100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychologie En Pedagogie £7.22
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychologie En Pedagogie

 9 views  0 purchase
  • Module
  • Institution

Samenvatting psychologie en pedagogie

Preview 4 out of 70  pages

  • April 4, 2022
  • 70
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGIE
Bachelor Logopedie en audiologie 1 e semester 2019-2020

ACTUELE VRAAGSTUKKEN BINNEN DE PSYCHOLOGIE:
WETENSCHAPPELIJK STATUUT VAN DE PSYCHOLOGIE EN
DE BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN
Psychologie zit in een crisis

 Hoe betrouwbaar is de psychologie?
 Hoe komt er dat er een crisis is?
o Statistiek  wat bereken je met statistiek?
o Statistiek in de psychologie biedt geen antwoord op de vraag

 De psychologie is bewust van het probleem

Soep-experiment: een bord met bodem en een bord met een reservoir




=> Wie het bord heeft met het reservoir zal meer eten dan met een gewoon bord.

Snoep-experiment:




Wanneer het snoep verder van je staat, dan ga je minder snoep eten.

,  Zwaarlijvige mensen kauwen minder dan magere mensen
 Mannen eten om indruk te maken.  ze eten 92% meer!
 Hoe zwaarder de ober hoe meer je besteld  hoe zwaarder je eetpartner, hoe meer je eet
 Hoe goedkoper het buffet hoe schuldiger je je zal voelen

=> allemaal gemeenschappelijk: experimenten van Wansink

=> zwaarlijvigheid zorgt niet voor minder wilskracht  de omgeving moet veranderen

NIEUW ONDERZOEK

 Goede student: doet de research
 Slechte student: doet niks

In dat onderzoek zijn er 150 fouten gevonden op 10 pagina’s van het artikel en er zijn 15 artikels
ingetrokken.

ONDERZOEK STEREOTYPERING

 Allemaal verzonnen  fraudeur (D.A. Stapeland)
 Ontmaskerd door middelbare scholieren
o Vermoedde dat er iets niet klopt en er werd een onderzoek gestart

=> menswetenschappen moeten betrouwbaar blijven



De meest gepubliceerde wetenschappelijke onderzoeken zijn onbetrouwbaar!

 Wanneer we een artikel lezen is het moeilijk om te weten wat waar is.
 Waarom? Dat komt door onze manier van wetenschappen doen
 Meest gebruikte manier: nulhypothesetoetsing (concept van statische significantie*)

* Statische significantie = wetenschappelijke term

* significant = het is van belang, betekenisvol

Wetenschapper stelt hypothese op, een veronderstelling, gaat op onderzoek om te weten of zijn
hypothese juist of fout is

 Makkelijker om een hypothese te weerleggen, 100000 voorbeelden zijn niet voldoende om
de hypothese te bewijzen
 Hypothese herformuleren
 nulhypothese  tegenovergestelde van mijn oorspronkelijke hypothese
 bv. het is niet zo dat meisjes met een gele drinkfles dom zijn.
 proberen weerleggen dat de nulhypothese fout is

1. Oorspronkelijke hypothese
“Wie zwart draagt is intelligent”
2. Nulhypothese
“Het is niet zo dat mensen die zwarte kleren dragen intelligent zijn”
3. Aangeven dat nulhypothese fout is (weerleggen)
 gelukt: “Het is fout dat het niet zo is dat wie zwart draagt intelligent is.”
4. Oorspronkelijke hypothese is toch deels bewezen

,Nulhypothese gaan ze proberen weerleggen met de statische significantie.

POWERPOSING

 Je staat met je benen beetje open
 Armen gekruist
 maakt hormonen aan zodat je je beter voelt
 je komt overtuigender over

NULHYPOTHESE

Nulhypothese klopt eigenlijk niet

 Nulhypothesetoetsing laat u niet toe van een uitspraak te doen over de waarschijnlijkheid
van uw hypothese
 in wetenschappelijk onderzoek word vaak een verkeerde methode gebruikt
 statische methode staat niet toe om een antwoord te geven op de hypothese.

Er zijn betere methoden die kunnen antwoorden op de hypothese

 Wetenschapper gaan statistische significantie berekenen

Gauss curve




= klokcurve (Eng. Belcurve)

= normaalverdeling: verspreiding van bepaalde trek in de maatschappij

Als de P-waarde < 0,5 is, is het goed. Als de P-waarde > 0,5 is, is het niet goed.

 statische significantie

=> FOUTE METHODE

De resultaten moeten < 0,5 zijn  statische significantie van 0,5 = 95% kans dat de nulhypothese niet
waar is.

Als de resultaten 0,01 zijn  99% kans dat nulhypothese niet waar is

 geen 40% dat hypothese waar is.

FOUTE METHODE

1. Je hebt een hypothese
Bv. grote studenten scoren beter op psychologie dan kleine studenten
2. Ik maak daar een nulhypothese van
Bv. het is niet zo dat grote studenten beter scoren dan psychologie dan kleine studenten.

, 3. Uw vraag aan de werkelijkheid stellen (data verzamelen)  op basis daarvan P-waarde
berekenen
4. P-waarde <0,5 = resultaat is statisch significant
=> we denken dat er meer dan 95% kans is dat we de hypothese mogen verwerpen.
5. Ik verwerp mijn nulhypothese, ik heb aangetoond dat mijn nulhypothese waarschijnlijk niet
juist is, dus ik heb aangetoond dat mijn hypothese wel juist is

 word door 95% van de psychologen/wetenschappers gebruikt

 de methode die we gebruiken laat ons niet toe om antwoord te geven op de hypothese

WAAROM?

Welke vraag stelt een wetenschapper zich?

 hoe waarschijnlijk is mijn hypothese?

Op welke manier antwoord krijgen?

 data opzoeken

Hoe waarschijnlijk is mijn hypothese?

 zit met de vraag (aan data)

 als ik onderzoek doe en ik vind deze resultaten, hoe groot is de kans dat mijn hypothese klopt

Wetenschapper wil een uitspraak doen over de waarschijnlijk van zijn hypothese op basis van de data
die hij gevonden heeft

 nulhypothese laat u niet toe die vraag te beantwoorden

Wat wel? Wat doe je?

 je berekent het omgekeerde van wat je wil weten

 je berekent de waarschijnlijkheid van uw data, onderzoeksresultaten indoen uw hypothese zou
kloppen

 je doet het tegenovergestelde van wat je wil weten

 data klopt altijd

 je wilt de waarschijnlijkheid weten van de hypothese

Voorbeeld onderscheid:

Iemand springt van 18e verdieping naar beneden

 wat is de kans dat die op slag dood is  kans is groot (95%)

Als iemand van de 18e verdieping springt zonder parachute en zonder trampoline dan is hij
waarschijnlijk dood

Omgekeerd:

Als iemand dood is hoe groot is de kans dat hij van de 18 e verdieping naar beneden is gesprongen

 1%

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kjentalataer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for £7.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling
£7.22
  • (0)
Add to cart
Added