hebt structurele eiwitten (bouwstof eiwitten) en functionele eiwitten (hormonen).
Voorbeelden van hormonen zijn glucagon en insuline.
Eiwit voor afweer - Antilichamen
lichaamsvreemde stoffen
Eiwit voor bloedstolling - Fibrinogeen
Eiwit betrokken bij - Actine
spiercontracties - Myosine
Structureel eiwit voor huid, - Keratine
, haar en nagels
Structureel eiwit in bot en - Collageen
bindweefsels
Eiwit voor constant houding - Serum albumine
osmotische druk en pH
De aminogroep van een aminozuur is base. Dit is de NH2 groep.
De carbonzuurgroep van een aminozuur is zuur. Dit is de -COOH
groep.
De restgroep kan zuur of base zijn. Bij een zwitterion is de restgroep
beide.
Het iso-elektrisch punt is de pH waarbij de netto lading van een aminozuur 0 is.
Bij een zuur aminozuur ligt dit punt laag, en bij een base aminozuur hoog.
Aminozuren worden in 4 groepen ingedeeld op basis van hun restgroep. Namelijk:
- Apolair: restgroep heeft geen lading, geen ladingsverschil (herkennen aan -CH2/-CH3)
- Polair: restgroep heeft geen lading, wel een ladingsverschil (herkennen aan
-OH/-SH/-NH2/=O)
- Basisch: restgroep is een aminogroep (herkennen aan -H+)
- Zuur: restgroep is een carbonzuurgroep (herkennen aan -COO-)
Aminozuren die het lichaam niet zelfs kan aanmaken heten essentiële aminozuren. Deze moeten
worden opgenomen dmv voedsel.
Stoffen die goed mengen met water heten hydrofiel, stoffen die slecht mengen met water heten
hydrofoob.
Een peptide is een keten aminozuren, ze zijn aan elkaar gebonden door een peptidebinding
(aminogroep aan carbonzuurgroep, hierbij komt water vrij). Het is een stabiele binding. De
hydrolyse van een peptide is het uit elkaar vallen van zo’n binding. Water is hierbij nodig, dat vult
de lege plekken op.
Peptide kunnen worden gesplitst (hydrolyse) door proteases en verhitten met sterke zuren.
College 2 Eiwitten & enzymen
De tertiaire structuur van een eiwit wordt bepaald door de interactie tussen de restgroepen van
de aminozuren. De aminozuurvolgorde bepaalt de primaire structuur van eiwitten.
Tussen apolaire groepen wordt een hydrofobe binding gevormd.
Tussen zure en basische groepen wordt een ionbinding of zoutbrug gevormd.
Tussen polaire groepen worden waterstofbruggen gevormd.
Zwavelbruggen zijn een covalente binding, en worden gevormd tussen restgroepen van het
aminozuur cysteïne. Ze zijn belangrijk voor de tertiaire en quaternaire structuur van eiwitten.
Voor de juiste quaternaire structuur zijn meerdere peptide-ketens nodig. De zwavel- en
waterstof bruggen en de hydrofobe- en ionbindingen dragen allemaal bij aan deze structuur.
Een peptideketen is een keten aan elkaar gekoppelde (-COOH aan aminogroep) aminozuren.
Samengestelde of geconjugeerde eiwitten hebben naast een peptideketen ook een ander
component. Dit niet-eiwit deel heet de prosthetische groep. Het eiwit-deel heet het apo-enzym.
De meeste enzymen zijn geconjugeerd.
Lipoproteïnen zijn vaak onderdeel van celmembranen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller neelfien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £3.46. You're not tied to anything after your purchase.